Martini Ziekenhuis stapt over op EPD Order zet leverancier MCS definitief ‘op de kaart’
Het Martini Ziekenhuis (750 bedden) heeft twee locaties in de Groningse hoofdstad. Binnen anderhalf jaar zullen alle 140 medisch specialisten werken met de software van MCS (Medical Computer Support). Gestart wordt met de modules voor dermatologie, interne en mammapoli in de polikliniek. Begin 2002 volgen de overige poliklinieken. Eerst gaan de kleinere specialismen over, zodat de overstap voor de grote maatschappen soepel zal verlopen. De ziekenhuisbrede implementatie moet medio 2002 zijn afgerond. Groningse cardiologen werkten al jaren met MCS-software. Behalve aparte modules voor medisch specialisten, biedt MCS ook een grafische schil over alle applicaties, zoals röntgen, laboratorium, ZIS, PALGA, verpleegafdelingen en secretariaat. Het Martini ziekenhuis krijgt op termijn tweeduizend werkplekken met MCS-modules. Die worden ingezet in combinatie met het uit België afkomstige pakket Ultragenda voor afspraakbeheer, benadrukt Klaas Lamain, hoofd automatisering bij het Martini Ziekenhuis. Voorheen werden afspraken veelal nog op papier vastgelegd. “Al jaren werken wij aan een multivendor- aanpak”, zegt Lamain, “We maken nu de stap naar patiëntgerichte software.” Het Martini Ziekenhuis gebruikte van oudsher het Ziekenhuis Informatiesysteem van VCD, dat onlangs in feite werd overgenomen door McKessonHBOC. Lakmoesproef Eerder gingen het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond, het Deventer Ziekenhuis, Carolus/ Rotterdam en Ziekenhuis Walcheren ziekenhuisbreed over op MCS. Bij tien andere ziekenhuizen draaien aparte MCS-modules, soms één maatschap, soms vele afdelingen. In mei 2001 volgde ook het grote Thorax-centrum in Rotterdam, onderdeel van het academische Dijkzigt Ziekenhuis. Ook de Thorax-centra in Aruba en Curaçao gebruiken MCS-software. De keuze van het Martini Ziekenhuis wordt voor MCS een lakmoes-proef. Tot dusver kreeg MCS vooral cardiologen, longartsen en internisten enthousiast. Als men erin slaagt alle medisch specialisten van dit grote ziekenhuis soepel aan het toetsenbord te krijgen, zal de uitstraling van MCS fors toenemen. Strategisch belangrijk is dat alle MCS-modules gebruik maken van Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s), een systematiek om ‘zorgproducten’ te leveren met vaste prijzen. De kennis daarvoor is opgedaan in Helmond, een van de ‘DBC-koploper-ziekenhuizen’. De snelle groei van MCS geeft aan dat ziekenhuizen bij de eigen ZIS-leverancier vaak niet in hun EPD-behoefte kunnen voorzien. Bij de keuze voor MCS hebben medisch specialisten vaak de beslissende stem en niet zozeer de automatiseringsafdeling. MCS begon eind tachtiger jaren als leverancier van financieel-administratieve software voor medisch specialisten, onder MS-Dos. Daar kwam later medische functionaliteit bij. Daar komt de populariteit bij medisch specialisten uit voort. Inmiddels koppelt MCS haar modules aan de ZIS-sen van Hiscom, Torex, Rodias, McKessonHBOC en VCD. Via de HL7—standaard wordt informatie uitgewisseld met de ZIS-sen, terwijl alle data in een eigen database worden opgeslagen, veelal SQL server. “Wij willen niet afhankelijk zijn van de database van een röntgen- of labsysteem”, zegt MCS-directeur Ed van der Velden. Alle MCS-modules zijn volledig grafisch en draaien onder een 32 bits Windows-omgeving. Een op webtechnologie gebaseerd factuursysteem wordt momenteel getest. Open source MCS hanteert een vrij opmerkelijke ontwikkelstrategie met OpenSource kenmerken. Op basis van het kernproduct Specialist laat men ICT-afdelingen in ziekenhuizen nieuwe modules ontwikkelen, samen met lokale artsen. Voltooide modules worden zonder kosten aan andere klanten ter beschikking stelt. “De broncode is grotendeels open”, zegt Van der Velden. “Alle ontwikkelaars maken zelf plug-ins. Wij zijn alleen maar dirigent. Veel ziekenhuizen willen het liefst zelf een EPD bouwen, samen met medisch specialisten. Daarvoor ontbreekt kennis en menskracht. Met MCS hebben ze een tussenoplossing.” Ontwikkelaars uit verschillende ziekenhuizen komen met regelmaat naar Wilp om de onderdelen af te stemmen. Een instellingsbrede aanschaf van MCS-modules kost een doorsnee ziekenhuis ongeveer zes ton, met 20 procent daarvan als jaarlijks onderhoudstarief. Daarmee heeft men zonder extra betaling recht op nieuw ontwikkelde modules. Ondanks de opmerkelijke groei heeft MCS nauwelijks interesse voor landelijke ontwikkelingen als VIZI, OIZ, CSIZ of IPZorg. “Wat was dat ook weer”, zegt Van der Velden. “Laat me even denken.” Het NVZ-rapport over zorg-ICT kent hij vaag. “Het is niet óns Handboek Soldaat.” Ook aan marketing en PR wordt weinig gedaan. “Wij krijgen al onze groei op recommendatie, via tevreden klanten”, zegt de MCS-directeur. “Politiek denkt men te moeten bepalen welke software gebruikt moet worden. Maar de stem van eindgebruikers op de werkvloer wordt veel belangrijker.” Ook doet MCS niet mee aan gesubsidieerde zorg-ICT-projecten. “Te weinig slagvaardig”, oordeelt Van der Velden. De EPD-ontwikkelingen in Nederland gaan opeens snel. Het laatste half jaar heeft een zestal ziekenhuizen EPD-achtige oplossingen aangeschaft. Daaronder zijn enkele Hiscom-ziekenhuizen die instellingsbreed Mirador gaan implementeren. Het Kennemer Gasthuis koos onlangs ziekenhuisbreed het EPD van 2Cure. Losse modules van Chipsoft draaien al in tientallen ziekenhuizen. Electronisch Patiënten Dossier (firma CMS) in het Deventer Ziekenhuis. Met één muisklik kan de cardioloog aangeven waar zich vaatvernauwingen in de kransslagaders bevinden. foto: anp/ewout staartjes