SAP-gebruikers komen in nieuwe netwerken terecht
U spreekt op de VNSG-dagen over ‘business network transformation’. Wat is dat eigenlijk precies en wat is de relevantie voor SAP?
“Dat is het beste te illustreren met voorbeelden. In de jaren tachtig en nog meer in de jaren negentig hebben bedrijven veel geld uitgegeven aan optimalisering. Dat gebeurde via business process engineering en ook IT heeft daarbij geholpen, met software van SAP en anderen. Ik denk dat we nu in de volgende fase zitten. Bedrijven werken immers niet meer geïsoleerd, maar in een netwerk; in de meest simpele versie gewoon met leveranciers en klanten. En men blijft altijd kijken naar: ‘Hoe kan ik verder optimaliseren en hoe kan ik mijn klanten en leveranciers beter in de keten betrekken?’. De optimalisatie gebeurt daardoor steeds meer over de bedrijfsgrenzen heen en de globaliseringsontwikkelingen maken dat nog iets meer nodig.
Ik geef twee voorbeelden. De een is Endress+Hauser, een middelgroot familiebedrijf dat zijn basis heeft in Zwitserland, met een omzet van ongeveer een miljard euro en een winst van rond de 100 miljoen. Ze leveren meetinstrumenten voor de procesindustrie en ze zien door de globalisering steeds meer concurrentie vanuit bijvoorbeeld Azië, waar men hun type producten vrij snel kopieert en tegen veel lagere prijzen kan aanbieden. Dat heeft ze zoals veel bedrijven tot een transformatie gedwongen, van een productaanpak naar een oplossingsaanpak. Ze zien dat alleen producten niet genoeg zijn. Endress+Hauser maakt nu niet meer alleen die systemen meer, maar leveren er ook diensten omheen, zoals asset management en replenishment, waarbij zij die dienst volledig van hun klanten overnemen. Dat doen ze bijvoorbeeld voor Shell en Nestlé, ook klanten van SAP trouwens. En dat is een voorbeeld dat je door de globalisering veel ziet. E+H gebruikt veel IT om die diensten te leveren, want ze moeten de informatie in de gaten houden en verwerken en doorgeven aan een serviceteam dat actie onderneemt en die op zijn beurt weer informatie moet doorgeven.
Een ander voorbeeld is Nike. In Azië zitten hun producenten en in de VS hebben ze Footlockers als retailketen om veel van hun producten te verkopen. Nike is eigenlijk gewoon een soort intermediair tussen hun leveranciers en de retailkant. Stel dat de supply-chainkosten van een schoen ongeveer een dollar zijn en ze kunnen met IT beter en sneller in de gaten houden wat de bestverkopende schoenen in de retailketen zijn, en ze kunnen die informatie direct naar de leveranciers doorgeven – buiten hun eigen distributiecentra om – dan kunnen die kosten met 80 cent omlaag. Dat is wat business network transformation betekent. Je moet soms jezelf uit de keten halen om dingen te optimaliseren en een concurrentievoordeel te behalen. En een bedrijf als E+H kan nu ook waar nodig producten van zijn concurrenten in de dienstverlening integreren, en daarbij toch greep houden op zijn klanten. Zo kunnen ze hun concurrenten ook in de commoditization-hoek duwen.”
En voor het soort informatie-uitwisseling waar u het over hebt hebben we moderne SOA-gebaseerde software nodig?
“Dat is inderdaad een van de elementen. We hebben het Business Process Platform naar voren geschoven met de enterprise services repository, die het samenstellen van nieuwe applicaties op basis van processen die zijn ingebed in het standaard-SAP-platform mogelijk en flexibel maakt. Maar het punt dat we allemaal SAP-software moeten gebruiken, zijn we natuurlijk voorbij. Klanten hebben uiteenlopende platformen. Ons BPP biedt veel mogelijkheden, maar het moet natuurlijk wel kunnen integreren met andere software.”
De conferentie van de VNSG, een gebruikersorganisatie, wordt door de leden goed bezocht. Hoe belangrijk is een organisatie als deze voor SAP?
“Ik denk dat zo’n groep nog steeds erg belangrijk is. Uit de tijd dat ik managing director in België en Luxemburg was, herinner ik me de Nederlandse gebruikersgroep als erg levendig en verbonden. Wat we wel zien is dat gebruikersgroepen steeds meer samenkomen en er een soort globalisering van gebruikersgroepen optreedt. Daarnaast gebruiken we het Sap Developers Network en de Industry Value Networks als alternatieve middelen voor samenwerking tussen gebruikers op een breder niveau dan de nationale verbanden. Dus ze blijven erg belangrijk. We hebben ook reguliere contacten met gebruikers, die zowel kritisch als constructief zijn. Ik hoop dat de VNSG net als ik tot de conclusie komt dat de samenwerking vruchtbaar is geweest. Maar internationale samenwerking zoals binnen SDN en de IVN’s zal de manier veranderen waarop we met de gebruikers communiceren. Wat we van gebruikersorganisaties verwachten is een zo groot mogelijke bundeling van belangen, zodat trends in bepaalde branches of productonderdelen meer gewicht krijgen. En als we strategische zetten willen doen, willen we ook vaker de gebruikersgroepen uitnodigen om hun eerste reacties daarop te begrijpen en van daaruit de introductie van nieuwe producten eventueel aan te passen, als een soort controlemechanisme.”
Prefereert u wellicht een Europese gebruikersgroep boven allerlei nationale groepen?
“Dit gaat niet over voorkeuren. Ik denk dat het gaat over wat het best werkt. En ik denk dat de tools die er nu zijn al betere mogelijkheden geven dan wat er in het verleden steeds is geweest.”
Is de Europese markt nog steeds een markt die een andere benadering vergt dan bijvoorbeeld de VS?
“Ja. SAP heeft net als veel andere bedrijven te maken met de globalisering. Twee factoren spelen een rol belangrijk. Ten eerste blijven landen belangrijk, want bedrijven blijven hun wortels houden in een bepaald land – en daar zijn er in Europa veel van. Maar we kijken ook naar wat we ‘business areas’ noemen. Dus grote bedrijven, middelgrote bedrijven, consulting et cetera. We moeten niet vergeten dat ook onze klanten en partners internationaliseren en globaliseren en ze willen dus overal vergelijkbare interactiemiddelen. We moeten dus werken met een matrix tussen enerzijds landen en anderzijds die business areas. De tweede factor is natuurlijk dat onze aandeelhouders ook willen dat we daarin efficiënter worden.
De Nederlandse markt verschilt daarin niet veel. De meeste bedrijven hebben met dezelfde dingen te maken als in andere landen: de wens van betere klantrelaties en logistieke ketens, en ze willen nieuwe markten op. Ze zoeken allemaal naar systemen die daarbij helpen. Doordat de globalisering wat meer in de Nederlandse cultuur is verweven dan elders, pikt men het wel wat sneller op.”
SAP heeft recent Business ByDesign geïntroduceerd. Hoe is dat product ontvangen?
“Het is bedoeld voor een volumemarkt en wordt geïntroduceerd met een nieuwe businessmodel, waarbij we hebben gekozen voor een gefaseerde introductie. We zijn begonnen in de VS, waar SaaS al wat meer geaccepteerd is, en in Duitsland, waar men er wat verder van af staat. We zitten nog in de opstartfase. Klanten die waren gewend aan het gebruik van point solutions, veel integratie en handmatig werk, die blijken er zeer gelukkig mee. En we staan niet bekend om het aanbieden van software die makkelijk te gebruiken is, dus daar verwachten we nog wel positieve verrassingen. Er zijn veel lokale spelers op deze markt en daarin verwachten we de komende jaren veel consolidatie. En met een online aanbod dat niet meer kost dan een paar kopjes koffie per dag per medewerker zullen we ons met Business ByDesign zeker kunnen bewijzen.”
KopMager 20pt bij inzetverhaal
Feuguercing essis nis essim quatue modiam delit veniamcore magnisl utat autatetue tion henis nostrud magna consecte tet, sed exercidunt laorpero eugiam iusciduisl eseugait do odolorper accum velit, suscipit