Geen Remedy kan Peregrine nog baten

Vermoedelijk heeft het bedrijf zich onder meer schuldig gemaakt aan het zogeheten ‘kanaalproppen’, waarbij onevenredige hoeveelheden software het verkoopkanaal worden ‘ingepropt’ en als omzet in de boeken belanden, zonder dat de betreffende producten ook werkelijk door gebruikers werden afgenomen. Het is de truc die indertijd ook Baan groot maakte. Net als bij Enron en Worlcom was ook deze keer accountant Andersen van de partij. Deze keer niet in de rol van mede-oplichter, maar van bewaker van de goede boekhoudkundige zeden. Het bedrijf weigerde de jaarrekening goed te keuren en werd in april vervangen voor KPMG. Maar één maand na zijn aantreden moest ook KPMG concluderen dat het niet verstandig zou zijn z’n handtekening onder de jaarrekening van Peregrine te zetten, want zo’n 35 miljoen dollar van de omstreden omzet bleek afkomstig uit de adviespraktijk van KPMG_zelf. Wat er precies speelt is niet duidelijk, maar het lijkt erop dat de managementadviescollega’s van de accountants zich hebben geleend voor schijnverkopen, zoals ook Enron die op grote schaal boekte. Peregrine houdt ondertussen stug vol dat er geen boos opzet in het spel is en dat de ‘misstatements’ volledig de fout zijn van Andersen, waarvan nu – geheel in stijl – een schadevergoeding wordt geëist van dik 250 miljoen dollar. Ondertussen mag PricewaterhouseCoopers z’n tanden stukbijten op de boekhouding bij Peregrine. Wat de accountants ervan denken kan inmiddels waarschijnlijk geen belegger nog wat schelen. Voor hen is het feit dat de beurstoezichthouder SEC de zaak in behandeling heeft voldoende om te concluderen dat ze zijn getild. Alles met elkaar lijkt het te gaan om een bedrag van zo’n 100 miljoen dollar, oftewel circa 20 procent van Peregrine’s omzet over de betreffende periode. Zo Peregrine het onstane tumult al overleeft, zal het niet 20 maar minstens 50 procent kleiner uit de strijd komen. Die 30 procent extra (operationeel) omzetverlies lijdt het bedrijf door de noodverkoop van een van zijn belangrijkste dochters: Remedy. Remedy is namelijk goed voor 30 procent van omzet van Peregrine. Als de transactie de goedkeuring kan wegdragen van de toezichthouders die in het kader van de chapter 11-procedure bij Peregrine aan boord zijn, levert dat 350 miljoen dollar op. Volgens de directie is dat genoeg om de schulden af te lossen en de resterende bedrijfsactiviteiten afdoende te financieren. Zelf betaalde Peregrine voor Remedy 1,08 miljard dollar. Dat was in augustus vorig jaar. De aankoop van Remedy (klantrelatie- en helpdesktoepassingen) was het sluitstuk van een reeks overnamen van prominente softwarebedrijven zoals Harbinger (inkoopmanagementsystemen) en Extricity. Zonder het oppompen van de omzetten, en daarmee indirect ook de koers van het eigen aandeel, zouden deze acquisities vrijwel zeker onmogelijk zijn geweest. De gelukkige koper van Remedy is BMC. Vooral de helpdesktoepassingen van Remedy komen BMC_goed van pas. De bestaande beheergereedschappen van BMC signaleren de problemen in de bedrijfstoepassingen en de helpdesksoftware van Remedy kan nu voor de gebruikers de mogelijke oplossingen aandragen. BMC denkt dat Remedy vrijwel onmiddellijk een extra omzetbijdrage van ongeveer 250 miljoen dollar kan leveren. Behalve de softwarerechten gaan ook zevenhonderd werknemers over naar BMC. In Nederland wordt Remedy vertegenwoordigd door ‘The Service Company’ dat deze activiteiten per 1 juni overnam van Imtech-dochter Turnkiek. Algemeen directeur Harry Papen van The Service Company had de verkoop van Remedy al wel zien aankomen, al was de koper een verrassing. Dat BMC, dat in Nederland over een eigen organisatie beschikt, ongetwijfeld zal trachten de Remedy-produkten zelf aan de man te brengen, baart hem niet onmiddellijk zorgen:_“Dat hebben Remedy en Peregrine ook geprobeerd.”