‘Ik weet precies voor wie ik het doe’
“Ik ben applicatieontwikkelaar – van onze eigen kantoorautomatisering − bij FNV Bondgenoten. Eigenlijk ben ik dat vandaag voor het laatst want volgende week krijgen we een nieuw systeem dat voor ons gebouwd is. Daar valt niet veel meer aan te ontwikkelen dus dan krijg ik een nieuwe functie: applicatiebeheerder.”
Wat is het leukste aan je werk?
“Ik vind programmeren erg leuk, en het leuke van het werk hier is dat de gebruikers dichtbij zitten.
Ik weet precies voor wie ik het doe en begrijp hun werk. Ik kan me daarom ook niet voorstellen dat ik bij een softwarehuis zou werken.”
Zou je je baan aan anderen aanraden en zo ja, waarom?
“Je moet doen wat je leuk vindt en wat je kunt. Vroeger was ik best feministisch en wilde ik daarom juist een mannenberoep. Ik was echt verbaasd van al die vrouwen die vrouwenstudies gingen doen: ga liever natuurkunde studeren! Maar daar ben ik wel van teruggekomen. Zolang vrouwen maar niet denken ‘programmeren, dat kan ik niet’, of bang zijn dat ze alleen maar tussen de mannen zitten.”
Als je één ding in je dagelijks werk zou kunnen veranderen, wat kies je dan?
“Het zou handig zijn als dit kantoor in mijn woonplaats Amsterdam zou staan.”
Waar baal je in je werk het meest van?
“Als mensen zeggen dat iets heel belangrijk is, dat het écht dan en dan af móet, zodat je er ander werk voor opzijlegt, en dat je dan later merkt dat ze het vervolgens twee weken laten liggen.”
Voor welke dilemma’s sta je in je werk?
“Vroeger was het: u vraagt, wij draaien. Onze afdeling deed alles. Nu moet ik vaker nee zeggen, omdat we een nieuw systeem krijgen is het al een tijd ‘laten we daar maar even mee wachten’. Dat vind ik lastig, en soms doe ik bepaalde dingen dan toch.”
Sluit de opleiding die je hebt gedaan aan op het werk dat je nu doet?
“Ik heb biologie gestudeerd en daarna een PION-opleiding gedaan.Tijdens mijn studie heb ik ook al wat geprogrammeerd − eigenlijk vond ik dat leuker dan biologie. Als PION’er ben ik bij destijds de Industriebond FNV terechtgekomen.”
Wat wil je hierna doen?
“Ik weet het nog niet. Eerst maar eens proberen goed te worden in mijn nieuwe functie. Leidinggeven wil ik in elk geval niet. Dat lijkt me helemaal niet leuk.”
Waar ben je trots op in je werk?
“Als ik iets ingewikkelds heb geprogrammeerd, ziet de gebruiker daar niets van, maar dan ben ik wel trots op mezelf. Moeilijke dingen geven meer voldoening als je ze voor elkaar krijgt. In contacten met anderen vind ik het leuk als ik het antwoord op een lastige vraag direct paraat heb.”
Ben je aan je werk gehecht?
“Ik hecht me erg aan mijn collega’s en ik vind dit een fijne organisatie om in te werken. Puur wat werk betreft kan ik me best voorstellen dat ik iets heel anders zou doen: gewasveredeling in de kas, volwassenenonderwijs. Of het idyllische romantische ideaal boswachter. Maar dat laatste zou me waarschijnlijk wel te eenzaam zijn!”