ICT'ers gesommeerd bonnetje Teevendeal in backup te houden

De commissie-Oosting wordt daardoor opnieuw aan het werk gezet voor onderzoek. "Waarschijnlijk dus toch een doofpot. Zo kwalijk en schadelijk. Opnieuw onderzoek en dus ook debat'', zo meldt Madeleine van Toorenburg, Tweede Kamerlid van het CDA op Twitter.

GroenLinks wil snel een debat met Van der Steur om er achter te komen wie precies wanneer waarvan op de hoogte was, wie de opdracht gaf om de zoektocht naar het bonnetje stil te leggen en waarom dit met de onderzoekscommissie noch met de Kamer gedeeld is. "Ik ben benieuwd hoe Van der Steur dit gaat uitleggen", zegt Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren.

D66 richt de pijlen op Van der Steur en Rutte. "We willen weten wie de ambtenaren hebben gestopt bij het vinden van het bonnetje van de Teeven-deal. En waarom is er nog eens 50.000 euro tegen aangegooid voor een ICT-bedrijf om het systeem op te starten als ambtenaren het zelf al konden?'', aldus D66-leider Alexander Pechtold. "En we willen een debat, ook om Rutte te vragen hoe hij de informatievoorziening van dit ministerie op orde gaat brengen.''

Nieuwsuur baseerde zich op een e-mailwisseling van ICT-medewerkers. Uit de mailwisseling, van de Gemeenschappelijke Dienst ICT die in 2014 en 2015 naar het bonnetje zocht, blijkt dat ICT-ambtenaren al in 2014 wisten waar de betalingsgegevens van de Teeven-deal te vinden waren en dat ze bovendien al succesvol bezig waren met een zogenoemde 'restore' (het opnieuw bruikbaar maken van oude computerbestanden), zo meldt Nieuwsuur. Maar op 5 juni 2014 kregen die ICT’ers de opdracht daarmee te stoppen. Volgens de mailwisseling was de reden daarvoor dat het "voldoende is als feitelijk is vastgesteld dat er een back-up tape beschikbaar is. Hiermee is (blijkbaar) voldaan aan de meer 'politieke' vraag of er inderdaad een back-up tape beschikbaar is.''

Volgens Nieuwsuur is de mail verstuurd twee dagen nadat minister Ivo Opstelten aan de Tweede Kamer schreef dat het bonnetje onvindbaar was en dat er geen back-up systeem meer bestond.

Halverwege december steunde bijna de hele oppositie een motie van afkeuring, die de ChristenUnie had ingediend over het beleid dat het kabinet onder leiding van premier Mark Rutte voerde in deze kwestie. Na een keihard debat werd de motie verworpen met 65 voor- en 77 tegenstemmen. De coalitiepartijen VVD en PvdA namen genoegen met de erkenning van Rutte, minister Van der Steur en staatssecretaris Klaas Dijkhoff dat zij fouten hadden gemaakt. Voor de coalitie was belangrijk dat er lessen worden getrokken uit de conclusies van de commissie-Oosting, die onderzoek had gedaan naar de deal. Rutte noemde het debat het "zwaarste'' uit zijn dertienjarige politieke loopbaan. "Het is snoeihard en ik vrees dat er aanleiding voor is gegeven''.

Bonnetje speelt een cruciale rol

De zaak draait om een deal die het Openbaar Ministerie maakte met voormalig autohandelaar Cees H. waarbij deze een grote som geld kreeg. Dat bedrag was wisselgeld voor de miljoenen die het OM zo via de plukze-wetgeving van H kon terugvorderen. Hoe hoog deze bedragen waren, werd nooit openbaargemaakt. Toen duidelijk werd dat het bedrag dat toenmalig officier van Justitie Fred Teeven aan H had gegeven veel hoger was dan aanvankelijk door toenmalig minister van Justitie Ivo Opstelten aan de Tweede Kamer werd gemeld, wilde de Kamer duidelijkheid en het bonnetje van de transacties boven water hebben. Vanwege eerdere conclusies van de Commissie Oosting moesten zowel inmiddels tot staatssecretaris benoemde Fred Teeven en minister Ivo Opstelten het veld ruimen.