Adobe’s AIR belooft desktopjuweeltjes
AIR is de nieuwe naam voor Apollo.
Het staat voor Adobe’s programmeergereedschap Integrated Runtime en is, oh toeval, precies het omgekeerde van de applicaties die ermee gebouwd worden, Rich Internet Applications, maar dan voor de desktop. Het bedrijf presenteerde op verschillende beurzen in oktober de eerste succesvolle AIR-applicaties. Het hoopt nu dat ontwikkelaars de software development kit (SDK) omarmen en gebruikers de kleine webapps net zo gewoon gaan vinden als de pdf-lezer en Flashspeler.
Er is meer dan voldoende belangstelling uit Nederland, zegt Daniel Dura, een van Adobe’s pleitbezorgers voor AIR. Dura was een van de sprekers op J-Fall, de najaarsbijeenkomst van de Nederlandse Java User Group afgelopen oktober. “Ik ben al vaker verrast over het enthousiasme waarmee Nederlandse programmeurs zich op nieuwe methoden storten. Dit soort bijeenkomsten is relatief klein, maar zeer intensief.”
Dura hoeft dan ook weinig moeite te doen om de aanwezige programmeurs te enthousiasmeren. “Wij scheppen geen hype, dat doen de ontwikkelaars zelf.” Adobe komt met AIR min of meer bij toeval op het juiste moment, denkt hij. “Het overkomt ons. Ontwikkelaars willen dit soort rijke desktopapplicaties al een tijdje bouwen. Wij geven ze als een van de eerste de mogelijkheid.” Adobe is inderdaad niet de enige. Microsoft komt met zijn Flashtegenhanger in het vaarwater van AIR en Mozilla. Het open-sourceverband dat verantwoordelijk is voor de Firefox-browser, heeft zich inmiddels ook op het browser/desktopprobleem geworpen. Mozilla zegt in een blog een aantal experimenten te zijn begonnen om de kloof in gebruikerservaring tussen web- en desktopapplicaties te overbruggen. Daarbij zegt Mozilla nadrukkelijk ‘geen bedrijfseigen technologie als AIR of Microsoft Silverlight’ te willen imiteren, maar desktopapplicaties puur als uitbreiding van het browserplatform te zien.
Webapplicatiebouwers zijn in een handomdraai met AIR aan de slag, vertelt hij. “Voor het omzetten van een Javascript tot een AIR-desktopapplicatie zijn iets van vijf stappen nodig, en het kost nog geen tien minuten tijd.”