Een kostbare vergissing
Zij hadden hun conflict aangekaart bij hun advocaten. Die wilden aanvankelijk - zoals bepaald was in de toepasselijke Algemene Voorwaarden van de FENIT (2003) - een SGOA-arbitrage aanhangig maken. Bij navraag bleek dat naast de administratiekosten, die te vergelijken zijn met het griffiegeld van de rechtbank, gewoonlijk een voorschot in de ordegrootte van tienduizend euro gevraagd wordt voor het honorarium van de arbiters.
Het conflict ging maar om zo’n 50 mille ‘en dus’ vonden beide partijen de kosten van arbitrage veel te hoog. Mediation zagen zij niet zitten, omdat de zaak voor hen glashelder was. Zij waren allebei van mening dat de rechter hen zonder meer volledig in het gelijk zou stellen. Daarom besloten zij de gang naar de gewone rechter te maken.