De metamorfose van András István Gróf
Die vluchtpoging echterbracht hem na een lange omzwerving tot in Amerika. Daar kon de bijzonder veelzijdige, zonder meer briljant te noemen Gróf studeren en zijn talenten tot ontwikkeling brengen. Het heeft overigens niet veel gescheeld of Gróf had gekozen voor een baan in de journalistiek, al leek hem dat bij nader inzien toch een net iets te grillig vak voor hem. En voorwaar, hij had ook nog voor de literatuur gekozen kunnen hebben, want deze rokkenjagende minnaar en kenner van opera en bellettrie kan nog verdomd aardig schrijven ook.
Computerchips
Maar vermoord is Gróf niet en ook heeft hij geen carrière gemaakt in de schone letteren. Gróf heeft zich integendeel getransformeerd van een gevangene van het Hongaarse communisme tot de Amerikaan Grove die thans, samen met Bill Gates en Steve Jobs, beschouwd wordt als één van de belangrijkste iconen van de pc-industrie. Grove heeft zich niet enkel tot Amerikaan laten naturaliseren. Als scheikundige heeft hij zich tevens weten te metamorfoseren tot een manager van formaat. Het zijn niet de legendarische oprichters van Intel, te weten Robert Noyce en Gordon Moore, die Intel in goede banen wisten te leiden. Die prestatie moet op het conto geschreven worden van employee nummer drie, die als geen ander het belang inzag van goed management.
Het is die Andy Grove die de voor Intel zo belangrijke beslissing nam om het bedrijf om te turnen van de belangrijkste en meest succesvolle producent van DRAM-geheugens ooit die het bedrijf destijds was tot de gigant in computerchips die het bedrijf nu is. Die beslissing was, zo mogen we uit deze biografie afleiden, allerminst evident. Het is ook een beslissing die wellicht nooit was genomen door Noyce en of Moore, omdat die er nooit de moed voor hadden opgebracht. Het is bovendien een beslissing die Grove wel durfde te nemen op een moment dat nog lang niet duidelijk was dat de personal computer de maatschappelijke revolutie zou gaan veroorzaken die hij veroorzaakt heeft.
De biografie van Andy Grove, van metamorfose tot metamorfose, is een rijk gestoffeerd verhaal geworden met uitstekend en uiteenlopend bronnenmateriaal, gaande van de jaarverslagen van Intel tot en met de persoonlijke notities die Grove in de loop der jaren van zijn werk bij Intel heeft gemaakt. De biograaf moet ook dankbaar gebruik hebben kunnen maken van de gesprekken die hij met Grove heeft kunnen voeren. De vertrouwensband tussen de biograaf en het onderwerp van diens biografie moet hoe dan ook groot geweest zijn. Grove liet de goede man zelfs snuffelen in diens familiefotoalbums. Levert dat een al te geflatteerd portret op? Het spreekt haast voor zich dat Tedlow, de biograaf, zijn bewondering niet onder stoelen of banken steekt. Dat blijkt in dit geval niet echt een bezwaar te zijn. Aangezien Tedlow ondanks alles toch voldoende kritische distantie weet op te brengen. Zo schrijft hij Grove een ‘merkwaardig effectieve agressiviteit’ toe, die soms ‘grenst aan pure wreedheid’. Hoe dan ook, het voornaamste bezwaar is dat deze biografie van Andy Grove veeleer een biografie van Grove én Intel of misschien meer nog van Intel is dan van Grove alleen. Robert Noyce, de net niet met een Nobelprijs voor fysica bekroonde uitvinder van het geïntegreerde circuit, moet ooit gezegd hebben: ‘Laat je niet overmannen door de geschiedenis. Sta op en doe iets wonderbaarlijks.’ Het is dat devies, zo blijkt, dat Grove waar gemaakt heeft, lang voordat het hem gegeven werd. En dat verdient een gedegen biografie. Het is die biografie die Richard S. Tedlow geschreven heeft.
Luc van Peteghem
Richard S. Tedlow, Andy Grove, The Life and Times of an American, 568 pagina’s, Uitgeverij Portfolio (Penguin Group), ISBN 1 59184 139 9, € 29,95
Standaardwerk
Het Handboek Digitale Fotografie & Beeldbewerking van Frans Barten heeft het pleit als hoofdtitel van deze maand maar net verloren van de biografie van Andy Grove hiernaast. Zijn handboek heeft de allure van een standaardwerk dat nog lang kan meegaan. De geboden informatie is technisch. Vreemd is dat niet. Fotografie is ook digitaal geen vrijblijvende aangelegenheid voor een fotograaf die zichzelf serieus wil nemen, maar vergt, voor wie het vak met verve wil uitoefenen, een vrij grondige kennis van zaken. De lezer van dit boek weet zeker dat hij – nadat hij het boek heeft doorgenomen – met kennis van zaken kan spreken over digitale fotografie, alsook dat hij zijn opgedane kennis in pricipe vlot moet kunnen omzetten in de praktijk.
Frans Barten, Handboek Digitale Fotografie & Beeldbewerking (inclusief cd-rom), 320 pagina’s, Uitgeverij Focus Publishing, ISBN 90 72216 89 X, € 42,50
Photoshop voor beginners en gevorderden
Stephen Johnson toont zich in zijn lijvige, prachtig uitgegeven boek over digitale fotografie allesbehalve een vrijblijvend theoreticus, maar vooral ook een begenadigd fotograaf met een verbluffende staat van dienst. Zijn werk als landschapsfotograaf maakt deel uit van de vaste collectie van het J. Paul Getty Museum. Johnson geeft ook les aan Stanford University en adviseert bedrijven à la Adobe Systems, Eastman Kodak, Hewlett Packard en Apple Computer. Heeft een mens meer referenties nodig? Technisch gezien gaat Johnson uit van Adobe Photoshop, de dé facto standaard voor digitale fotografiebewerking. Interessant voor beginners en gevorderden. Meer studietechnieken vindt de fotograaf terug in de Photoshop Klassiekers van Scott Kelby, eveneens een zeer toonaangevend fotograaf en lesgever. Zijn boek is gebaseerd op zijn column in Photoshop User en gaat uit van Photoshop 7, CS en CS2 of hoger. Voor de goede orde: het gaat hier om een Nederlandse vertaling. Voor beide boeken evenwel geldt het bezwaar dat zulke prachtuitgaven eigenlijk een harde kaft verdienen.
Stephen Johnson, On Digital Photography, 306 pagina’s, Uitgeverij O’Reilly Media, ISBN 0 596 52370 X, € 35,90
Scott Kelby, Photoshop Klassiekers, 360 pagina’s, Uitgeverij New Riders, ISBN 90 530 1290 4, € 39,95
Tweede generatie
Op dit moment heeft de eerste generatie boeken over digitale fotografie ramsjstatus verworven. Daar zijn zonder meer interessante koopjes bij, die hier evenwel onbesproken blijven. Tot de tweede generatie beginnen nu ook titels te behoren die exclusief gewijd zijn aan één enkel type camera. Daaruit mag worden afgeleid dat schrijver en uitgever overtuigd zijn dat de houdbaarheidsdatum van deze camera’s minimaal een boekenleven meegaat. Bij Easy Computing verscheen in Nederlandse vertaling één uitstekende titel over de Canon Eos 350D. Kopers van dit markante fototoestel zullen hun toestel niet snel vervangen. Maar wellicht dat die te zijner tijd wel overstappen op Windows Vista. Terwijl dit boek ten eeuwige dage uit zal gaan van het idee dat u een gebruiker bent van Windows XP. Afgezien van dit ene verouderingsprobleempje bewijst deze zeer praktische georiënteerde uitgave met verve dat er buiten de handleiding van de cameraproducent om nog veel hoogwaardige informatie te rapen valt. Van dezelfde auteur verscheen overigens een vergelijkbare titel over de NikonD50.
Christian Haasz, Digitale Fotografie Canon Eos 350D, 318 pagina’s, Uitgeverij Easy Computing, ISBN (10) 90 456 4087 2, ISBN (13) 978 90 456 4087 7, € 39,95
Christian Haasz, Digitale Fotografie Nikon D50 , 320 pagina’s, Uitgeverij Easy Computing, ISBN (10) 90 456 4088 0, ISBN (13) 978 90 456 4087 7, € 39,95