Overslaan en naar de inhoud gaan

China dominant in titanenslag met India

Narayana Murthy, bestuursvoorzitter van India’s IT-softwaregigant Infosys, had eind vorig jaar een dreigende boodschap voor de Indiase regering. China kan de Indiase software-industrie voorbij streven, tenzij de infrastructuur van India snel verbetert. "De ontwikkelingen in China gaan snel," aldus Murthy. "Als we geen drastische stappen nemen om de infrastructuur te verbeteren, kunnen we de concurrentieslag met China verliezen."
Tech & Toekomst
Shutterstock
Shutterstock

Murthy is niet de enige die zich zorgen maakt over de toenemende concurrentieslag met China. In India is de afgelopen jaren sprake van een China-fobie. Chinese softwareservicebedrijven groeien als kool en de Chinese IT-industrie is op weg de grootste ter wereld te worden. ‘Softwareservices’ is de belangrijkste exportindustrie van India, maar stijgende personeelskosten ondermijnen India’s concurrentiepositie. Anderzijds is men zich bewust dat China enorme kansen biedt. De Chinese economie is ruim twee keer zo groot als de Indiase en zal op termijn de grootste ter wereld worden. De handel tussen India en China is nog gering. Maar de laatste jaren is sprake van een onstuimige groei, van 2 miljard dollar in 2000 tot 7 miljard vorig jaar. Dit jaar wordt naar verwachting de 10 miljard overschreden. China heeft een aanzienlijk handelsoverschot met India, hetgeen spanningen tussen beide landen veroorzaakt. Chinese consumentenelektronica en huishoudelijke artikelen overspoelen de Indiase markt. Tot irritatie van Chinese bedrijven probeert India de Chinese import regelmatig af te remmen met anti-dumping-maatregelen. In 2003 was de helft van de dertig anti-dumping-onderzoeken in India tegen Chinese bedrijven gericht. Tian Wei, economisch attaché van de Chinese ambassade in New Delhi, beklaagde zich onlangs in een interview met een Indiase krant over de Indiase houding. Volgens Wei geloven velen in India in ‘de theorie van de Chinese dreiging’. Indiase regeringsambtenaren maken het Chinese zakenmensen vaak onnodig moeilijk. Wei noemde onder meer de "onvriendelijke en onhulpvaardige bejegening" van Chinese bedrijven die een contract voor een baggerproject in India uitvoeren. Chinese schepen die arriveerden om het project uit te voeren, werden door de Indiase marine onderschept en kregen geen toegang tot Indiase havens. Ook noemde Wei een ‘gesynchroniseerde inval’ van de Indiase douane bij een aantal Chinese exporteurs van consumentenelektronica in verschillende Indiase steden. Agressief India’s ongerustheid is begrijpelijk. De invasie uit het noorden is niet beperkt tot ‘low-end’-consumentenproducten. Chinese telecomproducenten concurreren met Europese en Amerikaanse producenten en zijn agressieve spelers op India’s onlangs geliberaliseerde telecommarkt. Directe investeringen van Chinese bedrijven in India nemen toe. Telecommunicatiebedrijf Huawei heeft een onderzoekscentrum in India opgezet dat werk biedt aan enkele honderden Indiase softwareontwikkelaars. Chinese fabrikanten van mobiele telefoons, waaronder ZTE, Hisense en Bird, zien in India een grote markt voor low-end-mobieltjes. India is na China de nieuwe groeimarkt voor mobiele telefonie. Elke maand worden ruim 1,5 miljoen mobieltjes verkocht. India’s belangrijkste troefkaart in de concurrentieslag met China is de geavanceerde software-industrie. Nagenoeg alle grote Indiase softwarebedrijven hebben inmiddels vestigingen in China. NIIT Ltd, India’s grootste IT-opleidingsbedrijf, heeft honderdtwintig trainingscentra in China opgezet. Het bedrijf leidt 25.000 Chinese studenten op tot computeringenieurs en softwareontwikkelaars. De Chinese tak van Tata Consulting heeft softwareservicecontracten met de Chinese vestigingen van General Electric, Motorola en Merrill Lynch en heeft met een Chinese partner, Zoom Networks, een onderzoekscentrum in China opgezet. Indiase IT-bedrijven zien China ook als een uitvalsbasis naar de Japanse en Koreaanse markten, waar Indiase bedrijven weinig actief zijn. Veel Japanse en Koreaanse bedrijven hebben softwareproductie uitbesteed aan China, en Indiase bedrijven hopen via joint-ventures met Chinese bedrijven de Japanse en Koreaanse markt te penetreren. Vooral Japan is een veelbelovende markt voor Indiase softwarebedrijven. De Japanse industrie heeft de komende jaren een tekort van 100.000 embedded softwareprogrammeurs. De grote vraag is in hoeverre India zich staande kan houden onder het Chinese economische geweld. Vooral het achterblijven van de eigen hardware-industrie baart India zorgen. De Indiase pc-verkopen stijgen gestaag, maar hoge prijzen belemmeren een doorbraak. In India kost een pc ongeveer 24 maanden van het gemiddelde inkomen, in China 4 maanden. (Ter vergelijk, in de VS en de EU is dit ongeveer twee weken). Belastingen op pc’s in India variëren van 20 procent tot 40 procent (elke staat heeft een eigen belastingstructuur), en zijn in sommige gevallen verantwoordelijk voor 50 procent van de verkoopprijs. India’s eigen pc-fabrikanten hebben minder dan 10 procent van de markt in handen. De ‘grijze’ markt - pc’s vervaardigd in schroevendraaierfabrieken van ingevoerde componenten - verkoopt pc’s zonder (legale) software en beheert ongeveer de helft van de markt. De Indiase hardware- en elektronica-industrie, vorig jaar verenigd in het zogenaamde ‘Indian Hardware Initiative’ (IHI), waarschuwde de regering vorig jaar dat de verdere ontwikkeling van India’s software-industrie in gevaar komt, tenzij het land de productie van hardware ter hand neemt. India moet opklimmen in de ‘value chain’ van de IT-industrie, aldus de IHI. De groep wees erop dat de productie van hardware voor een groot deel uit softwareproductie bestaat. 80 Procent van de ontwikkelingskosten van geïntegreerde circuits bestaat volgens de IHI uit design engineering en softwareservices. Corruptie De vorig jaar in Bangalore gehouden ‘India Hardware Summit 2003’ schoof Taiwan naar voren als model voor India. Taiwanese bedrijven begonnen met de productie van chipsets en andere componenten, maar ontwikkelden zich geleidelijk tot ontwerpers van originele producten. Het productiewerk werd vervolgens uitbesteed aan China. India zou dezelfde route moeten volgen en het werk uitbesteden aan Bangladesh en Sri Lanka. Volgens IHI-bestuurslid Vinay Deshpande, tevens directeur van Encore Software in Bangalore, kan de Indiase hardware-industrie in zes jaar groeien van de huidige 5 miljard naar 65 miljard dollar. Een dergelijk groei is volgens critici echter onmogelijk tenzij een groot aantal problemen op korte termijn wordt opgelost. Genoemd worden onder meer de regelmatig veranderende overheidsvoorschriften, de hoge invoerrechten op productiemachines, de gecompliceerde en inconsistente import- en exportregels, en de ‘onaanvaardbaar lange wachttijden en corruptie bij de douane’. Vooral de wachttijden bij de douane zijn een doorn in het oog van de Indiase industrie, en volgens critici een belangrijke oorzaak dat multinationals de voorkeur geven aan China en andere landen in Azië. Grondstoffen die in de Indiase havens arriveren worden in veel gevallen pas een maand later op de plaats van bestemming afgeleverd. In de snelveranderende hardware-industrie kunnen dergelijke vertragingen fataal zijn. Terwijl India worstelt met het verbeteren van het economische klimaat, heeft China de pijlen gericht op de softwaremarkt. Chinese bedrijven hebben inmiddels 55 procent van de Chinese IT-service-industrie in handen, en zijn internationale giganten zoals IBM and HP voorbijgestreefd. Acht van de tien grootste spelers op de Chinese markt zijn Chinese bedrijven. Chinese bedrijven hebben lagere operationele kosten, ze zijn sterk vertikaal geïntegreerd en hebben dankzij uitgebreide verkoop- en servicenetwerken een grote marktpenetratie. De bedrijven weten zich ook gesteund door een pro-actieve regering. Met grote regelmaat maakt de ‘People’s Daily’ melding van weer een nieuw initiatief om de ICT-industrie te stimuleren. De meest recente kwam van het Chinese ministerie van Wetenschap en Technologie, dat de oprichting van het China Offshore Software Engineering Project aankondigde. Het project, ook ‘Dragon’s Head’ genoemd, wordt gesteund door vijftig bedrijven en heeft als doel de internationale positie van de Chinese software-industrie te versterken. Samenwerking De Indiase software-industrie heeft vooralsnog een aanzienlijke voorsprong op China, maar twee jaar geleden voorspelde Gartner al dat de Chinese software-industrie de Indiase industrie in 2006 zou kunnen evenaren. Beide zouden in dat jaar een omzet hebben van 27 miljard dollar, aldus Gartner. Of dat gaat lukken is de vraag, maar de Chinese IT-service-industrie groeit jaarlijks met ongeveer 20 procent. De groei van de Indiase IT-sector is inmiddels gedaald van 100 procent in voorgaande jaren naar 23 procent vorig jaar. Wel is het aannemelijk dat het aantal joint-ventures tussen Indiase en Chinese IT-bedrijven de komende jaren zal toenemen. Indiase bedrijven laten Chinese programmeurs steeds vaker programmacode schrijven en Chinese bedrijven maken gebruik van Indiase systeemarchitecten, projectmanagers en andere professionals. De toenemende samenwerking tussen beide landen zal mogelijk gevolgen hebben voor Amerikaanse IT-servicebedrijven die in China actief zijn. Een aanwijzing hiervoor kwam vorig jaar, toen de Indiase premier Atal Bihari Vajpayee een bezoek bracht aan China. Vajpayee sprak een groep IT-professionals in Sjanghai toe en liet zijn gehoor weten dat de Olympische Spelen die in 2008 in Beijing worden gehouden, een goede kans zijn om de samenwerking tussen beide landen te versterken. De Olympiade in Beijing heeft een begroting van 35 miljard dollar en moet de grootste ooit worden. "De ervaring leert," aldus Vajpayee, "dat bij mega-evenementen zoals de Olympische Spelen een groot deel van de IT-contracten wordt uitbesteed aan India. Als Indiase en Chinese bedrijven samenwerken, kunnen ze de ‘middlemen’ buiten spel zetten en de kosten verlagen." IBM, HP, Accenture en andere giganten in de IT-industrie - zijn gewaarschuwd. AUTEUR: Jan Krikke Jan Krikke is publicist en AG-correspondent voor Azië.Grote verschillen, dezelfde belangen Een recente studie van Goldman Sachs Group Inc. voorspelt dat India de komende veertig jaar gemiddeld met 6 procent zal groeien, sneller dan China (4,7 procent). Maar India heeft een grote achterstand weg te werken. Volgens de Unesco en de Wereldbank leeft 44 procent van de Indiase bevolking op 1 dollar per dag. In China is dit 18 procent. Het Indiase aandeel in de wereldhandel (de export en import van goederen en diensten) is 0,8 procent, het Chinese aandeel is 5 procent. De totale Indiase import had vorig jaar een waarde van 70 miljard dollar, de Chinese import bedroeg ruim 410 miljard. China doet het ook beter op het gebied van onderwijs en academische vorming. Chinezen hebben gemiddeld zeven jaar en elf maanden onderwijs genoten. In India is dit vijf jaar en zes maanden. China heeft ongeveer vijfhonderd wetenschappers per miljoen inwoners, India slechts honderdvijftig. China heeft ruim twintig pc’s per duizend inwoners, India nauwelijks tien per duizend. Het aantal Chinese internetaansluitingen is het drievoudige van India. Hetzelfde geldt voor het aantal telefoonlijnen. 20 Procent van de Chinezen heeft een mobieltje. In India is dat slechts 3 procent. Demografisch lijkt India in het voordeel te zijn. De Indiase bevolking passeerde in juni van dit jaar de 1 miljard. China heeft ruim 1,3 miljard inwoners. China heeft al te maken met de eerste symptomen van vergrijzing, terwijl India het grootste aantal inwoners onder de 25 jaar ter wereld heeft. Ondanks grote verschillen in cultuur en economische ontwikkeling hebben China en India veel gemeenschappelijke belangen. Beide moeten de levensstandaard van hun enorme bevolking verbeteren, een enorme opgave in een periode van toenemende schaarste van energie en grondstoffen. Bij onderhandelingen van de WTO, milieuconferenties en andere internationale fora nemen India en China steeds vaker gemeenschappelijke standpunten in. Dalian wil Bangalore overtreffen Typerend voor de snelle ontwikkeling van China’s IT-industrie is Dalian, de havenstad in het noordoosten van China die vroeger bekend stond als Port Arthur. Door haar geografische ligging werd Dalian in korte tijd een belangrijk centrum voor softwareontwikkeling voor de Japanse en Koreaanse industrie. De software-industrie in de stad groeit jaarlijks met 50 procent en bereikte vorig jaar een omzet van ruim 600 miljoen dollar. De stad kan zich nog niet meten met Sjanghai, waar de software-industrie vorig jaar een waarde had van 2,5 miljard dollar, maar Dalians snelle ontwikkeling oogstte alom bewondering. Het succes van Dalians IT-industrie begon eind jaren negentig, met de opening van het ‘Software Park’. De stad wist in vier jaar tijd niet minder dan tweeduizend Japanse bedrijven aan te trekken. Om aan de vraag naar gekwalificeerd personeel te voldoen kregen alle twintig universiteiten in Dalian een softwarefaculteit. Op alle universiteiten is Engels verplicht. Koreaans en Japans worden aangeboden als keuzevakken. Dalian opende ook zes speciale IT-opleidingsinstituten. De grootste, het Neusoft Instituut voor Informatica, heeft inmiddels achtduizend studenten afgeleverd. Toch blijft de stad kampen met een personeelstekort. Ruim zeventig procent van de werknemers in Dalians IT-industrie is afkomstig uit andere delen van China. De stad concurreert met Beijing en Sjanghai, waar de salarissen van IT-personeel bijna het dubbele zijn. In juni lanceerde de stad een fonds van 2,4 miljoen dollar om bonussen te betalen aan ‘softwaretalent’. Ook Westerse bedrijven hebben Dalian ontdekt. Microsoft heeft het testen van producten uitbesteed aan Dalians Hi-Think Computer Technology, en HP heeft plannen een servicecentrum voor de Asia-Pacific-regio in Dalian te vestigen. HP’s callcenter gaat werk bieden aan zeshonderd werknemers die de markt in het Engels, Chinees, Japans en Koreaans gaan bedienen. IBM’s onderzoekscentrum in Dalian heeft vierhonderd werknemers. Het bedrijf heeft plannen een deel van de activiteiten in Bangalore naar Dalian te verplaatsen, waardoor het aantal werknemers kan oplopen tot vijfduizend. Dalian heeft de ambitie het Bangalore van China te worden. De burgemeester van Dalian, Xia Deren, maakte onlangs een studiereis naar Bangalore en liet weten dat zijn stad het succes van Bangalore zou kunnen overtreffen. "Wij zijn niet inferieur aan Bangalore wat betreft het investeringsklimaat en de infrastructuur, en de Chinese regering heeft betere managementkwaliteiten".

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in