‘Schuldeisers krijgen 80 procent uitbetaald’
Het zijn opmerkelijke woorden uit de mond van een ondernemer die vorig jaar september uitstel van betaling aanvroeg voor zijn incubator Gorilla Park. Daarmee zou immers de laatste Nederlandse incubator hebben gefaald, en kon het businessmodel worden opgenomen in de lijst met mislukte internetplannen. Maar Gorilla Park is verre van overleden, benadrukt Mol. De surseance van betaling wordt binnenkort opgeheven. "Ik koop Gorilla Park terug. Van de huidige BV’s gaan er drie naar Fortis [een van de aandeelhouders van Gorilla Park, red.], de rest blijft binnen Gorilla Park. Van het geld dat Fortis en GP Ventures [een bedrijf waar Mol zelf eigenaar van is, red.] aan de curator betalen, worden de schuldeisers betaald. Het is een mooie deal. De crediteuren krijgen 80 procent van hun uitstaande schulden betaald." Mol vertrouwt zoveel in het model van de incubator, dat hij zelfs heeft geprobeerd om Twinning over te nemen. Vorig jaar werd deze door de overheid opgerichte investeerder opgeheven omdat er geen koper voor te vinden was. De overheid heeft er sinds 1998 zo’n 90 miljoen gulden (40,9 miljoen euro) in geïnvesteerd. Aanvankelijk werd nog gehoopt op een verkoopprijs van 180 miljoen gulden, maar hoe meer de ambtenaren zich rijk rekenden, hoe harder Twinning onderuit gleed. De overname door Gorilla Park liep stuk op de halsstarrigheid van het management van Twinning, verwijt Mol nu: "We zijn een aantal maanden met Twinning in gesprek geweest. Het is uiteindelijk afgeketst op het management, dat maar al te blij was om zelfstandig verder te gaan. Ik wilde Twinning opnemen in Gorilla Park. Het management heeft het gewoon tegengewerkt en de raad van commissarissen was niet krachtig genoeg. Het is doodzonde als je ziet wat er nu van terecht is gekomen." "Twinning was een goed idee", vertelt Mol. "Als je kijkt hoeveel geld erin is gestopt, kost een beetje snelweg al meer. Het ging fout omdat de overheid erin bleef zitten, zij had na het begin meteen moeten terugtreden. Formeel was Twinning zelfstandig, maar naar buiten toe konden ze dat niet verkopen. Ik geloof meer in de regelingen die er in de jaren zeventig en tachtig waren waarbij de overheid investeringen van commerciële partijen aanvult met overheidsgeld. Dan maak je niet zelf de keuzes in welke bedrijven je investeert." Met of zonder Twinning, Mol blijft investeren in jonge bedrijven. En dat hij daarmee het tij tegen heeft, ontmoedigt de 39-jarige ondernemer niet. Mol bewees zich als ondernemer met zijn softwarebedrijf Prolin, dat managementsoftware ontwikkelde. Onder zijn leiding worstelde de onderneming zich door lastige jonge jaren. In zomer 1994 trekt ABN Amro een lening in, waardoor de onderneming in acute geldnood komt. Prolin krabbelt weliswaar weer op, maar krijgt wel een grote achterstand op de concurrentie. Daarmee wordt het een aantrekkelijke overnamekandidaat voor HP, dat zelf naarstig op zoek is naar een manier om zijn eigen managementsuite OpenView uit te breiden. In 1997 is de overname een feit. De verkoop levert Prolin een slordige 100 miljoen gulden op, waarvan Mol zelf naar schatting zo’n 40 miljoen opstrijkt. In oktober 1998 vertrekt hij bij HP. Nog geen maand later begint hij Tornado Insider, een tijdschrift voor de Europese venture capitalgemeenschap. Acht maanden later investeert hij in de webwinkel Hot Orange.com van vriend en ex-Prolin-werknemer Roel de Hoop. In januari 2000 volgt het investeringsfonds Gorilla Park. Investeerders staan in de rij om hun geld in beheer van Mol te geven, en die investeert het net zo snel weer in jonge starters. Gorilla Park is niet zomaar een investeerder. Het bedrijf richt zich op zeer jonge ondernemingen. Zo jong dat de traditionele investeerders er nog geen brood in zien. Met een zeer intensieve begeleiding en hulp bij onder meer huisvesting en marketing en juridische ondersteuning moeten deze bedrijven in rap tempo worden klaargestoomd voor een beursgang. Op het hoogtepunt heeft Gorilla Park 140 man personeel, verspreid over tien Europese vestigingen. "Het was een mooie tijd", blik Mol terug. "Als je zag hoeveel mensen er opeens zaten in het kantoor in Amsterdam. Ik had twaalf sollicitatiegesprekken per dag. Er was ontzettend veel energie. Dit was voor het eerst dat er in Europa echt resultaat bereikt werd. Ik vond het een fantastische tijd, er was zoveel energie." De internethype draaide overuren, en Mol jubelde vrolijk mee. Zo gaf hij critici ruimschoots munitie met uitlatingen als ‘binnen acht maanden van oprichting naar beursgang’ en ‘als je winst maakt, ben je een lul’. Hij heeft er geen spijt van: "Je zat toen in een situatie waarin geld geen issue was. Er was zoveel geld beschikbaar, dat een idee zo gekopieerd werd. Als iemand anders zag dat je een aardig concept had, gingen zij het gewoon ook doen. Tijd was de enige schaarse factor." "Die uitspraak dat je een lul bent als je winst maakt, komt steeds terug. En ik heb het niet eens zelf bedacht. Toen ik een keer voor Prolin in Silicon Valley was, sprak ik met een kerel die een aantal succesvolle bedrijven had. Ik zat stoer te vertellen dat wij winst maakten, meer om te laten zien dat wij succesvol waren. ‘Dan ben je echt een eikel’, zei hij toen. Dat heb ik er altijd in gehouden." Wanneer in 2000 de internetzeepbel knapt, laat dat ook Mol niet onberoerd. De meest bekende flop is wel het faillissement van webwinkel Hot Orange in augustus 2001. De verklaring luidde destijds dat ‘een van de nieuwe investeerders’ was afgehaakt. Voor het eerst bevestigt Mol nu dat het retailconcern Vendex het doodsvonnis van de start-up tekende. Hij kan er nog altijd boos om worden: "Vendex zou heel veel dingen doen met Hot Orange. Ze zouden geld investeren en bla bla bla. Uiteindelijk hadden ze niet de ‘power’ om dingen gedaan te krijgen bij de bij hun aangesloten organisaties. We hebben de notulen nog van de vergadering met de CFO waarin staat wat ze allemaal zouden gaan doen. Daar is gewoon niets van terecht gekomen. Er zit daar incapabel management." Ook met Gorilla Park zelf dreigt het in 2002 slecht af te lopen. De incubator hoopt in diverse investeringsrondes 150 miljoen dollar op te halen, maar als de teller in april 2002 op 70 miljoen staat, droogt de markt op. "Veel investeerders hebben één keer 20 miljoen dollar geïnvesteerd, maar toen de volgende ronde kwam, haakten zij gewoon af. Dat gebeurde me onder meer bij de Rabobank. De ronde van maart 2002 viel door de mand. We zouden 100 miljoen dollar ophalen. Twee weken voordat het zover zou zijn, was dat opeens van de kaart. Dat is een belangrijke les geweest. Als ik het geld niet op mijn bank heb staan, zal ik ervoor zorgen dat ik zo’n lange horizon heb om voldoende lang te kunnen overleven." De vergelijking met Prolin dringt zich op. In 1995 kwam dit bedrijf in grote moeilijkheden omdat ABN Amro de geldkraan dichtdraaide, waarna het maanden duurde voordat de onderneming die klap te boven kwam. Deze keer is het onder meer de Rabobank die Mol in grote verlegenheid brengt. "Ik wist niet dat er op boardniveau zo makkelijk gedacht werd over het terugtrekken van toezeggingen. Als ik daar beter op had ingespeeld, had ik de afgelopen jaren fantastisch kunnen investeren en was ik niet met allerlei shit bezig geweest." In de zomer van 2002 moet er fors gesneden worden in Gorilla Park zelf. De diensten die de incubator aan zijn jonge bedrijven levert, worden verzelfstandigd of afgestoten. Deze reorganisatie dwingt Gorilla Park afgelopen najaar uitstel van betaling aan te vragen. "We wilden contracten overbrengen van de ene naar de andere B.V. Daar is een surseance een ideaal instrument voor. De huurbaas in Engeland bijvoorbeeld was niet van plan om het huurcontract op een andere naam te zetten. Dat is nu heel makkelijk gelukt. Daarnaast wilden we rust met de langlopende schulden, maar nogmaals, de crediteuren krijgen zeker 80 procent van hun geld." Nu de surseance op het punt staat te worden opgeheven, hoopt Mol zich weer te kunnen concentreren op zijn huidige investeringen en het opzetten van nieuwe bedrijven. Want het wordt hoog tijd dat er een tweede succes uit de stal van Mol komt. En dat dat eraan komt, weet hij zeker. "Er zijn nu naast Prolin vier succesvolle bedrijven waarbij ik aan de wieg heb gestaan. Kijk naar Vibrant Media, Vizuri en Mobile Commerce. Die maken nu al winst. Er zijn maar weinig mensen die me dat nadoen. Ik had in 2001 kunnen zeggen: ‘Jongens, ik heb wel betere dingen te doen in het leven’. Het was toen bij geen van die bedrijven nog duidelijk of dat wel een succes zou worden. Maar ik ben doorgegaan vanwege de mensen bij de bedrijven waar ik in heb geïnvesteerd, vanwege het vertrouwen dat zij in mij gesteld hebben. Het is een kwestie van loyaliteit naar die ondernemers. Ik wil er gewoon zijn voor die gasten."