Commentaar
AUTEUR: Bas Linders Met de ondertekening van het bestuursakkoord door minister Pechtold, de VNG, IPO en de Unie van Waterschappen is de weg vrij voor het verder uitrollen van de ‘backbone’ van de elektronische overheid. Nu Pechtold erin is geslaagd om bij zijn collega Zalm de benodigde 33 miljoen extra los te peuteren is er geen belemmering meer om fors door te werken aan projecten als DigiD, e-formulieren, het Burgerservicenummer, de elektronische identiteitskaart en de Gemeentelijke Basisadministratie. Al met al een bouwwerk dat in zijn samenhang de basis neerzet voor een slimmere dienstverlening van de overheid. Zowel daar waar het gaat om het onderlinge verkeer als dat met burgers en bedrijven. Het maakt ook een eind aan de aarzelingen bij (kleinere) gemeenten om con amore aan de ontwikkeling mee te werken. Daarmee ligt een lange periode van ambtelijk getouwtrek definitief achter ons. Het tot stand brengen van de e-overheid gaat nu een volgende fase in. In zijn toespraak op de Digitaal Bestuur Conferentie wees minister Pechtold op de facetten die daarbij een belangrijke rol spelen. "Een betere kwaliteit van de dienstverlening is geen ICT-probleem. De techniek is er. Het draait om bestuurlijke inspanning. Een inspanning om techniek aan oplossingen te verbinden. Succesvolle gemeenten benaderen ICT als een beleidsvraagstuk. En niet als een technisch bedrijfsproces." Die oproep van de minister moet zijn werkelijke vertaling nog krijgen. Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat in alle EU-landen, ook in Nederland, de inzet van ICT door de overheid hoofdzakelijk wordt geïnspireerd door de verwachting dat er besparingen mee kunnen worden geboekt. Daar is natuurlijk op zich niets tegen, maar soms zijn ICT-investeringen ook nodig om zaken makkelijker te maken voor de klant en niet in de eerste plaats goedkoper voor de dienstverlener. Ook op die wijze is ICT een belangrijk hulpmiddel om de overheid moderner te maken.