Overslaan en naar de inhoud gaan

GSM in Afrika is geen ontwikkelingswerk

In het kantoor van Celtel directeur Marten Pieters in Hoofddorp hangt de kaart van Afrika aan de muur, maar de bekende spelden die potentiële markten aangeven ontbreken. "Ik kan gelukkig zonder", zegt Pieters, die niettemin leiding geeft aan een bedrijf van zevenduizend werknemers waarvan het grootste deel in Afrika zit.
Business
Shutterstock
Shutterstock

Celtel opereert in een werelddeel dat zelfs door uw branchegenoten als volstrekt ontontgonnen zal worden ervaren. Toch zit het hoofdkantoor in Hoofddorp. Hoe is dat met elkaar te rijmen? "Eerst even een stukje geschiedenis: Celtel is opgericht door de Soedanees Mo Ibrahim, die ooit voor de Soedanese PTT is gaan werken. Met een doctoraal op zak is hij naar Engeland vertrokken, waar hij vervolgens promoveerde en technisch directeur werd van de mobiele tak van BT, het huidige O2. Zo raakte hij betrokken bij de bouw van de eerste GSM netwerken in Europa. Daarna is hij een zeer succesvol ingenieursbureau begonnen, waarop een groot deel van de mobiele operators wel eens een beroep heeft gedaan. Dat bureau heeft hij verkocht aan Marconi en daarna is hij met een aantal mensen een nieuw bedrijf begonnen dat zich met mobiele telefonie volledig op Afrika zou richten. Enkele jaren terug kon je in Afrika voor weinig geld licenties krijgen voor mobiele telefonie en Ibrahim zag meteen een gat in de markt. De rest van de telecomindustrie had er op dat moment totaal geen belangstelling voor." "Om belastingtechnische redenen hebben we besloten om hier in Hoofddorp de holding te vestigen. Als je in Engeland geld uit ene bedrijf haalt om het in het andere investeren, betaal je 35 procent belasting, terwijl het hier onbelast blijft. Er is echter nog een reden dat Celtel niet in Engeland wilde blijven. Groot-Brittannië had in het verre verleden nogal wat koloniën in Oost Afrika en dat ligt bij de Afrikanen uit de betreffende landen nog steeds gevoelig. Vanuit Afrikaans perspectief is Hoofddorp tamelijk neutraal." In hoeverre is Celtel met ideële oogmerken opgericht? "Daar kan ik stellig in zijn: wat wij doen moet u beslist niet zien als ontwikkelingshulp. Zo zien de regeringen het in die landen trouwens ook niet. Die verlenen GSM licenties aan de hoogste bieder." Toch zijn eigenlijk alleen Noord- en Zuid-Afrika voorzien van goede telecommunicatie verbindingen. Alles wat daar tussenin zit is een lappendeken van slecht tot zeer slecht. Waarom is dat een interessante markt? "Dat beeld bestaat inderdaad bij groot deel van wereld, en gelukkig maar, want daardoor hebben wij een flinke voorsprong kunnen opbouwen. "Het is waar dat je in Zuid- en Noord-Afrika vrijwel overal kunt bellen, zeker in de grote steden. In Zuid-Afrika zijn alleen al drie GSM netwerken. We hebben wel naar Zuid- en Noord-Afrika gekeken en bijvoorbeeld samen met Vodafone in Egypte geïnvesteerd, maar een aantal jaren geleden hadden we het geld niet om met de grote spelers mee te bieden. Als je in Algerije een GSM licentie wilt verwerven betaal je minimaal 450 miljoen dollar. Dat geld hadden we vorig jaar ook nog niet." Dus vanuit de rijkere gebieden de armere gebieden binnentrekken was geen optie? "Nee, de gedachte was eerder andersom. Iedereen heeft de potentie van mobiele telefonie in armere delen van Afrika volledig onderschat. Communiceren is een basisbehoefte, ook voor mensen die weinig te besteden hebben. Afrikanen besteden een hoger deel van hun inkomen aan communicatie dan Europeanen. Hier ligt het rond de twee procent. Vergeet niet dat ze daar ook weinig alternatieven hebben. Brieven schrijven of internetten is niet mogelijk. Het spreekt vanzelf dat we in Afrika geen penetratie van 80 procent halen. De penetratie in de meeste landen bedraagt vijf tot zes procent. Maar er is ruimte voor flinke groei richting 20 procent." Dat doet mij denken aan het grapje van de schoenenverkoper die razend enthousiast is omdat iedereen in Afrika op blote voeten loopt. "Iedereen heeft de groei van mobiele telefonie altijd enorm onderschat, ook in Nederland. Het ging altijd veel sneller dan we hadden verwacht. Tegenwoordig heeft iedereen in dit land een mobiele telefoon. Maar ook in Zuid Afrika zitten ze al op 40 procent, en in Moskou zitten ze al boven de vijftig procent, terwijl 30 ooit het maximum haalbare leek. In Afrika is het niet anders." Maar ik neem aan dat de tarieven in Afrika ook lager zijn. "Nee, de tarieven zijn vergelijkbaar met die van Nederland. Het model in Afrika is alleen wel uitsluitend prepaid. We verkopen heel weinig abonnementen. De meeste Afrikanen zijn zeer prijsbewust. Heel veel van onze klanten hebben een tweede toestel van een andere operator, zodat ze kunnen switchen als dat goedkoper is. Abonnementen tegen vaste tarieven werken niet in Afrika. Toestellen weggeven in combinatie met een abonnement doen we al helemaal niet." Maar jullie leveren wel alle bekende toestellen? "Ja, want ook Afrikanen kopen liever een Nokia dan een onbekend merk, zij het dan je het dan niet over de duurste modellen hebt. Gemiddeld besteden Afrikanen 50 tot 60 dollar aan een toestel." Zou je met goedkopere toestellen van 40 dollar een nieuwe markt kunnen aanboren? "Toestellen zijn voor ons niet zo belangrijk. We moeten het hebben van de inkomsten uit het spraakverkeer. We moeten onze investeringen zien terug te verdienen, want die zijn daar veel hoger dan hier. Vaak is er geen stroomvoorziening voor de masten, dus moet je generatoren aansluiten. Er moet een hek omheen. En het staal en beton voor de masten moet je van ver overvliegen. Voor een mast betalen we in Afrika al gauw 200.000 dollar. En dan hebben we nog geen cent verdiend." Welk criteria hanteert u dan om in een bepaald land te investeren? "Wij hebben in elk geval een stabiele politieke omgeving nodig. Natuurlijk is het wel eens ergens onrustig. Maar in de afgelopen zeven jaar hebben we maar een site (tijdelijk) verloren. Soms kan het gebeuren dat het telecomverkeer ergens even stilgelegd moet worden als de spanningen hoog oplopen, maar in Sierra Leone zijn we begonnen toen de burgeroorlog nog maar net voorbij was en dat is goed gegaan." "De plaatselijke economie speelt natuurlijk ook een rol bij de overweging om ergens te beginnen. Sommige landen zijn domweg te klein, daar kunnen we de investeringen niet terugverdienen. Sommige landen zijn gelukkig sterk aan het opkomen, Soedan heeft nu olie inkomsten. Tanzania, Oeganda en Kenia hebben een economische unie gevormd. In Burkina Faso gaat het ook goed. Daar liggen mogelijkheden voor ons." Uw leidt deze organisatie op grote afstand van Afrika. Is dat niet erg ingewikkeld? "Celtel is een multinational zoals er vele zijn. We hebben in alle landen lokaal management zitten. In Hoofddorp houden we ons met het merk, de financiën en de strategie bezig. De landen mogen binnen bepaalde marges zelf hun tarieven bepalen." Dus als morgen uw concurrent in Tanzania de tarieven verlaagt, hoeft men niet op antwoord van het hoofdkantoor te wachten? "Aan acties doen we sowieso niet mee. In de meeste landen zijn we marktleider, dan moet je een punt op de horizon leggen, en zeggen daar gaan we naar toe. Je hebt natuurlijk altijd partijen die je proberen aan te vallen, maar in principe juichen we concurrentie alleen maar toe. Naarmate de concurrentie stijgt, neemt het aantal aansluitingen toe, ook zonder dat we er iets aan doen. Van de drie nieuwe abonnees gaat er dan altijd wel een naar ons." Ziet u mogelijkheden in Afrika voor GPRS? En is het leveren van ADSL diensten al dan niet via een draadloze varianteen optie voor Celtel? "Alleen in Tanzania hebben we een vast netwerk inclusief datadiensten, maar in ander landen zijn we met datadiensten gestopt. Voor ADSL heb je sowieso een goed kopernetwerk nodig, wat buiten de steden in Afrika gewoon ontbreekt. Ik denk dat er in sommige landen best mogelijkheden zijn, maar de computerdichtheid in Afrika is over het algemeen laag en de bandbreedte is duur. Ik denk ook niet dat mensen erg geïnteresseerd zijn in fancy datadiensten via hun mobiele telefoon." Verandert het beleid nu Koeweit het hier voor het zeggen krijgt? "We waren flink gevorderd met een beursgang. Maar tegelijkertijd meldden zich kopers bij ons. Er zijn toen enkele biedingronden geweest, en uiteindelijk is het MTC uit Kuweit geworden. Sommige van onze aandeelhouders wilden er uit, die wilden gewoon cashen. Wij hadden geld nodig om uit te breiden. Nadeel van een beursgang is dat je maar een deel van de aandelen kunt verkopen, en omdat we maar een kleine speler zijn, hadden we nooit een erg hoge prijs voor die aandelen kunnen vragen. Dus ligt verkoop meer voor de hand." "MTC Kuweit kan dank zij de acquisitie nu snel internationaliseren. Vergeet niet dat wij licenties hebben voor in potentie 250 miljoen klanten. Gelet op de huidige marktpenetratie denk ik dat we van zes naar 25 miljoen klanten kunnen groeien. In het Midden Oosten zijn de groeikansen beperkt, daar is wel geld, maar zijn er weinig inwoners. Wij gaan ons als Celtel dan ook niet met het Midden Oosten bemoeien."

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in