LiFi is nu een gestandaardiseerd alternatief voor wifi

De LiFi-technologie werkt door het laten 'flikkeren' van gewoon LED-lamplicht. De flikkerfrequentie is zo hoog dat het menselijk oog dat niet kan waarnemen. De basis voor het idee werd in 2011 gelegd door de Duitse hoogleraar Harald Haas. Doordat licht zich veel sneller verplaatst dan radiogolven kunnen veel hogere transmissiesnelheden worden bereikt. Maar licht laat zich tegenhouden door vrijwel alles wat zich tussen de zender en ontvanger bevindt. Dat heeft voor- en nadelen. Zo komen de signalen bijvoorbeeld niet buiten de ruimte waarin de LiFi-communicatie plaatsvindt. Mede daardoor is het ook niet mogelijk voor hackers de communicatie af te tappen.

Maar het heeft ook wel praktische implicaties. Langslopende mensen, een hand of zelfs een velletje papier over de ontvanger, alles wat in de directe zichtlijn tussen lichtbron en ontvanger komt, zorgt voor een verstoring of zelfs uitval van het signaal.

Markt moet zich ontwikkelen

Er zijn inmiddels setjes op de markt waarmee zo'n LiFi-verbinding kan worden opgezet. Ze zijn niet goedkoop. Voor 2200 dollar is een LiFiMax Flex-pakket te koop met een accespoint voor bevestiging aan het plafond en een dongle voor in de pc, zocht Arstechnica uit. 

Hoewel LiFi nooit een complete vervanging kan zijn voor wifi, zijn er toepassingen denkbaar waarbij LiFi kan dienen om het wifi-netwerk te ontlasten van zwaar dataverkeer. Een van de toepassingen die worden genoemd is bij het gebruik van augmented reality of virtual reality.