Loonoffer personeel moet Aino redden

Aino’s nieuwe directeur Willem Haverkamp, die op 28 juni René Vos verving, zei bij zijn aantreden al dat er 20 procent op de jaarlijkse 40 miljoen euro loonkosten bespaard moest worden. Hij gaf naar eigen zeggen ‘het personeel’ de vrije hand in de manier waarop. Het managementteam kwam in overleg met de ondernemingsraad (OR) met een plan. Een grote meerderheid van de medewerkers heeft inmiddels persoonlijk ingestemd. De ongeveer 850 personeelsleden van de gehele Aino groep - waar ook de bedrijven DIU, Kreaton, MultiSystems Engineering, Smart Automatiseringsgroep onder vallen - zijn in zes groepen ingedeeld. De groepen brengen een in zwaarte oplopend loonoffer. Zo leveren ‘fee earners’ die tussen 0 en 90 dagen op de bank zitten 3 procent van hun primaire salaris in en 2 procent van hun secundaire pakket. Medewerkers die langer dan 90 dagen op de bank hebben gezeten, leveren 17 procent van het primaire salaris in en drie procent van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Ook het management en het ondersteunende personeel van de bedrijven leveren salaris in. De maatregelen gaan per 1 juli in. Alle medewerkers is per brief om hun mening gevraagd. Ongeveer 85 procent heeft ingestemd met het voorstel. Onder de vijftien procent die geen loon in willen leveren zitten volgens directeur Haverkamp, afkomstig van Philips Redesign, mensen die nu op opdrachten zitten. “Mogelijk zien zij Aino liever failliet gaan om bij hun huidige opdrachtgever aan de slag te gaan. Verder zijn het enkelingen die uit rancune weigeren mee te doen.” Haverkamp verzekert dat mensen die onverhoopt toch worden ontslagen, geen lagere uitkering zullen krijgen door nu de salarisdaling te accepteren. CNV-bestuurder Maurice Limmen wijst de regeling in principe niet af, maar vindt wel dat er heel goede waarborgen ingebouwd moeten worden. “Als je dit soort extreme afspraken maakt, moet je zeker weten dat het offer ook het juiste effect heeft. We verzetten ons ertegen dat de bankzitters al te gemakkelijk de rekening gepresenteerd krijgen als bedrijven onvoldoende opdrachten genereren.”