Gerommel met belastingen
Om diezelfde veiligheid te bewaken is het corps van de snelwegpolitie (niet de verwarren met de lokale politiebureaus) met 150 agenten uitgebreid. En zo zijn er nog honderden maatregelen die op bevel van Bush in het hele land worden doorgevoerd. Al die veiligheidsmaatregelen kosten geld de wachten bij de Golden Gate Bridge alleen al kosten enkele tonnen per week. Maar hoewel Bush de lokale overheden gebiedt om extra personeel in te zetten, betaalt hij er niet voor: daar mag elke staat afzonderlijk voor opdraaien. Van de veiligheidsdiensten vallen alleen het leger, FBI en CIA onder de federale overheid. De civiele veiligheid, zoals politie en brandweer, wordt lokaal geregeld en betaald. Maar wat heeft dat te maken met technologie? De belangrijkste inkomstenbron voor de lokale overheid is de ‘salestax’, een soort BTW van tussen de 4 en 8 procent. Webwinkels zijn sinds 1998 vrijgesteld van het heffen van deze belasting, mits winkel en klant niet in dezelfde staat gevestigd zijn. In de praktijk betekent dat dat Amazon geen salestax in rekening brengt aan klanten uit Californië, omdat het hier geen kantoor of pakhuis heeft. De webwinkel heeft als voordeel dat zijn prijzen altijd lager zijn. Deze uitzonderingssituatie is destijds gecreëerd om de ontwikkeling van webwinkels te stimuleren. Bovendien is het inhouden van salestax voor hen een administratieve nachtmerrie. Bij verkopen op afstand geldt namelijk het belastingtarief in de woonplaats van de koper. Die tarieven verschillen niet alleen tussen verschillende staten, maar ook nog eens tussen de provincies binnen een staat. De situatie wordt nog veel ingewikkelder nu traditionele winkels naast hun bakstenen vestigingen ook virtuele winkeltjes hebben. Met de huidige regels betaalt de klant in de winkel op de hoek wél belasting, maar niet in het webfiliaal. Zolang de twee maar op geen enkele manier samenwerken, is er geen probleem. Maar een webwinkel die zijn klanten de mogelijkheid biedt om een bestelling in het winkelcentrum om te ruilen, wordt op slag belastingplichtig. En ziet daarmee zijn prijzen met 4 tot 8 procent stijgen. Het is kortom de hoogste tijd om een einde te maken aan de belastingvrijstelling. Als stimulering is de maatregel overbodig nu er zoveel winkeltjes zijn. En met de overgang van pure webwinkels naar samenwerking tussen web en winkelstraat is de situatie er ook al niet veel duidelijker op geworden. Maar hoe krijg je de geest terug in de fles? In het verleden zijn pogingen om de vrijstelling af te schaffen gestrand op de lobby van de webwinkels. Maar in de huidige situatie heeft niemand meer interesse in hun gejammer. Internet heeft de staten vorig jaar 19 miljard dollar aan inkomsten onthouden. Dat was niet erg toen het nog goed ging. Maar nu zorgen teruglopende belastinginkomsten en de extra uitgaven aan beveiliging voor grote gaten in de lokale begrotingen. Alleen al de staat Californië heeft voor 2003 een begrotingstekort van 35 miljard dollar en dat staat nog los van de tekorten in Washington. Elke dollar is hier nu hard nodig. In de strijd tegen het terrorisme zullen ook de webwinkels eraan moeten geloven. Zij moeten daarmee opnieuw hun bestaansrecht bewijzen. Houden consumenten alleen van de webwinkels vanwege het belastingvrij winkelen, of ook vanwege het gezellige winkelen?