Justitie VS volgt IT-industrie op de voet
Voor wat betreft de ICT-sector heeft IBM Corporation sinds de jaren zestig allerlei antitrustzaken voor de kiezen gekregen.
Microsoft Corporation werd na jarenlange onderzoeken die begonnen in 1991, drie jaar geleden door het ministerie van Justitie voor de rechter gedaagd. De uitkomst is genoegzaam bekend. Het bedrijf werd zowel in eerste instantie als in hoger beroep zonder enige twijfel schuldig bevonden aan ongeoorloofde mededinging, waardoor allerlei betrokkenen schade hebben geleden. Over de vorm en hoogte van de schadevergoeding onderhandelen advocaten van partijen bijna dagelijks. Als de resterende negen staten er met Microsoft uitkomen, moet de rechter de schikkingen vervolgens goedkeuren.
Bill Gates zegt in zijn eerste verhoor in de rechtszaak dat zware sancties slecht zijn voor zowel consument als pc-industrie. Daar draait het in het nogal ingewikkelde mededingingsrecht inderdaad om, maar niet onbelangrijk is het antwoord op de vraag uit welke hoek de politieke wind waait. Recht en politiek zijn in de Verenigde Staten veel meer met elkaar verweven dan in de meeste Europese landen. Allereerst omdat de magistratuur door de politiek benoemd wordt. Ten tweede speelt mee dat de politieke kleur van de rechters en vooral raadsheren (in de gerechtshoven en de Supreme Court) openbaar is.
Ook softwareproducent Computer Associates International voelde tot vorige week de hete adem van het Department of Justice in de nek. Onderwerp van onderzoek betrof de overname van Platinum Technology International in 1999. De zaak werd in september 2001 aangespannen en heeft betrekking op procedureregels die CA bij de acquisitie mogelijk zou hebben geschonden.
In een civiele procedure vorderde Justitie ruim 1,25 miljoen dollar boete van het softwarebedrijf uit Islandia in de staat New York. De dagvaarding stelde dat CA zich niet aan de verplichte ‘pre-merger’ wachttijd heeft gehouden en tevens een zogenoemde prijsvaststellingsregeling heeft overtreden door met Platinum af te spreken dat het bedrijf tijdens de wachtperiode slechts in beperkte mate kortingen mocht geven.
Deze zaak werd onverwachts vorige week woensdag geschikt. De eerste reacties op de grote gebruikersbijeenkomst CA World 2002 in Orlando, Florida zijn positief. Rechtszaken vragen immers veel tijd, energie en geld. Een van de voorwaarden van schikking tussen partijen betreft de betaling van 638 duizend dollar door Computer Associates aan de Amerikaanse overheid. Voor de goede orde: zonder vaststelling of erkenning van verwijtbaar gedrag van de zijde van CA of Platinum.
Twee weken eerder bleek echter dat het ministerie van Justitie ook nog een andere aankoop door Computer Associaties onder de loep nam. De Amerikaanse online-krant Newsday (www.newsday.com) had namelijk ontdekt dat Justitie tegelijkertijd met het begin van het Platinum-onderzoek - dus september vorig jaar - de ogen richtte op CA’s tot nu toe laatste acquisitie, die van Sterling Software in maart 2000. Aldus een artikel van 15 april jongstleden. Twee dagen later maakte Computer Associates bekend dat Justitie in dit dossier geen actie onderneemt tegen het softwarebedrijf en het dossier sluit. Er zijn dus geen onregelmatigheden geconstateerd.
Naast antitrust-perikelen gaat het op dit moment om - juridische - acties die speciaal betrekking hebben op de informatievoorziening van beursgenoteerde bedrijven. Die worden om deze reden steeds voorzichtiger met het verstrekken van informatie. Disclaimers (vrijwaringen) van 300 woorden of meer aan het einde van persberichten houden zoveel slagen om de arm dat de lezer zich afvraagt welke waarde hij aan de informatie kan toekennen. “In addition to the historical information presented, certain statements in this release may constitute ‘forward-looking statements’ that involve risks and uncertainties. Actual results could differ materially from those projected or forecasted in the forward-looking statements.” Straks doen bedrijven er gewoon het zwijgen toe.