Erftwist
De Valley op zijn beurt is de drijvende kracht achter de rechtszaak tegen de softwaregigant. Toen vorig jaar november Justitie en Microsoft een schikking overeenkwamen in de antimonopolierechtszaak, sloeg de Valley druk aan het lobbyen. Negen staten tekenden hoger beroep aan, waaronder de thuisstaat van de Valley: Californië. De overige staten besloten echter pas door te zetten toen Californië 3,5 miljoen dollar toezegde om hun kosten te dragen. Al voor het begin van de rechtszaak had Microsoft venture capitalists, waarvan de meerderheid in de Valley is gevestigd, tegen zich in het harnas gejaagd. De softwarereus waarschuwde hen om niet te investeren in concurrerende bedrijven. Maar toonde Microsoft niet eerder deze maand een gebaar van goede wil door in San Francisco de beurs Linux World bij te wonen? Het bedrijf had open source à la Linux eerder nog betiteld als ‘een kankergezwel’ voor de softwaresector: Microsoft verdient zijn miljarden door hetzelfde programma telkens opnieuw te verkopen, Linux geeft het weg. Redmond wilde op de beurs een dialoog op gang brengen. Een week later deed Microsoft een nieuwe handreiking. Het had eerder nog samen met onder meer IBM een gesloten beveiligingsstandaard voor webservices opgesteld. Vooral Sun Microsystems verzette zich fel tegen het gesloten karakter. In de week na Linux World werd besloten de standaard te openen, zodat niemand hoeft te betalen voor het gebruik ervan. Samenwerken en Microsoft zijn twee woorden die traditioneel slecht samengaan. Redmond drukt standaarden door en sluit geen compromissen. Door toenadering te zoeken met andere partijen, tapt het uit het vaatje van de Valley. Voor bedrijven hier is samenwerken de gewoonste zaak van de wereld. Dat komt in de eerste plaats door de concentratie aan kennis en bedrijven. De oprichters van Siebel Systems, Peoplesoft en een dozijn andere bedrijven in de markt voor bedrijfssoftware hebben in het verleden allemaal voor Oracle gewerkt. Investeerders die nu geld steken in jonge bedrijven, hebben in het verleden Sun Microsystems en Cisco ondersteund en werkten vroeger zelf voor technologiebedrijven. De Valley is een groot netwerk, terwijl Microsoft gewend is alles in z’n eentje te doen. Maar daar komt verandering in. De voorlopige mislukking van.Net – Microsofts standaard voor webservices – is niet alleen een gevolg van trage programmeurs, zoals het bedrijf een maand geleden wilde doen geloven. De grootste vijand is het imago. Gebruikers kennen Microsofts reputatie van gebrekkige beveiliging. Het is voor hen onacceptabel wanneer de boekhouding op straat komt te liggen door een beveiligingsgat in.Net. Microsoft heeft de afgelopen jaren uitgebreid onderzoek gedaan naar de vraag of het bedrijfsleven zijn vertrouwelijke gegevens wil toevertrouwen aan Redmond. Het antwoord luidde simpelweg nee. In de markt voor webservices moet Microsoft zich opstellen als een start-up. En ondernemers uit de Valley weten: de makkelijkste manier om als start-up vertrouwen uit te stralen, is om het vertrouwen van iemand anders te lenen. En dan kom je al snel uit bij Sun Microsystems en Linux. Voor de Valley is het zaak ervoor te zorgen dat Microsoft geen dominante positie verovert op de markt voor webservices, waar- na het de standaarden naar zijn hand zet, zoals het eerder met de browsermarkt deed. Tot die tijd kunnen de twee uitzien naar een vruchtbare samenwerking. Binnen webservices ten minste. Op alle andere fronten blijft het gewoon oorlog.