Pap zonder krenten
Als een van de automatiseerders van de server- en opslagspecialist uit een bepaalde klus veel motivatie haalt, dan wil Van Scheijen nog wel eens aan de klant vragen of deze wat langer dan afgesproken mag meedraaien. "Zo zijn ICT’ers toch? Je moet ze blijven uitdagen." Techneuten "Als we het zelf kunnen, dan doen we het zelf. Is die kennis niet in huis, maar heeft een van onze medewerkers er wel veel interesse in, dan kijken we toch of deze kan worden ingezet bij het project." Van Scheijen lijkt er nogal gespitst op om dit soort frustraties te voorkomen bij haar medewerkers. "Onze infrastructuurtechneuten werken hard en ze klagen weinig. Als je ze inhoudelijk kan stimuleren met leuke projecten, dan proberen we dat te regelen." Meteen voegt ze toe: "Wij garanderen de kwaliteit van ons werk en we doen dit alleen als het aansluit bij de behoefte van de klant. Maar saai ICT-werk motiveert niet." Softwarebedrijf Compuware in Amsterdam-Zuidoost lost het anders op. De directeur voor Europa en Noord-Afrika, Maurice Groeneveld, herkent het probleem. Kostenoverwegingen tellen echter het zwaarst, vindt hij. Hij denkt daarnaast dat het wel meevalt met de frustraties over het verdwijnen van leuke klussen. "Wat een groot project interessant maakt, is het bedenken, opzetten en begeleiden ervan. Dat is hoogwaardig werk en dat doen we zelf. De programmeertaken, het volume-werk, dat kun je heel goed uitbesteden." Genoeg te leren "Ook in onze organisatie verdwijnt deze uitvoer. En ook bij ons zijn er automatiseerders die dat voelen." Om te voorkomen dat deze ICT’ers uitgekeken raken, leidt Compuware ze op. "Je moet zorgen dat ze meer en gevarieerdere taken aankunnen. Daarmee schuiven ze naar de businesskant van de projecten. Maak ze verantwoordelijk voor projectmanagement en de implementatie, ook daar valt nog genoeg te leren." Een concreet voorbeeld vindt Groeneveld de softwaretesters die het bedrijf in dienst heeft. "Daar hebben we hele goede van in dienst. Maar het is ‘repeatable’ werk, dus dat wordt steeds meer uitbesteed. We leiden ze daarom op, zodat ze risico-analyse kunnen doen, of het testmanagement of de projectleiding." Code-kloppers, die heeft Compuware uiteraard ook in dienst gehad, vertelt de Emea-directeur. Dat is typisch een taak die het bedrijf uitbesteed. Wat te doen als een medewerker juist dat werk wil blijven doen? "Ik zie twee scenario’s. Je kunt afscheid van elkaar nemen, of je probeert de medewerker bij een van de collega-bedrijven te plaatsen." Groeneveld probeert dat eindspel te voorkomen. Het bedrijf moet vooraf duidelijk maken aan het personeel wat de koers is. "Je kan niet een nearshoring-prijs afspreken met een klant, en dan daar nog een factor op loslaten om lokaal alsnog een paar medewerkers in te zetten. Dat is economisch onverantwoord. Als het budget geen ruimte heeft om het in Nederland te doen, dan is er geen keus. Wil je die programmeurs blijven motiveren, zul je ze ander werk moeten aanbieden. Ze moeten er klaar voor zijn om in het volgende project een belangrijker rol te spelen." Dit dilemma herkent ook Lex de Weille, accountmanager bij hardware- en dienstenleverancier Bull in Amsterdam. "Je kan medewerkers niet steeds op de hoogte houden van alle of de meest recente technieken. Dan zijn ze continue op school." Uit handen geven Zeker op kleinere ICT-afdelingen ontbreekt daarvoor tijd en budget, zegt De Weille. "Iemand kan het wel leuk vinden om Java onder de knie te krijgen, maar dat is typisch programmeerwerk wat je aan een andere ICT-er overlaat." Volgens De Weille komt het onder meer voor bij sommige van zijn klanten, de overheid. "We hebben de afgelopen jaren bij een negental gemeenten een Jboss-middlewareserver of een Tomcat Java-applicatieserver ingericht. Dat zijn hartstikke interessante klussen, waar veel bij komt kijken. Het gaat om het aanleggen van verbindingen met de gemeente-applicaties van Pink of Centric, het afstellen van de firewalls, het aanmaken van ssl-certificaten en het opzetten van Digid-diensten. De meeste ICT-ers loopt het water daarbij in de mond, hoor. Maar het zijn meestal gelijk hun taken niet meer." De vertwijfeling kan vervolgens groot zijn, weet De Weille. De nieuwe machines betekenen ook de binnenkomst van een ICT-aanpak die goed is uit te besteden. "Dat apparaat kan bij de gemeente in huis staan, maar wordt door ons beheerd. Of het staat helemaal bij ons. Het komt zelden voor dat de gemeente dat helemaal zelf uitvoert." Ook bij Bull zien de medewerkers af en toe met lede ogen aan hoe een uitdagende klus naar een concurrent gaat, omdat die een betere prijs biedt. Het komt voor dat Bull externen inhuurt om in het bedrijf het simpele beheerwerk uit te voeren of de pc’s in te richten. "Je moet er op letten dat je eigen medewerkers die daarvoor verantwoordelijk zijn, niet vereenzamen. Die hebben ineens minder collega’s of zien iedere week nieuwe gezichten. Het kan zomaar zijn dat door zo’n project hun lunchwandelclub is opgeheven. En daardoor kan de lol in de techniek verdwijnen." "Een Oracle-specialist zal het niet zo snel overkomen. Die blijft wel geboeid door de migratie naar de nieuwste versie. Maar gaan de nieuwe dingen, zoals het inrichten van WebSphere of Tomcat, steeds aan je neus voorbij, dan kan dat een domper zijn." De meest bijzondere aanpak is wel die van A&B Software Solutions uit Zaandam. Dit in.Net gespecialiseerde softwarebedrijf geeft de 25 medewerkers een paar keer per jaar de tijd om een project geheel naar eigen inzicht technisch uit te voeren. Volgens mede-oprichter Maarten Alleman is het de beste manier om automatiseerders gemotiveerd te houden. Dat is ook precies waarom hij en zijn compagnon het als beleid invoerden. "Onze programmeurs krijgen er twee, drie keer zoveel tijd voor als anders, maar het geeft ze wel de mogelijkheid zich te verdiepen in iets wat ze zelf willen leren." "Natuurlijk is het van belang dat er geld verdiend wordt. Dat is niet de enige prioriteit. Op een goede en leuke manier werken telt eveneens zwaar. Deze bedrijfsvoering zorgt voor zeer gemotiveerde collega’s. We hebben sinds de oprichting in ‘97 altijd een goede winst geboekt." "De programmeurs vinden het leuk om met nieuwe technologie bezig te zijn. Wij geven ze af en toe de vrijheid om te experimenteren." ‘Interne weerstand bemoeilijkt offshoring’ Weerstand van medewerkers kan offshoring in de weg staan. ‘Geen grote weerstand in eigen huis’, is een van de voorwaarden voor offshoring die de Raad voor Werk en Inkomen begin april opstelde. Offshoring komt met een aantal eisen, stelt de adviesraad. Slecht een klein ICT-activiteiten komt daarom zonder meer voor uitbesteding in aanmerking. Is er intern veel weerstand, dan is offshoring lastig. Daarnaast moet er voldoende kritieke massa zijn en een goede aansturing. Het te offshoren werk heeft weinig directe klantcontacten nodig zijn en een goede infrastructuur. Ook de veiligheid moet gewaarborgd zijn en het project moet geen hinder ondervinden van cultuur- en taalproblemen. Dat stelt de Raad voor Werk en Inkomen in hun meest recente arbeidsmarktanalyse, gepubliceerd op 11 april. "Wanneer aan een of meer van deze voorwaarden niet voldaan is, werkt dit belemmerend op het offshoringsproces en op de voordelen die ermee behaald kunnen worden." Volgens de Raad valt het overigens nogal mee met de werkgelegenheidseffecten van offshoring. "Voor Nederland blijven die de komende tien jaar waarschijnlijk beperkt. Zelfs wanneer de vraag naar ict’ers zeer matig, met twee procent per jaar, groeit, zal bij een offshoring van 20.000 banen, gemiddeld 2.000 per jaar, de werkgelegenheid van de sector met 33.000 banen groeien in de periode tot 2014." Volgens de RWI zorgde het tekort aan ICT’ers eind jaren negentig voor de eerste druk om automatiseringswerk uit te besteden aan andere landen. De laatste tijd is het juist het kostenvoordeel dat als argument dient voor offshoring. "Dat verschil in directe arbeidskosten kan oplopen tot 90 procent."