School bespaart fors met lokale aanbieder
Met zeven scholen, elf vestigingen waarvan drie buiten de stad en 4800 leerlingen, behoort de scholengemeenschap tot de grotere van het land. Jaarlijks betaalde de OSG Piter Jelles voor de internetaansluitingen een bedrag van 48 duizend euro aan de door de overheid verplicht gestelde provider nl.tree. Het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen (OCW) legde er nog eens een vergelijkbaar bedrag bij dat direct aan nl.tree werd uitgekeerd. Daarnaast was de scholengemeenschap nog eens 52 duizend euro per jaar kwijt aan Priority Telecom die netwerkverbindingen tussen de vestigingen levert, voornamelijk voor het synchroniseren van de server en administratiesystemen. Door een geplande vernieuwing van de administratiesoftware moest Schlingmann al nadenken over een opwaardering van het netwerk tussen de vestigingen. De 256 Kbps netwerkcapaciteit naar het merendeel van de vestigingen en de ISDNlijnen naar de scholen buiten Leeuwarden, zijn voor het nieuwe systeem ontoereikend. Toen de overheid eind vorig jaar aankondigde het contract met nl.tree per 1 januari 2004 te beëindigen, besloot de scholengemeenschap ook voor de aansluiting op internet en Kennisnet het netwerk voor het onderwijs te gaan winkelen bij alternatieve aanbieders. De offertes van KPN en huisleverancier Priority liepen op tot ruim het dubbele van de vraagprijs van ICTCenter, de exploitant van het gemeentelijke glasvezelnetwerk. Glasvezel Begin juni had de Centrale Directie dan ook geen moeilijke keuze: Het ICTcenter kreeg de opdracht alle vestigingen aan te sluiten op het glasvezelnetwerk van de gemeente Leeuwarden. Daaraan gekoppeld werd een 10 Mbpsinternetaansluiting die niet ‘overboekt’ is. Dat wil zeggen: een gegarandeerde capaciteit die niet lijdt onder activiteiten van anderen op hetzelfde netwerksegment. Nadat de sluitingstermijn was verlopen kwam KPN nog met een nieuwe offerte, vergelijkbaar met die van ICTCenter, maar viste achter het net. Rekencentrum De bandbreedte van het glasvezelnetwerk stelt de scholengemeenschap in staat de 39 serversystemen die nu nog verspreid staan over de vestigingen, centraal op te stellen in een rekencentrum. Schlingmann: "Door de samenvoeging blijken opeens nog maar 15 serversystemen nodig. Dat scheelt aan hardwareinvesteringen en de kosten voor het beheer nemen sterk af." Het rekencentrum wordt voorzien van professionele klimaat, elektra en brandbeveiligingvoorzieningen waardoor de betrouwbaarheid van de systemen toeneemt. Nu staan de servers nog veelal in een kast opgesteld. De beheerkosten dalen in de nabije toekomst nog verder doordat de scholengemeenschap heeft besloten de pc’s, na afschrijving, te vervangen door Citrixwerkstations. Met Citrix verandert een pc in een zogeheten ‘thin client’ waarbij de Windowstoepassing op een server draait en alleen de communicatie met scherm en toetsenbord via het netwerk naar de pc van de eindgebruiker wordt gestuurd. Het opwaarderen van softwarepakketten bijvoorbeeld wordt daarmee stukken eenvoudiger. Schlingmann: "Door het centraliseren van de serversystemen kan ook de backup door een medewerker worden uitgevoerd. In de oude situatie zijn dat er elf. Ook beperken we de reiskosten en tijd van het systeembeheer." HP levert de komende vier jaar de nieuwe computers. De leverancier was bereid over deze periode duizend pc’s te leveren met 25 procent korting op de groothandelsprijs. Schlingmann: "HP was niet de enige leverancier die tot dergelijke kortingen bereid was. Onze keuze werd uiteindelijk bepaald door het aanbod gedurende drie jaar reparaties ‘on site’ (op school) uit te voeren." Bij OSG Piter Jelles gaat ook de organisatie van de telefonie op de schop. Schlingmann vond Cisco bereid de gehele telefonieinfrastructuur ‘om niet’ te vervangen door een IPtelefoniesysteem. Tot nu toe maakte de scholengemeenschap gebruik van vier bedrijfscentrales (PBXen) die via het eigen netwerk met elkaar in verbinding staan. Emailserver Nl.tree is in ieder geval verleden tijd bij de Friese scholengemeenschap. Schlingmann onderhandelde voor de zomer nog met de internetprovider voor de scholen over het leveren van emailfaciliteiten. "Nl.tree wilde 2500 euro per maand rekenen voor het beheer van 5000 mailboxen. Nu hebben we besloten zelf een emailserver aan te schaffen. Die kost ongeveer 5000 euro, dus na twee maanden zijn we al uit de kosten. Doordat we bij de inrichting van het nieuwe netwerk een koppeling maken met de SQLserver van het administratiesysteem zijn de beheerkosten beperkt." De tarieven die nl.tree afgelopen week publiceerde voor scholen die in 2004 hun internetdiensten willen blijven afnemen, sterken Schlingmann in de overtuiging dat de scholengemeenschap de juiste keuze heeft gemaakt. "Nl.tree rekent voor internettoegang op basis van 8 Mbps ruim 35.000 euro per jaar. Bij ICTCenter Friesland betalen we nu minder dan de helft." Voorlopig heeft hij zijn handen nog vol aan de migratie van de serversystemen en de telefonie. Daarna ziet Schlingmann echter nog mogelijkheden voor het eigen rekencentrum. "Wij kunnen gemakkelijk als application service provider fungeren, bijvoorbeeld voor het basisonderwijs." Basisscholen zijn vaak kleinschaliger en hebben een probleem bij het verwerven en bijhouden van voldoende ICTkennis. "Door het beheer van de applicaties over te nemen, ontlasten wij de leerkrachten. Bovendien kunnen door schaalvergroting voordeliger hardwareleverings en licentiecontracten worden gesloten." Hij ziet het optreden als ASP niet als branchevreemde activiteit voor een scholengemeenschap. "De opdracht van de scholen is het onderwijs te verbeteren. Daar dragen wij met deze activiteiten aan bij. Bovendien hebben we er zelf belang bij het contact met basisscholen te intensiveren om de doorstroom van leerlingen naar onze scholengemeenschap te bevorderen. Ik heb het idee neergelegd bij de centrale directie en die vond het een interessant plan." Onbekend Schlingmann meent dat de de situatie van de OSG Piter Jelles, met de door de gemeente aangelegde glasvezelring in de buurt, niet uniek is. "Zeker scholen in gemeenten waar veel glasvezel ligt moeten op een vergelijkbare manier kunnen besparen. Veel onderwijsinstellingen zijn echter onbekend met de alternatieven of zijn bang zich op vreemd terrein te begeven."