Overslaan en naar de inhoud gaan

Volvo zoekt de marges in slim onderhoud

De productie van de Volvo-fabriek in Torslanda bij Gothenburg moet de komende drie jaar met 50 procent omhoog. Smalle marges en intensieve concurrentie maken een dergelijke schaalvergroting noodzakelijk.
Business
Shutterstock
Shutterstock

De Zweedse autofabriek wil die productieuitbreiding realiseren met 15 procent meer mensen en door op werkdagen de klok rond te gaan produceren. De belangrijkste voorwaarde voor het opkrikken van het productiepeil is het voorkomen van ‘downtime’, het stilvallen van de productielijnen. In een fabriek als deze, waar met een enorme mechanisatie- en automatiseringsgraad al een hoge productiviteit wordt afgedwongen, heeft het stilvallen van de productielijnen meteen ingrijpende gevolgen. De ‘hartslag’ van het bedrijf – iedere 70 seconden rolt er een S80, V70 of XC70 van de band – raakt dan verstoord. Volvo heeft zich ten doel gesteld de beschikbaarheid van de assemblagelijnen te verhogen van 93 procent nu naar 97 procent volgend jaar; die ‘downtime’ moet dus meer dan gehalveerd. Op de marges en het productievermogen heeft dat een veel groter effect dan die vier procent. “Maar de buffer is erg beperkt en elke onderhoudsklus moet dus op de juiste tijd gebeuren”, zegt Håkan Berndtsson, hoofd onderhoud bij Volvo Cars. “De consequentie is dat besluiten op een laag niveau genomen moeten worden. Dat vergt ten eerste een platte organisatie, maar ook een uitmuntende informatievoorziening op de productievloer zelf.” Met een fors softwareproject heeft Volvo onder andere in Torslanda de eerste aanzet gegeven tot die informatievoorziening. Op basis van de software Maximo van MRO Software (het vroegere PSDI) is het hele onderhoudsproces onder één beheerparaplu gebracht. Dat proces opereert relatief onafhankelijk van het ERP-systeem van het bedrijf, dat vooral op het primaire productieproces is gericht. “In feite integreer je vooral in de hoofden van de mensen aan de productielijnen. Zij hebben de informatie van beide systemen nodig”, zegt Berndtsson. “Maar we gebruiken Maximo ook om de beschikbaarheid van productiesystemen te meten. Er is ook een aantal interfaces waar de twee systemen min of meer samenwerken.” Robots De assemblagelijnen van Volvo, waar meer robotarmen te vinden zijn dan medewerkers van vlees en bloed, draaien op een reeks zogeheten PLC’s, die voortdurend signalen afgeven. Als die signalen langer dan vijf seconden uitblijven of veranderen, genereert de nieuwe onderhoudssoftware automatisch een werkorder met informatie over waar iets mis is en wat er waarschijnlijk gebeurt. Op hetzelfde moment gaat er een alarm naar de pieper van een onderhoudsmonteur. Bij de betreffende lijn opent hij de werkorder op een van de 150 PC’s die vlak naast de productielijnen staan en zoekt uit wat er is – ‘er snel bij zijn’ is uitermate belangrijk. En als er bijvoorbeeld een aandrijfmotor van een transportband hapert, moet op het scherm meteen te zien zijn of en waar er een vervangende in voorraad is. Het besluit over te stappen op fulltime productie (in drie-, in plaats van tweeploegendienst) heeft gevolgen voor het dagelijkse onderhoud. Berndtsson: “We zijn aan het kijken wat er aan preventief onderhoud naar het weekend kan worden verplaatst.” Maar het voorkomen van storingen in plaats van ze te bestrijden is alleen realiseerbaar met tijdige extra informatie. Daarbij komen de analysemogelijkheden van de software in het spel. Tendensen in de prestaties en efficiëntie van de machinerie komen aan het licht. Het productieproces moet daar uiteraard wel op ingericht zijn. Aan het eind van het lasproces is er bijvoorbeeld een punt waar robots het hele casco doormeten. Afwijkingen van tienden van millimeters kunnen leiden tot bijstellingen en onderhoudswerkzaamheden aan de apparatuur. Zoiets is vooral belangrijk als er weer een nieuw model in productie gaat, zoals binnenkort de XC90. Geen SAP De functionaliteiten van Maximo zijn ook te vinden in de suite van SAP, dat momenteel bij Volvo in gebruik is. “We zouden voordelen gehad hebben bij het niet hoeven interfacen”, bevestigt Berndtsson. “Maar de standaardintegratie was van ondergeschikt belang. Veel belangrijker is de deskundigheid in het automatiseren van het onderhoud in een kapitaalintensieve industrie.” Die deskundigheid betrok Berndtsson van MRO en van een Zweedse implementatiepartner. “We gebruiken veel externe consultancy. Voor de keuze van dit soort systemen is het erg belangrijk dat ze ons goed kunnen ondersteunen.” Volvo gebruikt de software overigens niet alleen om productiestoringen te bekorten of te voorkomen. Ook een programma om het kostbare onderhoud van het enorme machinepark – vooral robots en complexe transportsystemen – goedkoper te maken wordt met behulp van de software uitgevoerd. De implementatie van Maximo behelst ook een differentiatie in het waardetoevoegend vermogen van de machinerie. Simpel gezegd: minder belangrijke apparatuur krijgt wat minder aandacht. Een onderhoudsmonteur zoekt op een van de circa 150 PC’s bij de Volvo-productielijnen een storingsmelding op. Meteen kan hij zien hoe snel het haperende onderdeel vanuit het magazijn vervangen kan zijn. Circa 500 Volvo-medewerkers gebruiken de software; ‘achter de schermen’ analyseren 25 van hen er de gegevens mee.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in