Jubilerend Rinis dubt over fusie met GBO.Overheid
Berichten worden verzonden naar een sectoraal aanspreekpunt, dat ze via een verwijsindex met behulp van het sofinummer doorgeleidt naar de juiste organisatie. Zo is het onnodig dat vragers weten waar de persoon, over wie ze gegevens wensen, precies is geregistreerd.
Koplopers
Koploper waren jarenlang de ziekenfondsen die een kloeke gegevensstoom onderhielden met de uitvoeringsinstellingen voor werknemersverzekeringen. Ze vroegen arbeids- of uitkeringssituaties op om het recht op ziekenfonds te checken. “Typische Rinis-uitwisseling,” zegt accountmanager Annet Sikkel. “Dertig ziekenfondsen praten met vijf uvi’s, zonder te hoeven weten bij welke uvi iemand zit. En de uvi hoeft niet te weten bij welk fonds iemand verzekerd is.” Rinis zelf heeft geen weet van de versleutelde berichtinhoud. Sikkel: “Wij zijn postbode van de gesloten enveloppen.” Behalve in antwoorden op ad-hocvragen voorziet het stelsel in aanlevering van spontane mutaties. Spin-off van deze uitwisseling was, dat werkgevers nieuwe werknemers alleen nog maar bij het UWV hoeven te melden en niet bij een ziekenfonds. Dat laatste doet UWV. Vorig jaar gingen in de uitwisseling ‘UWV-Zorgverzekeraars’ bijna 20 miljoen berichten om.
Met de nieuwe zorgverzekering is aan dit dataverkeer een eind gekomen. Er komen wel beperkte datastromen voor in de plaats. Zo zijn militairen in actieve dienst vrijgesteld van de verplichte basisverzekering, in verband waarmee een UWV-check gebeurt. En ter voorkoming van onverzekerdheid informeren zorgverzekeraars bij niet betaalde premie het Inlichtingenbureau. Als iemand bijstand blijkt te hebben, kan de sociale dienst optreden en tevens trachten een financieel probleem in de kiem te smoren. Andere grote uitwisselingen waren, en zijn nog altijd, die van dat Inlichtingenbureau met UWV en Informatie Beheer Groep (vorig jaar allebei rond 13 miljoen berichten). Sociale diensten bekijken dan of iemand werk of een UWV-uitkering heeft dan wel een dagstudie volgt.
Groei
Gevraagd naar het hoogtepunt van de eerste tien jaar noemt Sikkel de groei van het aantal berichten van 30 miljoen naar 55 miljoen in 2003. Deelnemende organisaties, die allemaal een zetel in het bestuur hebben, durfden zich voor hun primaire processen dus afhankelijk te maken van Rinis. Een storing zou grote gevolgen hebben bij vele organisaties, hetgeen effectieve impuls was voor een besef van nuttigheid.
Dieptepunten waren er niet of zijn vergeten. Interimdirecteur Rob Verweij is pas drie maanden aan boord en kan daarover sowieso amper meepraten, maar wil wel kwijt dat hij niet snapt dat niet meer partijen van de Rinis-zegeningen profiteren. Zelfs in zijn bestuur zitten clubs (daarom wil hij identificeerbare voorbeelden vermijden) die dedicated koppelingen aanleggen, waar Rinis goedkoper een standaardoplossing kan leveren. “Soms zie je een soort bedrijfsblindheid, waarbij men gefocust is op de eigen voorziening en vergeet dat het ook met generieke hulpmiddelen kan.” Verweij wil wel de Belastingdienst noemen, die van Rinis meer profijt zou kunnen hebben. Die organisatie, met zijn uiteenlopende taken, laat zich moeilijk via één punt aanspreken. Daarnaast stuit Rinis op reserves bij de Belastingdienst, die zich afvraagt of het berichtenverkeer wel aan een instituutje met zeven medewerkers kan worden overgelaten.
Topzwaar
Met per deelnemer een bestuurslid en twaalf deelnemers is Rinis bestuurlijk topzwaar. Dat noopt tot bezinning over de vraag hoe het moet als het aantal participerende sectoren blijft groeien. Die bezinning kreeg een externe impuls toen BZK het bestuur vroeg om Rinis onderdeel van de gemeenschappelijke beheerorganisatie voor infrastructurele voorzieningen (GBO.Overheid) te maken. Volgens Verweij vindt het bestuur samengaan op zich voor de hand liggend en verstandig, maar ziet het ook risico’s, die om stevige garanties vragen. “Zal GBO als ambtelijke organisatie dezelfde slagkracht en resultaatgerichtheid hebben als wij? Hoe wordt de zeggenschap van deelnemers gewaarborgd? GBO moet uitspreken dat het concept intact blijft. Bij ons gaat de stekker er niet uit vóór de continuïteit is zekergesteld.”
Het streven is dit jaar tot een intentieverklaring te komen, waarbij ook een rol van Rinis in het stelsel van basisregistraties in discussie is. Het feit dat Cor Franke, begin jaren negentig projectleider Rinis en inmiddels topman van het Centrum voor Werk en Inkomen, voorzitter is van zowel het Rinis-bestuur als GBO’s programmaraad, en oud-Rinis-directeur Rien Stor nu lid van GBO’s managementteam, houdt het aantal discussianten beperkt en bevordert de kans op succes.