Superpilots komen niet af

Onder gemeenten groeit het ongeduld. Een ‘gereedschapskist’ op de superpilotsite bevat in de rubriek ‘onderzoeken’ twaalf items en onder ‘functionele ontwerpen’ twee. Zo heeft Enschede een functioneel ontwerp voor transactiemodules die zestien e­diensten ondersteunen. In de gereedschapskist zijn de vakken ‘instrumenten’ en ‘procesbeschrijvingen’ nog leeg. Bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zegt Kees Duijvelaar zich zorgen te maken over de vele dikke rapporten die de superpilots maken, zeker wanneer dat wordt afgezet tegen de weinige, zij het op zich ‘best wel aardige stukjes software’, die er ook zijn of althans in de pijplijn zitten. Probleem is dat resultaten zich moeizaam naar andere gemeenten laten overdragen. Zelfs onderling hebben de drie pilots daar moeite mee. Als voorbeeld van een concreet pilotresultaat noemt Duijvelaar een standaardmethodiek om prioriteiten te stellen. Wanneer die dan zijn bepaald, komen de superpilots er evenwel nauwelijks uit, wie welke zaken gaat aanpakken. Omdat de VNG nauw betrokken is, heeft ze ‘iets meer dan gemiddeld’ begrip voor de knelpunten, maar Duijvelaar verhult niet dat het ongeduld toeneemt. Dat gebeurt ook bij de vereniging van lokale I&A­coördinatoren. Volgens Viag­voorzitter Bouwe Rijpma "wachten de 485 gemeenten die niet gebruik kunnen maken van de subsidie van 2,7 miljoen euro, in spanning af wat de superpilots daadwerkelijk gaan opleveren." Hij denkt dat het project ‘vooral aardig voor de vier gemeenten zelf’ zal zijn. Amsterdam (Web in a box) en Dordrecht (Web Intake Systeem), en ook kleinere gemeenten als Vlissingen en Voorst die in het Viag­project ‘Virtuele Gemeenschap’ actief zijn geweest, lijken volgens Rijpma ‘opener in de beschikbaarstelling van informatie en ervaringen dan de daarvoor bedoelde superpilots’. Gemeenten vrezen op voorhand weggegooid geld te stoppen in het uitvinden van wielen die straks al bij die pilots blijken te draaien. Woordvoerder Charley Beekhuizen van superpilot Den Haag erkent dat de onderlinge samenwerking met vallen en opstaan is gegroeid, maar stelt dat deze sinds een half jaar goed loopt. En de informatievoorziening via de Haagse website is inderdaad bedroevend, maar in april komt een projectendatabase online met ruim honderd items. Bovendien heeft Den Haag grote inbreng gehad bij ICTU­ en Viag­programma’s en kwamen producten al langs die wegen beschikbaar. De in Den Haag ontwikkelde informatiearchitectuur zal voor kleinere gemeenten minder bruikbaar zijn. Genoemde transactiemodules, op termijn mogelijk 200, kunnen echter overal worden ingezet. Beekhuizen voorziet een belangrijke rol voor het in oprichting zijnde Egem bij de verspreiding van superpilotresultaten.