Felle kritiek op advies standaardisatie
Het nieuwe standaardisatieorgaan met de voorlopige werknaam ’Instanz’ werd al aangekondigd in de nota over zorgICT van minister Borst eind vorig jaar. Na commentaar door het ’het veld’ moet het rapport volgende maand leiden tot een eindadvies. Eind 2001 moet een gloednieuwe ’transparante organisatievorm met voldoende draagvlak en effectiviteit’ het levenslicht zien. Het commentaar is niet mals. “Opzet, methodologie en conclusies kloppen niet”, zegt Gerard Freriks, arts en ICT-deskundige bij TNO. “Je kunt niet ontwikkeling, onderhoud en implementatie bij dezelfde club onderbrengen. Standaarden moet je vaststellen op een neutrale plek, met zo min mogelijk belangen. De ICT-industrie wil een NEN dat onafhankelijk is van de politieke hobby van vakbonden”, stelt Freriks. Geen fundament “Geschrokken en teleurgesteld”, is Frans van Bommel, vanuit het landelijk informatiecentrum van de zorgverzekeraars Vektis vooraanstaand standaardisatieexpert, met veel internationale contacten. “Het onderwerp is enorm belangrijk. Maar dit zijn conclusies zonder fundament. Geen enkele belangrijke vraag is aan de orde gekomen. Zo heb je geen zicht op de knelpunten. Breng nu eens in kaart hoe standaarden tot stand komen, en wat sleutelpartijen missen en wensen”, stelt Van Bommel voor. Hij hoopt op nieuw onderzoek met een radicaal verbeterde vraagstelling. “Een overbodige inventarisatie”, noemt Jos Baptist het rapport. Als secretaris van OIZ, de verzamelclub van ICT-industrie in de zorgsector, is hij boos. “De industrie wil internationaal geldende standaarden. In dit model bungelen ze ergens onderaan. Medische koepels krijgen te veel invloed, de industrie te weinig. Ik mis inzicht in de processen waarmee standaarden concreet tot stand komen. Alle energie die nu wordt gestoken in technische standaarden, is liefdewerk oud papier, volledig onbetaald. Zoiets verander je niet met een nieuw organisatiemodel. Dit rapport geeft opnieuw een jaar vertraging. Nederland richt zich altijd op de content en terminologie, het vullen van tabellen met inhoudelijke standaarden. Prima, maar de industrie wil heldere communicatiestandaarden, in te bouwen in de architectuur van software.” OIZ heeft inmiddels ook schriftelijk kritiek ingediend. Met de vele plannen voor Elektronische Patiëntendossiers (EPD’s) is er grote behoefte aan standaarden. Gezamenlijk gebruik van medische gegevens vraagt technische standaarden voor beveiliging en bericht- en beelduitwisseling, overeenstemming over referentiemodellen en tevens gezamenlijke definities en coderingen voor onder meer medische termen, diagnoses en verrichtingen. Standaardisatie in de zorg is vanouds zeer gefragmenteerd, met inbreng van onder meer medische koepels, wetenschappelijke verenigingen, TNO, Vektis, Prismant, Palga, VIZI, Zorgpas Groep en COSIM, met coördinatie door CSIZ en Enigma303, en afstemming met Europese standaardisatieorganen zoals CEN/TC251. De taken van al die partijen zijn voor de doorsnee medicus volstrekt onduidelijk. Het adviesrapport is opgesteld na een enquête bij ongeveer veertig belangrijke instanties en organen die zich met ICT-georiënteerde standaardisatie in de gezondheidszorg bezighouden. Daarvan reageerde slechts de helft, waarvan een deel met bedenkingen.