Datacenters geven voorbeelden van toepassen restwarmte
De deelnemers in de Dutch Data Center Association (DDA), de brancheorganisatie van datacenters in Nederland, vertegenwoordigen zo’n 90% van alle datacentercapaciteit in Nederland. De organisatie beschouwt duurzaamheid en energie als kernthema's. Stijn Grove, directeur: “Met het oog op deze missie hebben we begin 2017 als sector onze restwarmte gratis aangeboden aan Nederland. Inmiddels zijn we ook actief in diverse projecten in heel Nederland om datacenters te koppelen aan warmte-afnemers.”
PUE
Voor de efficiëntie van een datacenter wordt de eenheid PUE (Power Usage Effectiveness) gebruikt, het totale energiegebruik afgezet tegen de energie die wordt gebruikt voor de IT-middelen. Als een datacenter wordt uitgerust met een extra pomp om restwarmte aan het netwerk te leveren en het totale energiegebruik door allerlei maatregelen afneemt, zal de PUE ongunstiger worden. Het Europees Telecommunicatie en Standaardisatie Instituut (ETSI) heeft dan ook een nieuwe standaard voorgesteld: Data centre energy management (DCEM) die het gebruik en hergebruik van groene energie incalculeert.
Een miljoen huishoudens
De restwarmte van datacenters is volgens de DDA genoeg om een miljoen Nederlandse huishoudens te verwarmen, maar sinds het aanbod van vorig jaar zijn er nog geen grote projecten van de grond gekomen. Stijn Grove: “Ons aanbod als datacentersector staat nog steeds, we helpen graag door onze restwarmte gratis beschikbaar te stellen. Wij vragen de overheid meer concreet met ons als sector in overleg te gaan zodat we samen, liever vandaag dan morgen, de versnelde transitie naar duurzame energie tot stand kunnen brengen”.
De organisatie heeft nu in samenwerking met duurzame-energieadviseur Greenvis en TNO het rapport ‘Datacenter & Restwarmte’ uitgebracht. Dat geeft een overzicht van informatie en partijen, de mogelijkheden van en behoeften aan datacenter-restwarmte en een aantal voorbeelden van reeds opgestarte projecten. In oktober 2017 werd ook het Green Data Center Platform officieel gelanceerd: een kennisnetwerk waar iedereen ‘green data center’ initiatieven kan delen. Geïnteresseerden kunnen zich hier aansluiten.
Warmtenetwerken
Datacenters zitten uit efficiëntie-overwegingen graag op een kluitje. Bij de dikke internetkabels, bij de hoogspanning en in de buurt van de gebruiker. Restwarmte moet dus over relatief grote afstanden worden getransporteerd, maar omdat koelwater van 35 °C niet heel veel warmte meer verliest onderweg en huizen tegenwoordig zo goed geïsoleerd gebouwd worden dat er geen water van 70 °C nodig is voor de verwarming, is dat geen bezwaar. Duurzame energie gegenereerd door wind en zon, met een zeer onregelmatig opwekkingspatroon, kan gecombineerd worden met die uit datacenters die juist een zeer voorspelbaar patroon hebben.
In steden liggen via warmtenetwerken grote kansen om de CO2-uitstoot sterk in te perken. Door warmtebronnen als geothermie, industriële restwarmte en datacenterrestwarmte zo slim mogelijk te gebruiken en te combineren kunnen de klimaatdoelen worden gehaald. Greenvis heeft samen met de datacentersector een combinatie gemaakt van de datacenterkaart en de warmtenetwerkkaarten in Nederland. Hierdoor is duidelijk te zien waar de meeste potentie ligt.
De Nederlandse datacentersector verbruikte in 2017 ongeveer 2,6 TWh; het jaarverbruik van een Nederlands huishouden is ongeveer 3,5 MW en verwarming kost gemiddeld 1600 m3 aan gas, wat overeenkomt met 15 à 16 MW. Om de energietransitie te laten slagen zijn grootschalige investeringen in het energienetwerk en onderstations nodig. Met de inzet van datacenter-restwarmte voor verwarming van huizen kan een deel van die extra benodigde capaciteit worden opgevangen.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee