Mogelijkheden opensourcesoftware schromelijk overschat
Opensourcesoftware (OSS) is, in de definitie van de staatssecretaris, software waarvan de broncode ter beschikking staat aan de gebruiker, die daarmee de software naar eigen inzicht kan aanpassen en verspreiden. De verwachtingen van de staatssecretaris zijn hoog: opensourcesoftware verhoogt de kwaliteit van software, verlaagt de kosten, vermindert de afhankelijkheid van leveranciers, voorkomt misbruik van monopolisten, en vergroot de mogelijkheden van gegevensuitwisseling. Kennelijk wordt de huidige software bij de overheid als inferieur en duur ervaren. Het zijn de bekende bezwaren tegen Microsoftproducten en voor een aantal Microsoftproducten zijn inderdaad OSSapplicaties beschikbaar, die op de genoemde punten beter presteren. Maar daarmee is OSS geen panacee voor alle softwaregerelateerde problemen. Met opensourcesoftware wordt vaak programmatuur bedoeld waarvan de broncode beschikbaar is voor de gebruiker. Deze definitie is te algemeen en daarom niet zinvol. Het publiceren van de broncode op een website is een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde voor een succesvol OSSproject. In feite is pas sprake van opensourcesoftware, wanneer programmeurs uit verschillende organisaties of op persoonlijke titel gezamenlijk software ontwikkelen. Het grote voorbeeld hier is natuurlijk Linux, dat door talloze programmeurs in de loop der jaren is ontwikkeld. Deze precisering van de definitie decimeert het aantal succesvolle OSSapplicaties. Wie een uurtje ‘bladert’ door de website van SourceForge.net ziet dat rijp en groen door elkaar staan. Hoe bepaal je als ICTmanager bij de overheid wat in deze brei bruikbaar is en wat niet? En hoe weet je of de kwaliteit voldoende is? Hoe staat het met ondersteuning? Beschikbaarheid van de broncode is los van de OSSdefinitie een zwaar overschat voordeel voor de gebruiker. Leveranciersafhankelijkheid voorkom je er nauwelijks mee. Iedere programmeur en ieder softwarebedrijf heeft zo zijn eigen standaarden en opvattingen over softwareontwikkeling en zal niet zonder meer verder kunnen ontwikkelen aan bestaande software. Hier en daar gaan geluiden op om als overheid op te treden als initiator van OSSprojecten. Dit klinkt mooi, maar er zitten allerlei haken en ogen aan. Gevestigde leveranciers zullen protesteren wegens concurrentievervalsing, wat in het geval van Oase inderdaad is gebeurd. Wie garandeert dat een OSSapplicatie bruikbaar is voor verschillende organisaties en dat de markt de applicatie ‘oppikt’? En welke gemeente gaat het eerste OSSsysteem voor sociale diensten ontwikkelen, al dan niet gesubsidieerd door de Rijksoverheid? De gemeente Amsterdam is destijds het schip in gegaan met een eigen systeem. Een OSSlabel is geen garantie voor een geslaagde systeemontwikkeling. Veel te gemakkelijk stelt het Osossprogramma dat de overheid beschikt over een groot contingent aan programmeurs, dat ingezet kan worden voor de ontwikkeling van specifieke software. "Met internet als faciliterend communicatieplatform kunnen ontwikkelaars uit alle delen van de overheid hieraan meewerken." Toe maar... De OSSprincipes zijn al helemaal niet van toepassing op maatwerksoftware, zoals het Osossprogramma wel suggereert. De programmeurs van de OSS gemeenschap hebben er geen enkel belang bij om mee te ontwikkelen aan maatwerksoftware, nog los van het feit dat zij geen kennis hebben van de context van deze software. Bovendien eist de overheid nu doorgaans al dat de intellectuele eigendom en de broncode van maatwerksoftware aan de opdrachtgever toekomen. Op dit punt zal er dus weinig veranderen. Is opensourcesoftware dan geen alternatief? Zeker wel. Opensourcesoftware is geen hype. Er zijn legio voorbeelden van geslaagd gebruik ervan. Maar de ICTmanager die de aanschaf van opensourcesoftware overweegt, zal hierbij strikte criteria moeten hanteren. Verstandig is om in ieder geval alleen OSSapplicaties te overwegen die zich al hebben bewezen. Onderhoud en ondersteuning moeten goed geregeld zijn. Om teleurstelling over de mogelijkheden van opensourcesoftware te voorkomen is tempering van de verwachtingen noodzakelijk. Zo niet, dan staat het fenomeen opensourcesoftware een teleurstelling te wachten die het niet verdient. Rien Wertheim is directeur van Furore, een maatwerksoftwarebedrijf dat actief is in de zorgsector, het onderwijs en de wetenschap.