‘Privacy’ is hindernis voor bouwers digitaal dossier
De socialezekerheidssector weet van aanpakken. De in december ingestelde ‘Expertcommissie informatievoorziening en elektronische dienstverlening SUWI’ (Samenwerking Uitvoering Werk en Inkomen), onder voorzitterschap van de Amsterdamse hoogleraar informatica en voormalig CBS-topman Wouter Keller, kwam in april met een rapport, met op zowat elke pagina de kreet ’SUWI-dossier’. Toen staatssecretaris Van Hoof het stuk, ‘De burger bediend!’, in mei naar de Tweede Kamer zond, meldde hij het CWI al te hebben opgedragen voor juli met een plan te komen. Backbone Dit Ontwikkelingsplan Digitaal Klantdossier, gedateerd 1 juli, ligt er nu, met een bijlage over functionaliteit en architectuur. Het dossier moet de backbone worden van de keten Werk & Inkomen. "Via dit dossier is alle keteninformatie over cliënten beschikbaar voor alle betrokkenen onafhankelijk van plaats en tijd," schreef Van Hoof de Kamer en voor ‘cliënten’ had hij ook nog eens ‘alle’ kunnen zetten. Het ontwikkelingsplan zegt het zo: "Het digitaal klantdossier is een representatie van alle relevante gegevens, zowel actuele als historische, omtrent een klant binnen het Suwi-domein. Het digitaal klantdossier is beschikbaar voor alle betrokkenen, klant of professional, onafhankelijk van plaats en tijd." Het plan spreekt van EA/ED: elektronisch archief/dito dossier. Het faciliteert de ‘omgekeerde intake’, waarbij de overheid, ondersteund door een wettelijk verbod op ‘dubbele gegevensuitvraag’, in formulieren al invult wat zij over je weet. De verantwoordelijk bewindspersoon biedt het dossier inzicht in de werking van de keten. Men opteert voor de gefaseerde invoering van een eenvoudig systeem. ‘Liever 80 procent gerealiseerd in 2 jaar dan 100 procent in 10 jaar’, schreef de commissie-Keller al. Het systeem put uit de processystemen van CWI, UWV en Gemeentelijke Sociale Dienst. Nog dit jaar moeten pilots worden ingericht om begin 2006 te starten. Nodig zijn ‘aanzienlijke investeringen’, voorlopig is voor volgend jaar ‘als indicatie van de projectkosten’ minimaal tien miljoen euro begroot. Het digitale dossier is geen fysieke gegevensverzameling, maar een virtuele en wordt na een zoekvraag steeds samengesteld uit data uit genoemde primaire systemen of uit systemen van ‘relevante’ derden. Onderscheiden worden drie ‘informatiegebieden’, die in het dossier een plaats krijgen; Basisgegevens, documenten en statusinformatie. Basisgegevens zijn ‘gestructureerde klantgegevens, zowel inkomensgerelateerd als werkgerelateerd’. Documenten zijn, eventueel gescand, in een documentmanagementsysteem op te slaan. Statusinformatie omvat data rond de plaats van de klant in de keten. Elders in het plan wordt nog een driedeling gemaakt, waarbij naast gegevens over werk en inkomen zijn voorzien: ‘Relevante gegevens over de persoon (NAW) en zijn of haar situatie bijvoorbeeld woon- en leefsituatie, opleiding etcetera. Dat wordt dus een gigantische database, virtueel maar met geïntegreerde gegevenspresentatie, vol privacygevoelig materiaal, dat grondige beveiliging verlangt. Hoe gigantisch is onzeker, maar het kan volgens een betrokkene om miljoenen mensen gaan. Al wie een beroep doet op arbeidsbemiddeling, reïntegratie of uitkering, krijgt een dossier. Volgens recente CBS-cijfers hebben 950.000 mensen een arbeidsongeschiktheidsuitkering, 340.000 WW en 360.000 bijstand. Omdat die groepen nogal wisselen, loopt het totaal snel op. Beveiligingsrisico’s hangen samen met de omvang van de dataverzameling, maar ook met die van de gebruikersgroep. Een indicatie voor wie straks in de klantdossiers kan, biedt ‘Suwinet-Inkijk’, een voorziening waarmee medewerkers van de drie ketenpartners nu al elkaars bestanden, de GBA en het VIS bekijken (Verificatie Identificatie Systeem, voor de status van identiteitsbewijzen). Bij de start in 2002 werd gerekend op maximaal 22.000 gebruikers, in mei werd de 25.000ste al genoteerd. Integriteit Dat kan niet altijd goed gaan. Zo zou UWV vorig jaar iemand hebben ontslagen die voor een kennis het adres van diens ex-vrouw had opgezocht. UWV zegt ‘om privacyredenen’ niet op individuele gevallen te willen ingaan en bevestigt noch ontkent het geval. Wel meldt een woordvoerster dat het Bureau Integriteit sinds begin 2003 op in- en externe meldingen 55 onderzoeken heeft gedaan, die zes maal tot ontslag hebben geleid. In de overige 49 zaken was geen sprake van privacyschending of vond deze onopzettelijk plaats en volgde naast een waarschuwing ook een procedureaanpassing. Volgens de woordvoerster was in geen van de 55 onderzochte meldingen het gebruik van Suwinet-Inkijk aan de orde. Voor UWV (20.000 medewerkers) is het voorkomen van incidenten ‘een hot item, want ze zijn uit den boze’. De plannenmakers voor het digitaal klantdossier, nu beschreven in zo’n dertig pagina’s, die natuurlijk nog verdere uitwerking behoeven, laten zien ook aandacht te hebben voor de persoonlijke levenssfeer. Maar wel op een opmerkelijke wijze. Onder ‘mogelijke hindernissen’ verwacht men, naast het ‘autonome karakter van gemeenten’: ‘Bestaande wet- en regelgeving, zoals Privacy’. Het woord komt in het hele verhaal weliswaar slechts één keer voor, maar dan wel met een hoofdletter. We spreken dus van een hindernis om ontzag voor te hebben.