Onrust over afschrijven ERP-software
Stevige protesten van VDMA en BDI, de Duitse tegenhangers van VNO-NCW, leidden tot een aanpassing van de afschrijvingstermijn tot vijf jaar. Maar de onvrede is nog niet uit de lucht. Volgens het voorstel moet ook alle energie die in het aanpassen van een ERP-pakket wordt gestoken over die vijf jaar afgeschreven worden. De belastingautoriteiten willen verder dat de afschrijvingsperiode ingaat op het moment dat een (aangepast) pakket feitelijk in gebruik wordt genomen - een tijdstip dat door de modularisering niet simpelweg is vast te stellen. Ook is er een koppeling voorzien tussen de duur van het onderhoudscontract en de afschrijvingstermijn. Dergelijke richtlijnen zullen in Nederland niet snel opduiken, denkt Jan Pasmooij van accountantsbranchevereniging Nivra. Het gaat in dit geval om fiscale wetgeving. "En in Duitsland is er meer verschil tussen de regels voor fiscale verslaglegging en die voor commerciële verslaglegging. In Nederland geldt in principe geen vaste afschrijvingstermijn." Voor beursgenoteerde ondernemingen gelden hier de IFRS-regels en voor de overige bedrijven de regels van de Raad voor de Jaarverslaggeving. In beide gevallen geldt zowel fiscaal als commerciëel gezien het ‘goed koopmansgebruik’. "In de praktijk is de softwarelevensduur vaak drie tot vijf jaar." Ook de Belastingdienst meldt geen onderscheid te maken tussen software en andere productiemiddelen. Men gaat simpelweg uit van aankoopkosten, installatiekosten, restwaarde en de (economische) gebruiksduur. Dat het Duitse voorstel ook bij een softwareleverancier als SAP weinig genade vond, bleek wel uit de reactie van SAP’ s financiële topman, Werner Brandt, tegenover het weekblad Computerwoche. Het vijfjarige termijn acht Brandt niet te handhaven; de korte innovatiecycli in ERP-software zouden eerder een afschrijvingstermijn van drie jaar nodig maken. In de VS geldt die termijn ook, en in Frankrijk is het zelfs maar één jaar. Het voorgestelde ingangsmoment van de vijfjaars-termijn is ook niet in overeenstemming met de geldende regels, meent hij. Brandt komt ook met een nieuw punt: waarom wordt ERP-software geïsoleerd gereguleerd? Het is zowel fiscaal als bedrijfsmatig lastig dat soort software af te bakenen ten opzichte van bijvoorbeeld CRM-software. SAP levert beide vaak in één aanbod. Een saillant detail uit het protest van de VDEB (de Duitse tegenhanger van IT-brancheorganisatie Nederland-ICT) is dat softwareleveranciers zich bedreigd zouden voelen door de regeling. Zij zouden zich door klanten gedwongen voelen hun software op huurkoop- en lease-basis te leveren, waarmee het ondernemersrisico op hen afgewenteld zou worden. Kennelijk zit ‘software as a service’ nog niet bij iedere sofwareleverancier tussen de oren.