AcICT bezorgd over 'onnodig duur' systeem voor vrachtwagenheffing

Transportbedrijven moeten in 2026 vrachtwagenheffing betalen per gereden kilometer op Nederlandse snelwegen en een aantal provinciale en lokale wegen. In hoofdlijnen is AcICT positief over de opzet van het plan, maar er zijn ook zorgen over mogelijk te dure, oude technologie en het ontbreken van een onderbouwde planning.

Er wordt door AcICT gesproken van een 'complexe implementatie' waarbij het volgens de adviseurs beter is om met een minimale uitwerking van de plannen te starten en deze daarna uit te bouwen, om zo de livegang te versnellen. Omdat er weinig duidelijkheid is over de minimumeisen en er geen heldere implementatiestrategie is uitgewerkt, is de route naar de uiteindelijke livegang voor AcICT niet duidelijk.

AcICT meldt verder dat er vanwege te weinig scherpte op de planning er kans is op een vertraging en daardoor ook op een leegloop bij het ontwikkelteam dat de implementatie moet mogelijk maken.

Onnodig duur stelsel

Daarnaast is de technologie die het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft gekozen inmiddels tientallen jaren oud, terwijl er inmiddels meer moderne alternatieven op de markt zijn. “Het programma is zich hier weliswaar van bewust, maar we missen de doorvertaling daarvan naar de aanbestedingen. Dit kan leiden tot een onnodig duur stelsel.”

Er wordt voor Vrachtwagenheffing gebruik gemaakt van OBU’s. Dat zijn kleine toestellen die werken via GPS-technologie. Ze registreren hoeveel kilometers gebruiker op tolwegen rijden en passen het tarief toe dat op het wegtype van toepassing is.

Alternatieven

“De markt biedt nu al geïntegreerde oplossingen die de aanschaf van een OBU overbodig maken, zoals een ‘slimme’ tachograaf. Hoewel de regelgeving alternatieve technologie niet uitsluit, lijkt het programma voor de HDA in te zetten op OBU’s. Daardoor committeert de overheid zich voor een tiental jaren aan deze technologie”, schrijft AcICT.

De opbrengst van de vrachtwagenheffing wordt geraamd op 807 miljoen euro, terwijl de totale realisatiekosten van het programma geraamd zijn op 400 miljoen.