Tibco kiest voor andere aanpak SOA
Daarnaast zijn in Tibco’s visie de bestaande enterprise service bus (ESB, doorgaans het fundament van een SOA van enige omvang) en de bestaande applicatieserver niet de geëigende middelen voor het uitrollen van nieuwe services.
Matthew Quinn, Tibco’s vicepresident productstrategie, stelt voorop dat al die investeringen in ESB’s en applicatieservers niet zinloos zijn geweest. “ActiveMatrix is geen migratiepad voor applicatieservers, het is bedoeld voor bedrijven die talrijke nieuwe services willen ontwikkelen in een variatie van verschillende talen. Het heeft geen zin bestaande drielaagse webapplicaties te gaan veranderen.”
Grid
De basis van ActiveMatrix is de Service Grid, een laag waarin de SOA-services in een ‘container’ worden gezet, die bepaalde taken overneemt van de specifieke onderdelen van de service. Bij Tibco heet zo’n service dan een ‘virtual service’. Quinn: “Dus: virtual service 1 kan bestaan uit een Java-service en een .Net-service die met elkaar verbonden zijn, maar van buiten zie je alleen service 1. Via de JBI-standaard kunnen we bijvoorbeeld vastleggen welk onderdeel op welke plek draait. Maar de client van de service denkt alleen te communiceren met virtual service 1.”
Een dergelijke vorm van virtualisatie, in combinatie met de geïntegreerde Policy Manager, heeft het voordeel dat het beheer van een SOA eenvoudiger wordt. De configuratie en inzet van services kan namelijk gecentraliseerd. Maar deze aanpak verlost ontwikkelaars ook van een aantal huishoudelijke taken die ze bij iedere service moeten meeprogrammeren. “Stel ik heb 30 services en elk daarvan heeft 10 taken, dan moet ik dus 300 keer de ‘mapping’ van een systeem naar een nieuwe service doen - en dat dan voor zowel de request- als de reply-kant.”
Corvee
Terwijl een ESB goed is in het regelen van complexe interacties tussen de onderdelen van een SOA, blijft dit soort ‘huishoudelijke beslommeringen’ in de code – evenals hun onderlinge afhankelijkheden – zich ophopen. Door zaken als WSDL-beschrijving, beveiligingsregels en messaging-code centraal op te slaan in plaats van in de te gebruiken service, kan het aantal programmaregels tot 40 procent lager uitvallen, claimt Tibco. Omdat ActiveMatrix overweg kan met de bestaande talen waarin servicecomponenten zijn aangemaakt, hoeven ontwikkelaars zich ook niet te laten omscholen, betoogt Quinn. “Onze klanten willen een enkel platform voor alle ontwikkelaars met verschillende programmeervaardigheden.”
Quinn denkt dat het nut van ActiveMatrix zich al begint te bewijzen bij het inzetten van enkele tientallen services. Maar hoe een SOA er echt uit moet zien, varieert uiteraard sterk per bedrijf.
“Met uitspraken als ‘het eerste wat je bij SOA moet doen is een ESB neerzetten’ moet je in ieder geval ophouden.”