‘Enterprise service bus’: applicatieintegratie zonder ballast
Gartner voorspelde al eind 2002 de opkomst van deze manier van integreren. De behoefte groeit aan een ‘service oriented architecture’ (SOA), waarin stukken software via webdienstenstandaarden als SOAP en WSDL flexibel aan elkaar te knopen zijn. Maar die standaarden alleen zijn daarvoor niet genoeg, zegt Gartner. De enterprise service bus combineert die standaarden echter met een asynchroon messagingsysteem op Javabasis, de transformatie van boodschappen (in XML) en een op de inhoud van die boodschappen gebaseerd routeringssysteem. Volgens David Chappell, ‘technologieevangelist’ van Sonic Software, een dochter van Progress, heeft zijn bedrijf de term ‘enterprise service bus’ uitgevonden. "Gartner heeft het van ons overgenomen", zegt hij. Sonics in mei geïntroduceerde Sonic ESB 5.0 is echter het eerste product dat de naam ook werkelijk draagt daarvoor heette de integratiesoftware nog SonicXQ. Dat product was onder andere het resultaat van een samenwerking in 1999 met de klanten CommerceOne en GE Global Exchange, twee verzorgers van onlinemarktplaatsen. Chappell: "Het moest via internet werken, veilig zijn en schaalbaar zijn. Wat we uitvonden is dat dezelfde eisen die toen gesteld werden soms moet je duizenden applicaties verbinden in de context van een wereldwijd integratieweefsel nu de hoeksteen van de ESB zijn." Het ‘bus’principe ligt voor de hand, vindt Chappell. "Het is net als bij pc’s. Als je maar aan bepaalde standaarden voldoet, kun je inpluggen." Lage kosten De leveranciers van ESB’s zullen vooral wijzen op de lage kosten. Gartner noemt als voorbeelden Software AG, Spiritsoft, Kenamea en Sonic Software. Ze zijn in ieder geval een eenvoudig alternatief voor complete integratiebrokersuites zoals die van IBM (WebSphere Integration Platform), Microsoft (BizTalk) en WebMethods (Integration Platform). Die complete suites zijn voor veel bedrijven ‘overkill’ voor te veel geld, meent Gartner. ESB’s zijn vooral geschikt voor projecten waarbij een flinke hoeveelheid nieuwe code in gebruik wordt genomen, waarbij de integratie met standaardapplicaties en legacysystemen minder belangrijk is. Ook voor bedrijven die voorzichtig willen beginnen met een integratietraject is de ESB een goed vertrekpunt. Gebruik een ESB ook vooral om te integreren in omgevingen met uiteenlopende applicatieservers, zoals die van Microsofts.Netraamwerk en Javaservers als IBM WebSphere en WebLogic van BEA, zo raadt Gartner aan. Chappel legt de nadruk op het gedistribueerde karakter van Sonics integratiesoftware. "Belangrijk is ons gebruik van zogeheten gedistribueerde servicecontainers. Zie ze maar als een proces dat een stuk van een integratiebrokerfunctionaliteit kan herbergen. Zo’n gespecialiseerde servicecontainer kan bijvoorbeeld enkel een XSLTtransformatie inhouden, die zorgt voor het vertalen van het ene XMLdialect in het andere. Of het bevat een adapter voor een applicatie volgens de J2EE Connector Architecture standaard." Bij de traditionele benadering van centrale integratiebrokers krijgt de gebruiker adapters, datatransformatie, routing en connectiviteit. Sommige oplossingen zijn gebouwd rond een integratiebroker en andere zijn gebaseerd op een applicatieserverplatform. "Ze zijn monolithisch van aard. Dus een volledige integratiebroker aanschaffen die dient als container voor een adapter die toegang geeft tot een ERPsysteem is natuurlijk veel te veel. Je moet niet meer hebben dan een ESBservicescontainer die zelf de adapter bevat. De transformatiefunctionaliteit die nodig is om te communiceren met dat ERPsysteem kan op hetzelfde systeem zijn geïnstalleerd of heel ergens anders; dat is een van de voordelen van het ESB. Stukken functionaliteit kunnen vervolgens ook individueel worden opgeschaald." Flexibeler Het instappen in een integratieproject is met een ESB in ieder geval goedkoper. Chappel maakt een optelsom van licentiekosten, hardware en dienstverlening en komt uit op een vijfmaal zo hoge uitgave voor een volledige integratiesuite, vergeleken met wat er voor Sonics oplossing moet worden betaald. "De dienstverleningskosten zijn veel lager en de kostenstructuur verandert ook. Een XMLtransformatie vergt bijvoorbeeld veel verwerkingscapaciteit. Met de ESB benadering kun je een servicecontainer voor alleen die transformatie installeren en die kun je opschalen zonder weer de hele integratiebroker te hoeven opwaarderen." Sonic heeft sinds zijn oprichting in 1999 zijn omzet jaarlijks zien verdubbelen en Chappell verwacht dat het bedrijf dat dit jaar weer doet, naar een bedrag van rond de 25 miljoen euro. De ‘grote jongens’ in systeemintegratie kunnen volgens Gartner en IDC dan ook niet meer om het begrip ESB heen en zullen hun suites ten minste aanpassen aan de mogelijkheden van de ESB, of met ‘lightversies’ van hun software op de markt komen. Ook grote ERPleveranciers praten over het ‘ESBgeschikt’ maken van hun softwaresuites. Paraic Sweeney, vicepresident WebSphere Business Integration van IBM, heeft het daar echter niet over. "Je moet de term ESB in de context plaatsen van wat bedrijfskritisch is voor klanten." De voorbeelden die hij vervolgens geeft, tonen aan dat een ESB inderdaad niet overal een oplossing voor is. "Een bank met 860 applicaties die realtime met de backoffice moet integreren heeft een uitgebreide oplossing nodig." Voor dat soort situaties is het centrale model van de integratiebrokersuites niet per se duurder, meent hij.