Microsoftzaak: bestuurders moeten aftreden
Concurrerende producten werden de nek om gedraaid en de consument ontbeert tot op heden een echte keuze voor pcbesturingssystemen en basissoftwareapplicaties.
Al in 1994 was het helder dat Microsoft zich schuldig maakte aan oneerlijke handelspraktijken, op dat moment in het bijzonder tegenover pcfabrikanten. De democratische minister van Justitie Janet Reno zei toen: "Microsofts oneerlijke handelswijzen met betrekking tot het sluiten van overeenkomsten heeft ervoor gezorgd dat andere Amerikaanse bedrijven geen eerlijke kans tot concurrentie hebben gehad, consumenten een effectieve keuze inzake concurrerende pcbesturingssystemen is onthouden en innovatie is vertraagd." Klare, niet mis te verstane taal. Microsoft schikte deze zaak: het softwarebedrijf verplichtte zich haar systeemsoftware op een andere, eerlijke manier aan de computerindustrie te licenseren.
Later, in oktober 1997, daagde het ministerie van Justitie Microsoft voor de rechter omdat pcfabrikanten in relatie tot de browser Microsoft Explorer mogelijk onder druk werden gezet en die stelde in april 2000 vast dat Bill Gates cum suis opnieuw het mededingingsrecht aan hun laars lappen. Misbruik van monopolies.
Voor dat jarenlange ongeoorloofde handelsbeleid zouden Microsofts bestuurders heel diep moeten buigen, de samenleving hun excuus aanbieden en vervolgens aftreden. Dat getuigt van ‘corporate responsibility’, waar de door extreme managementschandalen geplaagde Amerikaanse samenleving zo de mond vol van heeft. En dan laat je zien dat je met een schone lei wilt beginnen. William H. Gates III als huilende televisiedominee: ‘O Lord, I have sinned!’.
Strijdbaar
Het omgekeerde is waar. Toen Bill Gates op 22 april jongstleden in Washington DC voor het eerst zelf in de rechtszaal verscheen en onder ede moest getuigen, was hij strijdbaar als vanouds. Let op, de zaak gaat op dat moment niet meer over de vraag meer of Microsoft onrechtmatig handelt dat stond al buiten kijf maar wat de sancties voor dit laakbare gedrag zouden moeten zijn.
Gates hekelde in de getuigenbank de sanctievoorstellen van negen van de achttien overgebleven Amerikaanse staten en het District van Columbia, omdat hierdoor het Windowsbesturingssysteem als industriestandaard zou worden gebroken en het intellectuele eigendomsrecht op Windows door anderen geconfisqueerd. Zonder blikken of blozen dreigde hij vervolgens Windows van de markt te halen wanneer de strafsancties op overtreding van het mededingingsrecht te hard zouden zijn!
Wat wilden de negen staten en DC dan, nu al in een eerdere fase de splitsing van de onderneming in twee delen als sanctie van de baan was? Microsoft zou verplicht moeten worden een gestripte versie van Windows op de markt te brengen, zonder nauwgebundelde applicaties zoals bijvoorbeeld een browser. Ook maakten de overgebleven eisers zich sterk dat Microsoft de broncode van haar dominante Officepakket aan onafhankelijke softwareontwikkelaars zou gaan licenseren, zodat deze er versies voor bijvoorbeeld het besturingssysteem Linux mee kunnen produceren.
Gates repliceerde dat Microsoft alleen al op technische gronden niet aan de voorstellen kon voldoen. Dat was ‘uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk’. Bovendien voelde hij er weinig voor om concurrenten een ‘free ride’ met Microsofts R&D te geven.
Teleurstellend
De nu vastgestelde sancties zijn teleurstellend, want het is nog maar de vraag of openbaarmaking van de broncode van Windows aan concurrenten of de harmonisatie contracten met pcfabrikanten en de openbaarmaking van prijzen ‘een grote overwinning voor consumenten en het bedrijfsleven’ is, zoals de republikeinse minister van Justitie John Ascroft vorig week claimde. Nog teleurstellender is dat de raad van toezicht die Microsoft in de gaten moet houden, door Microsoft zelf benoemd mag worden.
Natuurlijk lacht Microsoft. Iedere (informatie)samenleving krijgt immers het recht dat ze financieel verdient. Het woord is nu aan de Europese Commissie.