Opties in het geding
Het duurde even, maar sinds half juli heeft ook Silicon Valley zijn boekhoudschandaal. De directie van HPL Technologies heeft het laatste kwartaal voor 11 miljoen dollar aan orders uit de duim gezogen, op een omzet van 13,7 miljoen dollar. Het is opvallend dat de grootste boekhoudschandalen tot nu toe hebben plaatsgevonden buiten de Valley: Enron was gevestigd in Houston (Texas) en Worldcom in Clinton (Mississippi). Desondanks wordt Silicon Valley aangewezen als hoofdschuldige van de rommel die creatief boekhouden heeft opgeleverd. Het recht om op een bepaalde dag tegen een vooraf vastgesteld prijs aandelen te kopen is nu de bron van al het kwaad. En dergelijke opties als beloning zijn in de Valley uitgevonden. De waarde van de eigen opties dreef de di- rectie van Enron, Worldcom, Xerox, Tyco en vele andere bedrijven tot leugens over de financiële prestaties. Door de winst en omzet te manipuleren, bleef de koers van het aandeel hoog. Daardoor konden de heren directeuren miljoenen incasseren. Hebberige directeuren mogen echter niet de pret voor de hele klas bederven, werpen voorstanders van opties tegen. Dankzij opties kunnen start-ups met weinig geld personeel aan zich binden. De opties hebben een looptijd van enkele jaren, bij vroegtijdig vertrek worden ze waardeloos. Daarnaast motiveren de waardepapieren het personeel om hard te werken tegen een laag salaris. Met een goedgevulde jackpot in het vooruitzicht. De werknemers van Microsoft incasseerden in 2000 naast hun salaris gemiddeld elk 416.353 dollar. De opties zijn daarnaast ook aantrekkelijk voor het bedrijf. Ze kosten de baas geen geld, maar slechts een piepklein stukje van het eigen bedrijf. Tenminste volgens de huidige boekhoudkundige regels, waarvoor de technologiesector in het verleden hard heeft gelobbyd. In werkelijkheid kosten ze wel degelijk geld. Als een onderneming zijn personeel met korting aandelen verkoopt, neemt de waarde van het bedrijf niet toe, maar het aantal eigenaars wel. Hierdoor verwatert de waarde van de afzonderlijke aandelen. Er gaan dan ook stemmen op om de regels zo te veranderen, dat de kosten van optiepakketten in mindering worden gebracht op de winst. Na de schandalen rond Enron en Worldcom gaan enkele bedrijven dit vrijwillig doen, maar zij vormen een minderheid. Onder meer Cisco, Dell, Intel en Microsoft zijn fel tegenstander van nieuwe regels. IT-bedrijven strooien namelijk als geen ander met opties. Als de kosten van optieregelingen ook werkelijk als kosten gerekend moeten worden, zou de winst van IT-bedrijven 70 procent lager uitvallen, zo becijferde zakenbank Merrill Lynch. Voor de vijfhonderd grootste bedrijven van Amerika zou de winst slechts 21 procent lager uitvallen. Wanneer de winst 70 procent lager uitvalt, blijft er van de waarde van het aandeel weinig over. En daarmee worden ook de opties waardeloos. Dat is precies het doel van de tegenstanders van de lucratieve regelingen. Maar de directies uit de Valley betwijfelen of hun personeel wel tegen een minimaal salaris tachtig uur per week wil werken als daar op de lange termijn geen pot met goud tegenover staat. De toekomst van de innovatie staat op het spel, waarschuwt de Valley. De keerzijde is dat beleggers hun vertrouwen hebben verloren in de boekhouding van bedrijven die veel opties uitdelen. Waar hechten we meer waarde aan?