Identiteit online nog een probleem
Toegegeven: er wordt al langer over nagedacht.
Microsoft introduceerde ooit Passport, een online systeem waarbij je voor verschillende diensten maar een keer hoefde in te loggen. Maar Passport is buiten Microsoft zelf nooit echt aangeslagen. Inmiddels is er een opvolger, CardSpace, dat in Windows Vista zit, maar nog nergens gebruikt wordt. Ook is er al OpenID, dat onlangs door de grote internet-aanbieder America Online is omarmd. Alle werknemers van Sun Microsystems hebben een OpenID. OpenID en CardSpace zullen trouwens op elkaar worden afgestemd.
Plugin
Dick Hardt werkte zelf aan de specificaties van OpenID en heeft met zijn bedrijf een handige plugin ontwikkeld die de toekomstige mogelijkheden aardig aangeeft: wie zich moet registreren bij een site, krijgt een scherm te zien waarbij de gebruiker zelf kan bepalen hoeveel informatie hij aan die site kwijt wil. De technologie, natuurlijk gebaseerd op sterke encryptie, heeft belangrijke voordelen: phishing zou tot het verleden moeten behoren. Het invoeren van telkens weer andere wachtwoorden ook. Websites zouden onderling gegevens van gebruikers kunnen uitwisselen, zodat foto’s van Flickr bij een andere portal zouden kunnen komen te staan. Maar zoals bij alle nieuwe ontwikkelingen moet eerst nog maar worden afgewacht of het ook echt aanslaat. Nederland kent bijvoorbeeld al een eigen identiteitssysteem: DigiD van de rijksoverheid. Maar DigiD is weer niet bedoeld voor het handelsverkeer. DigiNotar, maker van online toegangsplatforms in Beverwijk, wil daarom samen met de Amerikaanse beveiliger RSA gaan onderzoeken of er een landelijk internetauthenticatiesysteem voor de consumentenmarkt kan komen. De bedrijven willen deze zomer een systeem ontwikkelen en testen. Volgens directeur Tony de Bos van DigiNotar is het doel om een breed gedragen platform neer te zetten. “Wij zullen zeker ontwikkelingen zoals OpenID en CardSpace steunen, als die ten minste ook breed gedragen worden.”