Overslaan en naar de inhoud gaan

Mogelijkheden open­source­software schromelijk overschat

Een nuchtere kijk op open­sourcesoftware leert dat het programmavoorstel Open Standaarden en Open Source Software (Ososs), dat onlangs door staatssecretaris Wijn aan de Tweede Kamer werd gestuurd, een veel te optimistisch beeld schetst, vindt Rien Wertheim.
Business
Shutterstock
Shutterstock

Open­sourcesoftware (OSS) is, in de definitie van de staatssecretaris, software waarvan de broncode ter beschikking staat aan de gebruiker, die daarmee de software naar eigen inzicht kan aanpassen en verspreiden. De verwachtingen van de staatssecretaris zijn hoog: open­sourcesoftware verhoogt de kwaliteit van software, verlaagt de kosten, vermindert de afhankelijkheid van leveranciers, voorkomt misbruik van monopolisten, en vergroot de mogelijkheden van gegevensuitwisseling. Kennelijk wordt de huidige software bij de overheid als inferieur en duur ervaren. Het zijn de bekende bezwaren tegen Microsoft­producten en voor een aantal Microsoft­producten zijn inderdaad OSS­applicaties beschikbaar, die op de genoemde punten beter presteren. Maar daarmee is OSS geen panacee voor alle softwaregerelateerde problemen. Met open­sourcesoftware wordt vaak programmatuur bedoeld waarvan de broncode beschikbaar is voor de gebruiker. Deze definitie is te algemeen en daarom niet zinvol. Het publiceren van de broncode op een website is een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde voor een succesvol OSS­project. In feite is pas sprake van open­sourcesoftware, wanneer programmeurs uit verschillende organisaties of op persoonlijke titel gezamenlijk software ontwikkelen. Het grote voorbeeld hier is natuurlijk Linux, dat door talloze programmeurs in de loop der jaren is ontwikkeld. Deze precisering van de definitie decimeert het aantal succesvolle OSS­applicaties. Wie een uurtje ‘bladert’ door de website van SourceForge.net ziet dat rijp en groen door elkaar staan. Hoe bepaal je als ICT­manager bij de overheid wat in deze brei bruikbaar is en wat niet? En hoe weet je of de kwaliteit voldoende is? Hoe staat het met ondersteuning? Beschikbaarheid van de broncode is ­ los van de OSS­definitie ­ een zwaar overschat voordeel voor de gebruiker. Leveranciersafhankelijkheid voorkom je er nauwelijks mee. Iedere programmeur en ieder softwarebedrijf heeft zo zijn eigen standaarden en opvattingen over softwareontwikkeling en zal niet zonder meer verder kunnen ontwikkelen aan bestaande software. Hier en daar gaan geluiden op om als overheid op te treden als initiator van OSS­projecten. Dit klinkt mooi, maar er zitten allerlei haken en ogen aan. Gevestigde leveranciers zullen protesteren wegens concurrentievervalsing, wat in het geval van Oase inderdaad is gebeurd. Wie garandeert dat een OSS­applicatie bruikbaar is voor verschillende organisaties en dat de markt de applicatie ‘oppikt’? En welke gemeente gaat het eerste OSS­systeem voor sociale diensten ontwikkelen, al dan niet gesubsidieerd door de Rijksoverheid? De gemeente Amsterdam is destijds het schip in gegaan met een eigen systeem. Een OSS­label is geen garantie voor een geslaagde systeemontwikkeling. Veel te gemakkelijk stelt het Ososs­programma dat de overheid beschikt over een groot contingent aan programmeurs, dat ingezet kan worden voor de ontwikkeling van specifieke software. "Met internet als faciliterend communicatieplatform kunnen ontwikkelaars uit alle delen van de overheid hieraan meewerken." Toe maar... De OSS­principes zijn al helemaal niet van toepassing op maatwerksoftware, zoals het Ososs­programma wel suggereert. De programmeurs van de OSS­ gemeenschap hebben er geen enkel belang bij om mee te ontwikkelen aan maatwerksoftware, nog los van het feit dat zij geen kennis hebben van de context van deze software. Bovendien eist de overheid nu doorgaans al dat de intellectuele eigendom en de broncode van maatwerksoftware aan de op­drachtgever toekomen. Op dit punt zal er dus weinig veranderen. Is open­sourcesoftware dan geen alternatief? Zeker wel. Open­sourcesoftware is geen hype. Er zijn legio voorbeelden van geslaagd gebruik ervan. Maar de ICT­manager die de aanschaf van open­sourcesoftware overweegt, zal hierbij strikte criteria moeten hanteren. Verstandig is om in ieder geval alleen OSS­applicaties te overwegen die zich al hebben bewezen. Onderhoud en ondersteuning moeten goed geregeld zijn. Om teleurstelling over de mogelijkheden van open­sourcesoftware te voorkomen is tempering van de verwachtingen noodzakelijk. Zo niet, dan staat het fenomeen open­sourcesoftware een teleurstelling te wachten die het niet verdient. Rien Wertheim is directeur van Furore, een maatwerksoftwarebedrijf dat actief is in de zorgsector, het onderwijs en de wetenschap.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in