Compromis sneller draadloos netwerk voorkomt tweespalt
De zogeheten Task Group G voor draadloze netwerken binnen de IEEE moest de knoop doorhakken over concurrerende voorstellen van de fabrikanten Texas Instruments en Intersil, dat vorig jaar het Nederlandse bedrijf No Wires Needed overnam. Eerder waren al twee andere voorstellen afgevallen. Het plan van Intersil kreeg de meeste stemmen, maar niet de vereiste 75 procent om direct te worden aanvaard. Uiteindelijk is besloten tot een compromis waarbij elementen uit beide voorstellen in de nieuwe 802.11g-standaard zijn opgenomen. Tot dat moment dreigde het gevaar dat er verschillende leveranciergebonden oplossingen voor Wireless Local area networks (WLan’s) zouden komen. Op dit moment is 802.11b de meest populaire standaard voor draadloze netwerken. Deze technologie, die gebruik maakt van frequenties in de 2,4 gigahertz-band, laat snelheden tot 11 megabit per seconde (Mbps) toe. Producten die aan de 802.11b-norm voldoen, zijn voorzien van het WiFi-logo. Daarnaast bestaat er ook de reeds aanvaarde IEEE 802.11a-standaard, die net als de toekomstige standaard 802.11g een bandbreedte van maximaal 54 Mbps toestaat. Deze standaard werkt echter in de 5 GHz-band, waardoor de netwerkadapters en basisstations niet uitwisselbaar zijn met producten die voor 802.11b zijn gemaakt. Compatibel De in de IEEE aanvaarde g-variant is wel compatibel met de bestaande b-variant. De door beide technologieën gebruikte 2,4 GHz-frequentieband wordt ook voor andere toepassingen (magnetrons, Bluetooth, draadloze telefoons) benut. Daarmee is tegelijk een nadeel van 2,4 GHz genoemd: door het intensieve gebruik dreigen schaarste en storingen. Zo komt de minder drukke 5 GHz-band toch weer in beeld. Adviesbureau Gartner Group meent zelfs dat 802.11a nog steeds de meeste kans maakt om in 2003 tot de favoriete standaard voor snelle WLan’s uit te groeien. De standaard in wording maakt net als de bestaande 54 megabit-standaard gebruik van de zogeheten OFDM-technologie. Ronald Brockmann, directeur Systems Architecture bij Intersil in Bilthoven: “Die afkorting staat voor Orthogonal Frequency Divison Multiplexing. Het is een techniek waarbij je niet slechts één draaggolf maar meerdere draaggolven tegelijk gebruikt. Dat heeft bepaalde voordelen voor breedbandige toepassingen.” Volgens Brockmann maakt de uiteindelijk gekozen aanpak veel hogere snelheden mogelijk op de 2,4 gigahertz-band. “Daardoor kun je makkelijker producten maken die ook werken met de populaire 802.11b-norm, waarvan al meer dan tien miljoen apparaten in het veld staan. Het gebrek aan uitwisselbaarheid met 802.11a zorgt nu voor veel verwarring.” Brockmann verwacht dat fabrikanten op termijn ‘dual-band’ producten zullen ontwikkelen die alle drie de standaarden ondersteunen. Gartner betwijfelt overigens dat Intersil en Texas Instruments chipsets zullen ontwikkelen die de modulatietechnieken van de concurrent ondersteunen, vanwege het ‘not invented here’-syndroom. Een voordeel van 802.11g is weer dat de fysieke eigenschappen van de 2,4 GHz-band ten opzichte van 5 GHz gunstiger zijn. De actieradius is naar schatting twee keer zo groot en de radiogolven dringen gemakkelijker door muren en andere obstakels. Een derde voordeel van het gebruik van 2,4 GHz voor hogere snelheden is dat deze frequentieband door overheden over de hele wereld is vrijgegeven. Brockmann: “Hierdoor kan 802.11g straks probleemloos in Europa worden gebruikt. Met 802.11a is dat nog niet zo.” De Nederlandse vestiging van Intersil, het voormalige No Wires Needed, was nauw betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe 54 megabit-technologie. “Wij ontwikkelen in Bilthoven voor Intersil de MAC-technologie (Media Access Layer), dat wil zeggen de netwerkprotocollen. Dat is voor de 802.11g-standaard heel belangrijk, omdat je de kenmerken van 802.11a en 802.11b samenbrengt binnen één netwerk. Op dat punt is er zeker inbreng vanuit Nederland geweest”, beaamt Brockmann.