Overslaan en naar de inhoud gaan

Open source: een goed begin is het halve werk

Een kenniseconomie annex informatiemaatschappij zoals Nederland claimt te zijn, kan zich niet veroorloven afhankelijk te zijn van leveranciers, die de details van de werking en de mogelijkheden tot informatie­uitwisseling met derden opzettelijk beperken. Door ‘lock­in’­effecten van dergelijke gesloten software zitten licentienemers bovendien vaak in een onaangenaam dilemma: torenhoge kosten van migratie naar een ander systeem of nieuwe licentievoorwaarden accepteren.
Business
Shutterstock
Shutterstock

Die situatie frustreert de concurrentie, met alle economische schade van dien. Bovendien gaat het bij de overheid om meer dan alleen de efficiënte besteding van belastinggeld: om democratische controle op publieke informatieverwerking mogelijk te maken moeten overheidsorganisaties en burgers weten wat er met die informatie gebeurt, en de consequentie daarvan is dat de broncode van die systemen openbaar is, en dat interfaces aan gedocumenteerde publieke standaarden voldoen. Niet omdat iedere gebruiker moet weten hoe zijn webserver van binnen werkt, maar om andere marktpartijen de gelegenheid te bieden daar diensten op te verlenen. Niet omdat open­sourcesoftware gratis is, maar omdat ze vrij is van licentievoorwaarden die het gebruik van de in die software bevatte kennis oneigenlijk beperken. Het is van de zotte dat voor het elektronisch doen van belastingaangifte de burger gedwongen wordt tot de aankoop van Windows, waarna zijn aangifte wordt verzonden op een wijze waarvan niemand kan controleren of die deugt. Of dat de elektronische loketten waarmee steeds meer gemeenten pronken eigenlijk alleen te gebruiken zijn met een bepaalde browser met bepaalde plug­ins. De ministeries van BZK en EZ volgen deze redenering in het door het ICTU uit te voeren programma OSOSS, dat uit twee delen bestaat: Open Standaarden en Open Source Software. De open standaarden worden verplicht voor alle informatiesystemen binnen de overheid. Dat is een goede zaak: open standaarden stellen burgers en marktpartijen in staat om vrijelijk te ‘interfacen’ met elk systeem. Tot zover is de Vereniging Open Source Nederland blij. Maar er is een vervelende ‘bug’ in het hele plan: het gebruik van open­sourcesoftware wordt gesuggereerd als ‘mogelijke optie’, waarmee Nederland, in tegenstelling tot China, Brazilië, Duitsland en Spanje, een belangrijke kans laat liggen. Open standaarden zonder open source zijn namelijk afhankelijk van de goede wil van (closed­source)softwareproducenten. Wat is een open standaard en wie bepaald dat? HTML en XML, de talen waar webpagina’s in geschreven worden, zijn open standaarden. Het is echter vrij simpel voor een dominante softwareproducent om een standaard net genoeg te wijzigen om drempels te creëren voor ieder die iets anders wil gebruiken. De hierboven genoemde overheidswebsites getuigen daar al van: de pagina’s zijn in HTML, een open standaard. En toch kan ik zo’n pagina niet, of niet volledig, benaderen zonder de browser van Microsoft. De enige manier om te garanderen dat een open standaard open blijft, is een implementatie van die standaard die open source is. De Internet Engineering Task Force hanteert dat bijvoorbeeld als eis in de standaardisatieprocedure van de RFC’s, de standaarden waarop internet is gebouwd. Controle of een closed­sourcesysteem voldoet aan de open standaard, is dan heel eenvoudig en kan zonder veel technische kennis uitgevoerd worden. Een gevaar van het verwarren van open­sourcesoftware met open standaarden of zelfs de bastaarduitdrukking ‘open software’ die hier en daar al gebezigd wordt, is dat uit het oog wordt verloren waar het allemaal om begonnen was: vrijheid van de burger en van de markt. Er is bovendien geen enkele reden om zo terughoudend te zijn: van alle ‘commodity’ software (Office en dergelijke) bestaan goede open­sourcevarianten, en van alle ‘custom’ systemen die nieuw gebouwd gaan worden, kun je net zo goed eisen dat ze onder een open­sourcelicentie worden vervaardigd. Hoe de ‘open optie­bug’ zal uitpakken voor het OSSOS­plan, ligt aan de ernst waarmee de overheid haar goede voornemens ter hand neemt. Het plan is wat ons betreft geslaagd als in 2006 voor alle ICT­inkopen bij de overheid open source de default optie is. Luuk van Dijk en Arjen Kamphuis zijn bestuurslid van Vereniging Open Source Nederland (ososs@mndmttr.nl).

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in