Glasvezel kruipt over de drempel van de woning
Europa vertegenwoordigt nu nog slechts 5 procent van de wereldmarkt. Die wordt vooral door Azië en Noord-Amerika gedomineerd. Volgens analist Roland Montagne van iDATE zijn zes Europese landen – waaronder Nederland – zelfs verantwoordelijk voor 80 procent van de Europese glasvezelmarkt. Zweden en Slovenië eindigen in 2012 naar verwachting flink hoger, met elk rond de 30 procent marktaandeel. Slovenië is weliswaar een klein land, maar de twee telecombedrijven maken elkaar het leven zuur en zetten daarbij vooral innovatie in.Karel Helsen van Draka Communications, een van de belangrijkste leveranciers van glasvezel in Europa, is in elk geval tevreden over de vorderingen die Nederland met glasvezel maakt. De samenwerking tussen KPN en Reggefiber heeft de markt zeker versneld, zo stelt hij. Zelf profiteert zijn bedrijf vooral van landen die glasvezel als speerpunt van hun technologiebeleid beschouwen. Helsen noemt als voorbeeld Portugal, dat volgend jaar 1 miljoen huishoudens op glasvezel wil aansluiten. In heel Europa zijn momenteel niet meer dan 1,7 miljoen glasvezelhuishoudens. De Portugese aanbieder Sonaecom wil 240 miljoen euro investeren voor een netwerk dat een kwart van de bevolking kan bedienen. Intussen worden de ontwikkelingen door de kabelsector nauwlettend in de gaten gehouden. Rob van Esch van branchevereniging NL Kabel was nu ook maar eens naar Kopenhagen afgereisd. “Het was erg leerzaam om te merken waar twee dagen lang niet over gesproken werd”, aldus Van Esch. “Het ging nauwelijks tot niet over de moeilijke economische omstandigheden die ons allen ten deel vallen; ‘entrepreneurial optimism’ overheerste. Geen tijd kwijtraken aan de werkelijkheid, gewoon doorgraven!”Van Esch concludeert dat er voorlopig maar weinig nieuwe diensten zijn die glasvezel nodig hebben. “Wij zijn als kabelbranche nu al in staat om meer dan 100 Mbps te bieden en leveren glasvezelsnelheid zonder dat er gegraven hoeft te worden. Als die diensten er niet zijn, en ook niet binnen afzienbare tijd komen, waarom wordt dan glasvezel aangelegd?” Er is naar zijn idee maar één conclusie mogelijk voor de snelle uitrol van glasvezel: de aanwezigheid van hevige concurrentie voor de grootste telecomaanbieder in een land. De oude telefoonlijnen kunnen zich simpelweg niet meten met de gemoderniseerde kabel. Er móét dus reactie komen vanuit de telecomwereld, men móét investeren in modernisering van de netwerken.Overigens blijken de ontwikkelingen in Nederland, waar Reggefiber en KPN de krachten hebben gebundeld, minder vlot te gaan dan werd verwacht. De realisatie van de gemeentelijke glasplannen in Amsterdam en Rotterdam, is vertraagd. In Amsterdam zijn pas 9000 van de 40.000 geplande huizen aangesloten, met daarvan dan weer een relatief klein percentage betalende klanten. In sommige kleinere gemeenten, waaronder Wijchen, slaagt men er niet in om de benodigde 40 procent van de huishoudens voor glasvezel te interesseren, waardoor deadlines worden opgeschoven.Maar misschien wil de glasvezelbranche wel te hard groeien. En zijn het niet eerder bedrijven die glasvezel nodig hebben om hogere uploadsnelheden te kunnen realiseren? Volgens Karel Helsen van Draka zit de meeste groei vooral in de particuliere en minder in de zakelijke aansluitingen. “Als ik naar mijn eigen internetgebruik kijk, heb ik ook geen hogere snelheden nodig”, zegt Helsen. “Maar ik ben ook niet de doelgroep; dat zijn vooral jongere mensen.” Helsen verwacht bovendien allerlei toepassingen buiten het reguliere aanbod van tv, internet en telefonie. Hij wijst op gezondheidstoepassingen die de kabelbranche tot nu toe geheel laat liggen.Maar Patrick van Eekeren van M&I-partners ziet vooralsnog geen voordelen van breedband in de gezondheidszorg. Sommige projecten hebben er volgens hem helemaal geen baat bij gehad om breedband in te zetten. De zorg is er alleen maar duurder van geworden.