Tekenen aan de wand voor Intel-Macs
Waar gemigreerd wordt, daar worden zaken achtergelaten: technologie, maar soms ook gebruikers. Apple is nu zo'n drie jaar bezig met de overstap voor zijn Mac-computers van Intel-processors naar zelfontworpen ARM-chips. CEO Tim Cook heeft bij het startschot voor die CPU-migratie beloofd dat Intel-Macs nog jaren mee zouden gaan met updates voor macOS. Maar hoe lang blijft die belofte gelden? Lessen uit het (verre én recente) verleden geven een verwachting voor de (nabije) toekomst.

© Apple
Apple
Eind 2020 was het debuut van de allereerste Macs met Apples eigen chipontwerp op basis van de ARM-architectuur. Cook sprak bij de aankondiging van een transitie die twee jaar in beslag zou nemen. Na die periode zouden alle Mac-modellen over zijn van Intel-processors naar zelfontworpen SoC's (system-on-a-chip). Die chips combineren de functies van centrale processor (CPU) en grafische processor (GPU), die in computers vaak op een aparte insteekkaart zit, en hebben nog geïntegreerd geheugen wat de CPU en GPU met elkaar delen. Dit zogeheten Apple Silicon geeft een flinke prestatieverhoging in vergelijking met Intel-CPU's plus ook nog eens flinke energie-efficiëntie. Maar er zijn ook enkele nadelen.