Kabinet: draadloze communicatie is basisbehoefte

Wat de nota wel doet is niet accenten leggen in het beleid bij de verdeling van de frequenties in het mobiele spectrum. Tot nog toe hanteerde het ministerie daarbij richtlijnen die het zelf had geformuleerd in 2005. Het centrale uitgangspunt daarvan - de doelmatig frequentiebeleid - staat nog steeds overeind, meent het ministerie. Maar de wereld is natuurlijk inmiddels wel veranderd, met de opkomst van nieuwe technologie en toepassingen die een zwaarder beslag leggen op het beschikbare spectrum - zoals de vlucht die mobiel internet heeft genomen en de ontwikkeling van het Internet of Things.

Dat moet eensdeels tot een transparantere methode van het veilen van de schaarse frequentieruimte leiden. Bieders moeten helderder inzicht krijgen van de eisen van de overheid en met name het verloop van het veilingsproces, de overheid moet beter inzicht krijgen in de robuustheid van hun plannen, is de strekking van de nota. Daarnaast wil EZ gebruik van vergunningsvrije frequenties waar mogelijk stimuleren.

'Telekwetsbaarheid' bestrijden

Opmerkelijk daarbij is dat het ministerie een programma in werking zet om de markt bewust te maken van de 'telekwetsbaarheid' die ontstaat door het toenemend gebruik van draadloze communicatie. Dit programma is erop gericht om a) de bewustheid van partijen over telecommunicatiegebruik en de afhankelijkheid daarvan te vergroten en b) via het delen van best practises, onderzoeksresultaten en handreikingen partijen te helpen om hun telekwetsbaarheid te reduceren en zo hun weerbaarheid te vergroten. EZ zal onderzoeken hoe deze maatschappelijke taak kan worden bestendigd na afloop van het programma. Het Agentschap Telecom gaat ook de risico's in kaart brengen van het kruiselings verstoren van toepassingen in de verschillende delen van het frequentiespectrum.