De peiling Stemmen uit de huiskamer?
“Iedere praktische beperking die er toe kan leiden dat mensen niet gaan stemmen en die je met techniek kunt wegnemen zou de overheid met beide handen aan moeten grijpen. Online-stemmen is er daar een van”, zegt bijvoorbeeld de heer J. van Wijngaarden. “Ik ga ervan uit dat mensen die uit gemakzucht niet stemmen in de minderheid zijn, maar denk ook aan ouderen, mensen die moeilijk ter been zijn, Nederlanders die tijdelijk in het buitenland zijn of wonen et cetera. Met internet ligt het stemhokje voor deze mensen naast de deur.” De heer J.L. Rietmann is ook geporteerd van online stemmen. “Online stemmen zal de opkomst van kiezers bevorderen”, verwacht Rietmann, die daarbij opmerkt dat de ontwikkeling op ICT-gebied bij de overheid geen gelijke tred houdt met de stand van de technische ontwikkeling. Degenen die online-stemmen geen gemis vinden zijn in de minderheid. Ze zijn echter wel veel stelliger in hun mening. De heer R.A.G. Broese van Groenou ziet bijvoorbeeld niet in waarom het een bezwaar zou zijn naar het stembureau te lopen: “Het is mijns inziens een burgerplicht om te stemmen voor wie wil leven en wonen in een vrij en democratisch land.” Broese van Groenou vraagt zich af of iedereen wel zonder invloed van derden zou kunnen stemmen. De heer E. Schooltink vindt het om vergelijkbare redenen niet erg, niet online te kunnen stemmen. “Zolang online-stemmen niet gewaarborgd kan worden qua continuïteit, beschikbaarheid en veiligheid is dit geen goed middel.” De heer M. Abdulrazak ligt ook niet wakker van het gemis aan mogelijkheden om online te stemmen. Hij vindt dat de regering hier eigenlijk ook geen tijd en geld in moet steken: “De regering is hier al mee bezig, maar het is niet zo makkelijk als de meeste mensen denken. Het systeem moet honderd procent betrouwbaar en veilig zijn en aan de eisen van de kieswet voldoen. Om dat te garanderen is er veel geld en inspanning nodig, die beter voor andere (belangrijkere) zaken gebruikt kunnen worden.