De stambomen groeien op het net
Het aantal programma’s voor het bijhouden van stamboomgegevens is zeer groot. De website van het Centraal Bureau voor Genealogie geeft een lijst van elf pakketten. Op de Genealogie Startpagina staan er al zestien. “Ik zeg maar zo, zoveel mensen, zoveel meningen. Vandaar dat er zoveel verschillende programma’s bestaan. Het ene werkt onder Dos, andere onder Windows en elke pakket heeft zijn eigen schare trouwe gebruikers. Mensen raken gewend aan hun programma en ze zweren daarbij. Ze zullen ook maar moeilijk overstappen op een ander pakket”, aldus Herman de Wit. Hij heeft samen met Hein Vera een genealogisch portaal op internet gesticht. Achter dit domein, www.geneaknowhow.net, staat een verzameling sites die voor stamboomvorsers van belang kunnen zijn. “Zo hebben we gecomputeriseerde cursussen die worden aangeboden via de deelsite GeneaLokaal. De cursus paleografie, oud schrift, is al door duizenden mensen gedownload”, zegt De Wit. Veelgestelde vragen over genealogie worden op een eigen site gepresenteerd inclusief de antwoorden. Volgens de Archiefwet moet ieder overheidsarchief in beginsel openbaar zijn, met eventueel beperkingen als de veiligheid of de privacy van personen in het geding komt. Voor persoonsgegevens gelden bepaalde termijnen, zoals 100 jaar voor geboortegegevens, 75 jaar voor huwelijksakten en 50 jaar voor overlijdenspapieren. Om in een gigantische hoeveelheid familiegegevens een zoektocht uit te voeren, is behoefte aan een goede ontsluiting. Dat wil zeggen een index op de gegevens, waarin snel opgezocht kan worden welke akten van belang zijn. Er bestaan papieren indexen, de zogeheten tien- en éénjarige tafels, die een alfabetisch overzicht geven van geboorten, huwelijken en overlijdens. Wie aan de hand van die lijsten familieonderzoek wil doen, zal dus lijfelijk naar een archief moeten gaan. Een medium als internet biedt een mogelijkheid om de gegevens op afstand te doorzoeken. Voorwaarde is wel, dat een gedigitaliseerde variant van de gegevens voorhanden is. Er komen op internet steeds meer van die archiefbronnen beschikbaar. Er zijn speciale sites, waar verzamellijsten beschikbaar worden gesteld, zodat een onderzoeker vanuit een enkel startpunt veel bronnen kan raadplegen. Het Ryksargyf te Leeuwarden begon in 1996 met een eigen website. Siem van der Woude is hoofd dienstverlening van het Ryksargyf: “Het basisconcept is gelegd door een stagiair van de HEAO, die er een maand of drie, vier mee bezig is geweest. Als eerste hebben we de akten van naamsaanneming uit 1811 gedigitaliseerd en op de site gezet. Dat zijn de akten waarbij mensen zich vastlegden op het gebruik van een bepaalde achternaam, zoals verordonneerd door Napoleon.” Tegenslagen In eerste instantie bleef het bij die lijst, aangezien de Rijksarchiefdienst zelf ook plannen had om de aanwezige archieven in Nederland te gaan ontsluiten via internet. Dit werd het zogeheten GenLias-project, een automatiseringsproject dat in de afgelopen jaren is geteisterd door een aantal tegenslagen, hardwarestoringen en andere ongemakken. “Doordat GenLias vertragingen bleef oplopen, heeft het Ryksargyf toch maar besloten, de eigen gegevens te digitaliseren en via internet aan te bieden. We begonnen met het invoeren van de belangrijkste gegevens van de huwelijksaktes. Toen dat klaar was waren de overlijdensakten aan de beurt en tenslotte zijn de geboorteakten ingevoerd”, zegt Van der Woude. De hele automatiseringsplannen kwamen in een stroomversnelling door het evenement Simmer 2000 (Zomer 2000), de grootschalige reünie van Friezen over de hele wereld. Voordat dit feest begon, wilde men alle gegevens in digitale vorm beschikbaar hebben. “Er is toen inderdaad haast achter gezet”, zegt André van Dalfsen, webmaster van het Ryksargyf. Inmiddels staan de geboorte-, huwelijks- en overlijdensaktes, voor zover deze openbaar gemaakt mogen worden, op de website van het Ryksargyf. Daarnaast worden nog andere bestanden langs deze weg aangeboden, waarvan een genealoog veel profijt kan hebben. “Alles bij elkaar hebben we, denk ik, zo’n 400 megabyte online staan. We hebben de bestanden gesplitst in een aantal stukken, anders zouden we teveel gegevens heen en weer laten gaan. Onze provider zou dan een server speciaal voor ons moeten neerzetten”, zegt Van Dalfsen. De gegevens zijn gegroepeerd in dertien regio’s waarin de provincie Friesland is verdeeld. Dat is een fijnere verdeling dan de splitsing in drieën die op de computers in de studiezaal wordt gehanteerd. Momenteel wordt hard gewerkt aan het online brengen van de informatie uit de Doop-, Trouw- en Begraafboeken, waarin door de kerkgenootschappen familiegegevens werden bijgehouden. Van der Woude: “We zitten hier bovenop een ware schatkamer, wij noemen het wel het geheugen van de provincie. Die gegevens moet je op zoveel mogelijk manieren beschikbaar stellen. Je zou kunnen overwegen dat de informatie pas op internet mag komen te staan als deze helemaal foutloos en compleet is. Wij geven echter de voorkeur aan snelheid, de gegevens erop zetten zo gauw ze klaar zijn en eventueel later nog een correctieronde uitvoeren. Helemaal zonder fouten krijg je het toch nooit en als je de beperkte energie opgebruikt voor het zoeken naar mogelijke fouten dan moet ander werk blijven liggen.” De informatie wordt ontsloten door een relatief eenvoudige database. “We maken gebruik van ‘Ask Sam’, waarmee relatief snel en eenvoudig een werkbare database met zoekmechanisme kan worden opgezet. Dat werkt in de praktijk stukken beter dan een volledige relationele database, waarbij ieder veldje benoemd is en waar gewerkt wordt met zeer uitgebreide tabellen. Treedt er bij zo’n supergestructureerde database een klein foutje op, dan loop je de kans dat de hele zaak in de soep draait”, aldus webmaster Van Dalfsen. Het zoekmechanisme van de website is zeer eenvoudig in het gebruik en levert bovendien zeer snel resultaten op. Er is steeds sprake van ‘sub-second response time’, wat wil zeggen dat de gevraagde gegevens binnen een seconde op het beeldscherm verschijnen. Het aantal surfers op de website van het Ryksargyf stijgt haast exponentieel. In 1997 vonden zo’n twaalfduizend gebruikers de weg naar www.ryksargyf.org. Het jaar daarop was het aantal al gestegen tot 24.500, in 1999 kwamen er 55 duizend surfers langs. “Inmiddels hebben we zo’n duizend bezoekers per dag op de website. In de zomermaanden zien we altijd een dip, omdat de mensen dan veelal op vakantie zijn. Iets meer dan de helft van de bezoekers komt uit Nederland, het merendeel van de rest bevindt zich in de VS of Canada. Dat zijn landen waarheen zeer veel Friezen in de loop der tijd zijn geëmigreerd”, zegt Van der Woude. Gezien de grote belangstelling uit het buitenland zou het zinvol kunnen zijn om de site ook in een Engelse versie aan te bieden. Van der Woude: “Daar moeten we toch nog eens stevig over denken. We hebben de taak om de Nederlandse geschiedenis te bewaren en aan te bieden. Dus de nadruk ligt op Nederland.” Veel invoerwerk wordt gedaan door vrijwilligers, die thuis de gegevens van aktes invoeren in de computer en het eindresultaat doorsturen naar het archief. Van der Woude: “Die vrijwilligers, dat is een vaste ploeg waar we erg blij mee zijn. Zij geven een fors deel van hun tijd om oude akten te ontcijferen en het resultaat in de computer in te voeren.” Speurwerk Op wereldschaal zijn het de leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, beter bekend als Mormonen, die veel genealogisch speurwerk verrichten. De familiegegevens worden door hen verzameld, geordend en doorgestuurd naar een centrale bewaarplaats in de Amerikaanse staat Utah. Hier bevindt zich de Family History Library, een centrale opslagplaats van familiegegevens van over de hele wereld. Ook hier bestaat de mogelijkheid om de gegevens via internet te raadplegen. Via de website www.familysearch.org krijgt de surfer toegang tot de gegevensbestanden. Om het uitwisselen van genealogische gegevens via de computer mogelijk te maken, heeft de kerk een speciaal uitwisselingsformaat bedacht, dat de naam Gedcom draagt. Via deze Genealogical Data Communications-standaard kunnen computerprogramma’s met elkaar communiceren. Het merendeel van de genealogische programma’s ondersteunt deze Gedcom-standaard. Via de website van de Mormonen kunnen ook bestanden in Gedcom-formaat worden gedownload. Op die manier komt er direct een complete tak van een familie binnen. De Nederlandse archieven bieden zo’n service niet. “Wat wij leveren is authentiek materiaal. Zou je die gegevens gegroepeerd gaan aanbieden, dan kan al snel de indruk ontstaan dat de geleverde combinatie voor honderd procent juist is. Met andere woorden: dat wij die lijsten hebben gecontroleerd en geautoriseerd. Aangezien er veel mensen rondlopen met dezelfde naam kun je zo heel gauw de fout in gaan. Daarom doet het Ryksargyf dat niet”, zegt Van der Woude. “Er komt ook nog een stukje zekerheid bij kijken. Ik wil graag zelf vaststellen of bepaalde gegevens kloppen. Dat doe je in het archief, direct bij de bron. Er zijn nogal wat onderzoekers die zeer snel conclusies trekken. Ook is de wens soms de vader van de gedachte en worden in familieoverzichten constructies gemaakt die volstrekt niet bewezen zijn, of later zelfs pertinent onjuist blijken”, zegt De Wit. De opkomst van internet en het computerbezit heeft zeker gezorgd voor een groei van het aantal stamboomonderzoekers. Hoe groot die groei is, valt moeilijk te zeggen. Don Arnoldus, beheerder van een genealogische website voor de provincie Noord-Holland, zegt: “Het ledenaantal van bijvoorbeeld de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV) is na de komst van de IT zeker verdrievoudigd, misschien zelfs nog wel meer. Welke invloed internet heeft is moeilijk in te schatten. Het is nu eenmaal onmogelijk om je hele onderzoek via de elektronische snelweg te doen. Er is meer voor nodig, namelijk kennis van bronmateriaal, inzicht in oud schrift, kennis van geschiedenis en vooral het bezoeken van archieven.” Er zijn nog wel mensen die het onderzoek doen met behulp van echte kaartenbakken, maar dat worden er steeds minder. “Ze ontdekken het gemak van de computer, soms zelfs op zeer hoge leeftijd. Het is af en toe aandoenlijk om te zien hoe mensen van 70, 80 jaar oud ‘aan de computer raken’ vanwege hun hobby”, zegt Arnoldus. Door via internet te werken wordt een aantal drempels weggenomen. Arnoldus: “Mensen hoeven dan niet meer zo vaak naar een archief te reizen, wat tenslotte veel kosten met zich meebrengt. De toegang tot het archief is gratis, maar voor velen vormen de tijd en de kosten toch wel een hoge drempel.” Van der Woude: “De archieven moeten voor bepaalde werkzaamheden, bijvoorbeeld het opzoeken, kopiëren en opsturen van een geboorteakte, een vast tarief in rekening brengen. De hoogte daarvan wordt jaarlijks vastgesteld door onze hoogste baas, het ministerie van OC&W.” Veel stamboomonderzoekers staan echter op het standpunt dat ze een leuke hobby hebben en dat die best wat geld mag kosten. Software ontwikkelen via internet Programma’s voor het bijhouden van genealogische gegevens zijn er te kust en te keur. Sommige kosten standaard geld, voor andere pakketten wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd (shareware) en weer andere programma’s zijn gratis (freeware). In die laatste categorie valt het pakket Aldfaer, geschreven door een team dat wordt aangevoerd door Anne van der Ploeg. Hij begon drie jaar geleden met het schrijven van een programma voor het bijhouden van stamboomgegevens. “Het was helemaal niet de bedoeling om zelf zo’n programma te schrijven”, zegt Van der Ploeg. “Ik wilde alleen maar mijn stamboom in kaart brengen en net als vele anderen zocht ik mijn heil op internet. Diverse demo’s werden gedownload, waarbij de Dos-programma’s eigenlijk al meteen afvielen. Met de andere heb ik wat tests gedraaid en daarbij viel op dat er maar weinig gegevens tegelijk op het scherm getoond werden. Als ik een oude tante belde om informatie te krijgen, dan was het meestal zo dat zij honderduit vertelde en ik als een bezetene zat te klikken om alle gegevens in beeld te krijgen. Ondertussen was ik de draad van het verhaal natuurlijk allang kwijt.” Omdat programmeren zijn beroep is, besloot hij zelf dan maar een poging te wagen. Eind vorig jaar was de eerste versie klaar en deze werd op internet gezet. De site aanmelden bij een paar zoekmachines en dan wachten op de dingen die komen gingen. “Binnen een paar dagen werd het programma binnengehaald en het duurde niet lang voordat de eerste op- en aanmerkingen via de mail binnenkwamen. Henk van Drooge was de eerste en het duurde niet lang voordat Christian van der Ven zich meldde. Als medewerker van een gemeentearchief kwam hij met een aantal genealogische punten op de proppen waar ik zelf nooit aan gedacht zou hebben”, zegt Van der Ploeg. Dick de Boer en Jan van der Kroon kwamen er ook bij en met hun vijven brachten zij de nodige wijzigingen aan in het pakket. Een schoolvoorbeeld van teamwork op afstand, in feite, want hoewel ze zeer intensief contact met elkaar hebben is het van een persoonlijke ontmoeting nog niet gekomen. De software is inmiddels toe aan versie 2.2 en er zijn zo’n vierduizend gebruikers. Van der Ploeg: “Helemaal zeker weten we dat niet, want de software is gratis en we bieden de mogelijkheid voor vrijwillige registratie. Die lijst heeft nu een lengte van 3800 mensen. Omdat Aldfaer geen commercieel product is, hoeven we ons ook geen zorgen te maken over concurrentie of marktaandeel. Wel is het heel leuk om te zien dat mensen de software gebruiken voor ingewikkelde stambomen. Sinds versie 2.2 heeft het pakket ook een HTML-module, om er webpagina’s mee te maken.” Handige adressen: http://www.aldfaer.nl http://www.archief.nl/rad/genealogie/ http://www.cbg.nl http://www.geneaknowhow.net http://www.genealogie.hccnet.nl/ http://www.familysearch.org http://www.ngv.nl http://www.ryksargyf.org http://genealogie.pagina.nl/ http://home.hccnet.nl/p.molema/archief.htm http://home.iae.nl/users/pvgool/genweb