‘Leerlingen enthousiast maken is het leukste’
Informatica is geen ‘groot’ vak op het Jacobus Fruytier. Van de Poppe geeft vijf uur informatica; daarnaast geeft hij natuurkunde en besteedt hij een deel van zijn werktijd aan roostermaken. Hij heeft een collega voor de bovenbouw en twee die alleen in de onderbouw werken en het vak Informatiekunde doceren.
“Informatica ben ik er bij gaan doen op het moment dat de school meer met ICT wilde gaan doen. Op dat moment werd in Zwolle de CODI-opleiding aangeboden, en die ben ik toen gaan doen. Het leek me leuk dit vak erbij te geven. Wij zijn een reformatorische school. Onze leerlingen hebben meestal thuis geen tv en zijn lid van de ‘zwarte kousen’ kerken. Internet ligt bij deze ouders heel moeilijk. We hebben dan ook echt goede voorlichting moeten geven over het vak.” Tijdens de voorlichting werd duidelijk gemaakt welke beschermende maatregelen er genomen waren door de scholengemeenschap. “In de onderbouw werken we bijvoorbeeld voor internet met een witte lijst van ongeveer 20.000 toegestane sites”, legt Van de Poppe uit. “Die sites hebben we gescreend en zijn gewoon veilig. In de bovenbouw is dat echter niet te doen. Voor profielwerkstukken en dergelijke moeten er veel meer sites toegankelijk zijn. Daarom beginnen we in de bovenbouw met twee lessen media-educatie. We leggen uit wat de gevaren zijn van internet. Er is een zwarte lijst met sites waar de leerlingen niet heen kunnen surfen, en we werken met een filter. We vertrouwen op hun eigen verantwoordelijjkheidsgevoel. We verwachtten eigenlijk dat er een stormloop op ‘foute’ sites zou ontstaan zodra we internet vrijgaven, maar dat was gelukkig niet het geval.” Ouders wilden ook weten of ze thuis ook internet moesten hebben. Dat hoeft niet: de school biedt alle faciliteiten zodat leerlingen niet van de mogelijkheden thuis afhankelijk zijn. Inmiddels is het overigens wel zo dat erg veel van de leerlingen thuis internet hebben, doorgegeven via een provider als Solcon of Filternet. De groepsgrootte varieert op het Jacobus Fruytier. “6 Lyceum is een klein groepje, 5 lyceum juist weer groot.” Een enkele leerling gaat verder studeren in een informatica-richting.
Orgelproject
Ondertussen houden de zesde klassers zich vooral met twee dingen bezig: de Beverwedstrijd die er die week aan komt – een soort informatica wedstrijd voor leerlingen uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs – en het werken aan de website die ze voor het orgelproject maken. De school zamelt geld in voor een nieuw orgel in de aula. “Het oude hangt hier sinds de opening van de school in 1984, en het was al tweedehands…”, zegt Van de Poppe, die overigens met plezier een stukje speelt. Zijn leerlingen hebben in een kerk in Enter videomateriaal geschoten van een orgel van dezelfde bouwer als ze voor school op het oog hebben. Verschillende jongens treden in de film op als organist. “Er wordt op school veel aan muziek gedaan. Orgelspelen is toch wel de basis voor veel leerlingen”, zegt Van de Poppe. Het videomateriaal wordt gemonteerd en verwerkt in de website, die in PHP wordt gebouwd.
Veel van het informatica-onderwijs komt niet rechtsstreeks uit een methode. “We werken met edu-aktief en met Turing als methodes, maar we halen er ook veel losse onderdelen bij. Zoals nu de Beverwedstrijd, dat bereid ik dan zelf voor. De vaste onderdelen die ieder jaar terugkomen zijn website bouwen, programmeren in visual basic, MSW Logo en het Office Pakket.” Omdat informatica een keuzevak is, is er geen centraal schriftelijk. Op de Nederlandse Antillen is dat er wel. “We hebben dat examen geoefend, maar dat vonden we nogal eenvoudig”, zegt Van de Poppe. “Het vak informatica is voor alle profielen te kiezen. Van de acht schriftelijke toetsen gaat er één over het harde programeren. Voor dat onderdeel scoren de leerlingen met een Economie&Maatschappij en Cultuur&Maatschappij-profiel slecht, maar dat is prima te compenseren door de andere cijfers. Toch heeft het merendeel van mijn leerlingen een N-profiel.”
Van de Poppe wisselt zelfstandig werken en klassikale uitleg af. “Ik geef een paar hele strakke klassikale lessen over zaken als binair rekenen, maar verder laat ik ze veel vrij. Dan kunnen ze hun eigen ei kwijt en doen waar ze goed in zijn. Laura schrijft zo even een artikel van drie pagina’s, Wiebe kan weer heel goed programmeren. Als je ze de vrije hand geeft is het leuk te zien wat er uit komt. Twee jaar geleden hebben we een reis naar San Franscisco gewonnen. Een van leerlingen had meegedaan aan Thinkquest en met zijn team een eerste prijs gewonnen. Ze hadden contact gelegd met mensen in Australië en hebben een website gemaakt over de gevolgen van de import van diersoorten. Soms worden ze zo gegrepen dat ze er in hun vrije tijd mee verder gaan. Het omgaan met de leerlingen is toch uiteindelijk het leukste aan dit vak, dat je ze zo enthousiast kunt maken.”