Gates wordt parttimer bij Microsoft
Op de zakelijke mores die Gates en de zijnen bij de uitbouw van het bedrijf hanteerden, is veel kritiek gekomen; uiteindelijk leidde dat zelfs tot een clash met de Amerikaanse en Europese marktautoriteiten en een veroordeling in Europa. Die uitgekooktheid van Gates in zaken is echter niet zijn enige kwaliteit:
Slagvaardigheid
In den beginne was er … IBM. Het toen veruit grootste computerbedrijf ter wereld was op zoek naar software voor de personal computer die het op de zakelijke markt wilde introduceren. Als programmeertaal viel de keuze op de Basic-variant van het bedrijfje Microsoft. Microsoft begon als één van de eerste bedrijfjes te ontwikkelen voor de 8086-processor van Intel, en die processor had IBM (zij het als de goedkopere 8088) verkozen tot hart van zijn PC.
Als besturingssysteem leek CP/M het meest in aanmerking te komen. Dat was dominant op de toen nog door hobby-apparaten gedomineerde markt. Daarvan was echter nog geen variant voor de 8086-architectuur gereed. Bovendien kon IBM het niet eens worden met Gary Kildall van Digital Research, die aan de basis stond van CP/M, over overdracht van de rechten op de software.
In die impasse greep Gates zijn kans: hij beloofde IBM voor een oplossing te zorgen, hoewel hij die op dat moment niet in huis had. Gates kocht – naar verluidt voor 50.000 dollar – de rechten op Q-Dos, een besturingssysteem dat Tim Paterson naar analogie van CP/M ontwikkelde – volgens sommigen kopieerde – voor 16 bits-processors. Die versie werd in samenwerking met programmeurs van IBM ontwikkeld tot PC Dos 1.0. Handig genoeg bedong Gates in de onderhandelingen met IBM, dat zijn bedrijf daarvan een eigen variant op de markt mocht brengen voor machines met 8086-processor: dat was de geboorte van MS-Dos en van het fortuin van Microsoft.
Marketinginzicht
Om te slagen in softwareland moet je het beste product hebben met de grootst mogelijke ontwikkelgemeenschap tegen de laagste prijs. Maar Gates zag scherp dat je niet alle drie doelen tegelijkertijd hoeft te vervullen. Daarvan gaf hij een staaltje ten beste bij de verkoop van Dos aan IBM. Gates verkocht IBM de licentie op Dos tegen een relatief lage prijs. Hoe handig dat was, bleek bij de introductie van de IBM PC. Daarbij bood IBM namelijk drie besturingsystemen aan. Het UCSD Pascal P-system, CP/M – dat nog niet direct beschikbaar was – en PC Dos. Het eerste kostte 450 dollar, CP/M stond voor 175 dollar in de prijslijst, en PC Dos kon men voor 60 dollar bemachtigen.
Het prijswapen zou Microsoft later met succes hanteren bij de verovering van de markt voor kantoorapplicaties. Op het gebied van tekstverwerkers en spreadsheets wist Gates sterke concurrenten als WordPerfect en Lotus uit het zadel te wippen ondanks dat die veel betere producten verkochten. Met dezelfde formule: een veel goedkoper product dat misschien niet meteen excellent, maar wel functioneel voldoende goed is. Daarmee kreeg Microsoft voldoende omzet om door te groeien en kweekte het bovendien een loyale gebruikersbasis.
Leiderschap
Menig bedrijf loopt juist in de groeifase op de klippen. Microsoft heeft die klippen met succes weten te omzeilen en dat mag met name Gates op zijn conto schrijven.
Eén van die uitdagingen lag besloten in de enorme groei die het bedrijf doormaakte, niet alleen in financiële zin, maar ook in aantallen medewerkers. Dankzij het contract met IBM groeide Microsoft in korte tijd van een man of zestien naar tachtig medewerkers, en dat was nog maar het begin. Medio 1997 telde het bedrijf al 22.000 medewerkers, en vorig jaar was de teller al opgelopen tot 78.500.
Gates kon als werkgever naar verluidt behoorlijk scherp uit de hoek komen. Toch wist hij mensen ook aan zich te binden. Zo wist Gates een groot deel van het kader dat in de loop van de jaren negentig miljonair werd met zijn aandelen Microsoft, lange tijd voor het bedrijf te behouden. Opmerkelijk is ook dat hij kennelijk op goede voet bleef met Tim Paterson. Paterson werkte niet alleen mee aan de vervolmaking van Q-Dos, maar kwam later nog twee keer terug bij Microsoft.
De grootste uitdaging kwam in 1995 op Gates’ pad, toen Microsoft de internetboot gigantisch dreigde te missen. Terwijl het bedrijf nog stug vasthield aan de ‘offline-wereld’ en aan de verkoop van softwarepakketten als winstmotor, surften miljoenen pc-gebruikers al over het prille World Wide Web met browsers van nieuwkomers zoals Mosaic en Netscape.
Gates slaagde erin zijn bedrijf nog net op tijd een U-bocht te laten maken. In allerijl ontwikkelde het bedrijf in 1995, op basis van het van Mosaic gelicentieerde Spyglass, een eigen browser. Microsoft maakt zelfs een knieval naar aartsrivaal Sun Microsystems met de aankondiging een licentie op diens programmeertaal Java te willen nemen.
Vrijgevigheid
Samen met zijn vrouw stichtte Gates de “Bill and Melinda Gates Foundation”, bedoeld om geld te geven aan goede doelen. De giften gaan vooral naar de derde wereld en hebben betrekking op medische onderwerpen. Zo is geld vrijgemaakt voor het onderzoek naar polio en aids en voor oogoperaties voor kansarme kinderen. Maar ook gaat geld naar projecten waar de farmaceutische industrie geen brood in ziet, zoals het bestrijden van de ziekte leishmaniasis, een infectieziekte die wordt overgedragen door zandvliegen, en het zoeken naar een vaccin voor malaria. Eind 2007 had de stichting al 38,7 miljard dollar geschonken aan goede doelen. De Bill and Melinda Gates Foundation is daarmee de grootste sponsor van onderzoek naar ziekten die vooral de armen treffen.
Een carrière om van te dromen
Vandaag doet Bill Gates afstand van zijn doorslaggevende stem bij beleidsbeslissingen, nadat hij in 2000 de dagelijkse leiding over Microsoft al in handen van Steve Ballmer legde. Gates begon zijn imperium met het programmeren voor minicomputers. Op het moment dat zijn carrière een beslissende wending nam – het contract voor het besturingssysteem van de IBM PC – telde Microsoft 35 man. 33 jaar later, is Microsoft één van de grootste bedrijven ter wereld, met 51 miljard dollar omzet en 78.500 werknemers in 2007.
Bill Gates zelf gold jarenlang als de rijkste persoon ter wereld. Dit jaar zakte hij met een vermogen van 58 miljard dollar na dertien jaar lijstaanvoerderschap af naar een derde plaats op de ranglijst van Forbes, dankzij de daling van de beurskoersen en zijn activiteiten op filantropisch gebied.