EGem van start, als de lust maar geen last wordt
Punt van zorg zijn de meer dan 250 kleinere gemeenten, die om diverse redenen vaak buiten de boot vallen in dit soort trajecten. Het slagen van Egem zal grotendeels afhangen van de communicatie naar álle Nederlandse gemeenten. Dat zijn er meer dan alleen de vijftig grootste gemeenten. Gezien de reacties onder de VIAGleden weet zeker 60 procent van de gemeenten (nog) niet wat Egem is. Laat staan dat deze gemeenten het steunen. De zorg van de VIAG is dan ook dat Egem in de voorgestelde opzet door gemeenten niet echt zal worden ervaren als ‘van de gemeenten’. Opereren vanuit het midden van het land (een van de uitgangspunten in het concept bedrijfsplan) zal daarbij slechts als een positief gebaar worden ervaren. Egem wordt op dit moment door te veel gemeenten gezien als iets van ‘Den Haag’. De afstand tot Den Haag (VNG, BZK, ICTU, Agentschap BPR, enzovoort) wordt door gemeenten vaak als erg groot ervaren. Dat roept ook de vraag op of de mensen die bij Egem werken straks echt weten wat er bij gemeenten speelt. Hoe denkt Egem dat te doorbreken? In het conceptbedrijfsplan wordt aangegeven dat men op basis van detachering mensen uit gemeenten bij Egem wil laten werken. De vraag is of dit haalbaar is: zijn er in de gemeentelijke wereld voldoende goede mensen te vinden die op deze manier een rol kunnen (en willen!) spelen in Egem? Tevens vraagt de VIAG zich serieus af welke functionarissen binnen gemeenten worden aangesproken wanneer het Egem betreft. De VIAG denkt dat de I&Acoördinatoren (Iadviseurs) hierin een cruciale rol zullen moeten spelen. Zij zijn tot op heden één van de weinigen die in de gemeentelijke organisatie het belang van standaardisatie benadrukken en tevens onder de aandacht brengen welke nieuwe mogelijkheden ICT biedt om bijvoorbeeld dienstverlening te verbeteren. Van de vijf actielijnen in het voorlopige bedrijfsplan, ondersteunt de VIAG met name de architecturen en standaarden. Standaard uitwisselingsformaten krijgen in het bedrijfsplan echter veel te weinig accent. Met standaardisatie van basisgegevens (GFO’s) en uitwisselingsformaten wordt het voor gemeenten mogelijk om in de front office, midoffice en backoffice producten van verschillende leveranciers in te zetten met goede mogelijkheden voor gegevensuitwisseling. De lockinsituatie die velen nu ervaren, wordt daarmee veel minder. Wat tot nu toe opvalt is dat het vooral de grotere gemeenten zijn die nu het belang van standaarden inzien. Voor de kleinere gemeenten is dit nog veel minder zichtbaar omdat zij vaak bij één leverancier kopen. Het is daarom de vraag of het zin heeft om bij alle gemeenten te inventariseren welke standaarden ze willen. Egem moet zelf een visie ontwikkelen, bijvoorbeeld op basis van de Legoblokken welke de VIAG reeds in 2000 in haar project de Virtuele Gemeenschap heeft gepresenteerd. Dan wordt zichtbaar welke standaarden van belang zijn. De kern van Egem zit in de activiteiten die voor het collectief van gemeenten worden uitgevoerd. Wat de VIAG betreft zal het bedrijfsplan ook moeten voorzien in het duidelijk benoemen van de jaarlijks op te leveren producten. EGem zal met direct toepasbare producten moeten komen voor álle Nederlandse gemeenten. De tijd van mooie concepten is voorbij en de tijd van implementeren is nu aangebroken. Hierbij kunnen ‘best practices’ van andere gemeenten een goede opstap zijn. Als collectief van de I&Acoördinatoren in de Nederlandse gemeenten verwacht de VIAG dat zij een stevige bijdrage aan Egem kan leveren. De VIAG ziet daartoe veel mogelijkheden. De vraag die nu dus rest is of Egem straks die mogelijkheden ook ziet. Egem moet een lust worden voor alle Nederlandse gemeenten. Met een positief kritische houding van de gemeenten zelf, zal er in de samenwerking met de VNG en BZK voor gezorgd moeten worden, dat het geen last wordt. Johan van der Waal is bestuursadviseur bij de VIAG, de Vereniging van coördinatoren Informatievoorziening en Automatisering in Nederlandse Gemeenten.Bijdragen in de rubriek Opinie staan los van de redactionele opvattingen van AG. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te redigeren en in te korten. Bijdragen voor de rubriek kunnen worden gestuurd aan: ag@wkths.nl onder vermelding van ‘opinie’.