Strijd rond nieuwe WLan-standaard raakt verhit

Vorige week donderdag leverde het WWise (Worldwide Spectrum Efficiency) consortium een voorstel in bij standaardenorganisatie IEEE, dat transportsnelheden van 135 tot 540 Mbit per seconde mogelijk maakt. Tot dit consortium behoren grote namen in de WLan-wereld als Broadcom, Conexant Systems, _STMicroelectronics en Texas Instruments. TGn Sync, een tweede consortium met daarin onder meer giganten als Intel, Cisco, Nokia, Nortel Networks, Philips, Samsung, Sony en Toshiba, diende een dag later, vlak voor de IEEE-inschrijvingsdeadline, een alternatief in dat een capaciteit van 243 tot maximaal zelfs 600 Mbit/sec moet kunnen bereiken. Met de huidige 802.11g en 802.11-a standaarden is maximaal 54 Mbit/sec te halen. De IEEE werkgroep die de definitieve standaard 802.11n, opstelt, staat de komende maanden voor de taak een oordeel te vellen over zo’n 41 technologieën waaruit de verschillende voorstellen zijn opgebouwd. Datastromen De kampen zijn nogal verdeeld over de te volgen weg, maar bouwden hun protocollen rond dezelfde kern, de zogeheten MIMO (multiple input, multiple output) -OFDM (orthogonal frequency division multiplex)-technologie. MIMO verdeelt het dataverkeer over verschillende datastromen die via twee tot vier antennes verstuurd worden in plaats van één, zoals nu gebruikelijk. Deze antennes gebruiken allemaal hetzelfde frequentiekanaal, dat echter veel efficiënter wordt gebruikt. Bovendien vergroot het gebruik van de slimme antennes de reikwijdte van het signaal. Het TGn Sync consortium wil bovendien frequentiekanalen combineren. In plaats van de standaard 20 MHz die nu door WLan-technieken wordt gebruikt, wil het consortium in zijn voorstel de bandbreedte verplicht verruimen tot 40 MHz. Met name dit aspect roept veel weerstand op. Critici vinden dit een ontoelaatbare aanslag op de schaarse frequentieruimte. In praktijk zou dat betekenen dat op drukke punten minder mensen tegelijk kunnen inloggen op het draadloze netwerk. Een ander probleem is dat de regelgeving in veel Europese landen en in Japan het koppelen van kanalen verbiedt. Bovendien is de door de IEEE vereiste compatibiliteit met de huidige WLan-standaarden lastig te realiseren. TGn Sync wil dit probleem oplossen door het protocol ‘af te knijpen’ tot 20 MHz als dat nodig is. Ruimte De voorstanders van ‘channel bonding’ menen dat de frequentieruimte in de 5 GHz-band, die naast de 2,4 GHz-band is aangewezen voor WLan-toepassingen, genoeg kanalen biedt om de bundeling in praktijk werkbaar te houden. In steeds meer landen komt de 5 GHz-band beschikbaar. De huidige 802.11a WLan-standaard gebruikt deze frequentieband om draadloze netwerken te bouwen met een maximale snelheid van 54 Mbps. WWise benadrukt juist het ver-plichte gebruik van de traditionele 20 MHz-kanalen en wil alleen daar waar mogelijk het gebruik van 40 MHz als optie in de standaard opnemen. Deze groep heeft in zijn voorstellen een aantal coderingstechnologieën opgenomen die de doorvoersnelheid sterk verbeteren. Sneller Bij de totstandkoming van eerdere WLan-standaarden zoals 802.11 g (54 Mbps) waren de verschillen tussen de voorstellen veel groter. Daarom verwachten analisten dat de standaard misschien wel een jaar eerder afgerond kan zijn dan gepland. Volgens de officiële agenda moet halverwege volgend jaar de eerste conceptversie van de 802.11n klaar zijn. De definitieve versie van de standaard staat op de rol voor rond de jaarwisseling van 2006. Twisten over patentrechten kunnen echter roet in het eten gooien. De partijen in de consortia hebben weliswaar conform de IEEE-voorwaarden formeel afgesproken de technologie tegen ‘redelijke voorwaarden zonder vergoeding aan iedereen beschikbaar te stellen’. Toch zijn er al partijen die claims leggen. Het Canadese bedrijf Wi-Lan zegt bijvoorbeeld rechten te bezitten op cruciale onderdelen van de OFDM-technologie. Het bedrijf daagde Cisco onlangs voor de rechter vanwege diens weigering royalties te betalen. De eerste bijeenkomst van de IEEE-werkgroep die zich buigt over de nieuwe standaard vindt plaats in september in Berlijn, maar het serieuze onderhandelingswerk begint pas eind dit jaar.