Uit noodzaak hebben we zelf maar een boek geschreven
Daarom hebben we het KINN opgericht, een kennisnetwerk specifiek gericht op informaticadocenten in Noord-Nederland. Want als er iets te doen is, is het negen van de tien keer in het Westen. Nu komen we één a twee keer per jaar bij elkaar met als doel kennis te uitwisselen en iets nieuws leren.”
Het contact tussen Kok en Velthausz leverde dit najaar een boek op: een lesmethode Visual Basic.Net met databases vooral, maar niet alleen voor leerlingen informatica in het voortgezet onderwijs. “Wij doen veel met Visual Basic”, zegt Velthausz, “en we wilden iets met databases. We kwamen tot de ontdekking dat daar eigenlijk geen boeken voor zijn. Dus uit pure noodzaak hebben we het zelf maar geschreven.”
“Met Visual Basic.Net kun je zowel websites als Windows programma’s maken”, vult Kok aan. “We zijn hiermee behoorlijk actueel, veel scholen lopen nog twee versies op .Net achter.” Voor Kok is het vak informatica “echt automatiseren”. “Databases en technieken om die te bevragen horen daar zonder meer bij. Databases ontwerpen en maken is dan ook een vast onderdeel van het programma, net als SQL, programmeren en het bouwen van websites.”
Kwaliteit
Velthausz’ bovenbouwklas telt ieder jaar zo’n 20 leerlingen. “Er zijn scholen die een hoger percentage halen, maar ik stuur bewust aan op een wat kleinere klas. Wij kiezen vooral voor kwaliteit. Als eindopdracht laat ik ze een automatiseringsproces doorlopen, van begin tot einde, van de opdracht van de ‘klant’ tot een eindproduct; ‘software engineering’. Ieder jaar zijn er wel twee of drie leerlingen die aan een informaticaopleiding gaan studeren. Van hen hoor ik terug dat ze blij zijn dat ze met een goede basis hebben kunnen starten.” Hij is blij met de extra ruimte de er volgend jaar bijkomt. “We kunnen nu niet het programma afwerken dat de overheid heeft bedacht. Volgend jaar hebben we meer tijd en dan wil ik in ieder geval meer doen met Gamemaker. Dat doen we nu als cursus buiten de reguliere lessen. De vorige KINN-studiedag ging onder andere over Moviemaker, dat is ook een interessant programma. Daarmee kun je weer meer tegen andere vakken, zoals bijvoorbeeld CKV, aanleunen.” Kok heeft ook nog andere ambities: “Ik heb de wens om een eigen netwerk op te zetten en te beheren met de leerlingen; daar moet je wel de ruimte voor hebben.”
Kok en Velthausz werken ook nog op ander gebieden samen. Ze zijn inmiddels zo thuis in VB.net dat ze ook programma’s maken voor hun eigen en andere scholen. Bijvoorbeeld voor het plannen van extra-curriculaire activiteiten, een website voor het beheer van maatschappelijke stages of de administratie van de docentenjaartaak. “Leuk voor onze leerlingen, want die zien wat je ermee kunt, en ze kunnen aan de achterkant van de programma’s kijken”, aldus Velthausz. “En voor ons speelt hetzelfde autmatiseringsproces dat we aan de leerlingen over proberen te brengen. Om te beginnen moet je er achter zien te komen wat de opdrachtgever, in dit geval de schoolleiding precies wil. Vaak weten ze natuurlijk achteraf pas wat ze precies wilden”, lacht Kok. “Dat leren de leerlingen ook in de praktijkopdrachten”, vult Velthausz aan, “dan speel ik de opdrachtgever, die de ene keer a en de andere keer b zegt.”
Wat de methode betreft werken beiden – deels – met Informatica van uitgeverij Edu’Actief. Kok: “Verder heb ik zelf boeken aangeschaft zoals ‘PHP zonder stress’. Veel van de methodes verouderen snel door de voortdurende veranderingen in de IT. Sommige dingen zoals binair rekenen blijven natuurlijk hetzelfde, dus die kan je prima uit een methode halen”, aldus Velthausz. Beiden hebben ook een eigen website waar ze gebruik van maken tijdens hun lessen. Velthausz maakte een soort eigen ELO met een studiewijzer, opdrachten et cetera. Overigens draaien de sites van beiden bij hen thuis. “Anders kun je er in de vakanties wekenlang niet bij; als het op dag een plat gaat kunnen de leerlingen weken niets doen.”
Hacken
Goeie vriendjes zijn met systeembeheer is belangrijk voor de informaticadocent, want vaak is er sprake van tegenstrijdige belangen. “Systeembeheer wil dat niemand aan de systemen zit, wij willen juist dat onze leerlingen bij zoveel mogelijk dingen kunnen”, vat Kok kernachtig samen. Velthausz daagde zijn leerlingen onlangs uit de website van maatschappelijke stages te hacken. “Dat vinden ze leuk, dan kun je ze echt heel enthousiast krijgen. Ik had 50 euro uitgeloofd voor degene die me de beste informatie kon geven. Een jongen kwam binnen en vertelde me hoe hij dat gedaan had. Dat was toch iets wat ik zelf over het hoofd had gezien.” Kok zou wel een voorstander zijn van een – gedeeltelijk – landelijk examen. “Het is nu wat vrijblijvend. Een onderdeel als databases of SQL zou je wat mij betreft landelijk kunnen en moeten toetsen. Ook al raak je iets van je vrijheid kwijt: het zou goed zijn voor het vak.”