Open source kan professioneler door krachtenbundeling
Maar die aandacht vergt ook een versnelde professionalisering van de open-sourcemarkt op CMS-gebied. De Jong en Van Cann, die zich vanuit hun eigen bedrijfjes al bezighielden met Joomla, denken daar een mooie vorm voor gevonden te hebben. Henk van Cann: “Bij de vele Joomla-specialisten zitten veel mensen die thuis hun eigen tokootje draaien. Het zijn volledig zelfstandige eenpitters.” Van Cann en De Jong hebben daarin nu een krachtenbundeling op poten gezet waarin tien tot vijftien van die eenpitters moeten gaan samenwerken. Onder de naam 2Value willen ze die eenpitters gezamenlijk en professioneler laten optreden, zodat ze ook de wat grotere projecten beter aankunnen. “En het is nu nog puur Joomla, maar dat is niet heilig. Er is nog veel meer gebaseerd op PHP, XML en MySQL.”
Lepel
De Joomla-software ging tot vorig jaar zomer door het leven als Mambo. De oorspronkelijke eigenaar van de code leek een eind te willen maken aan het open-sourcekarakter ervan, en dat viel bij veel contribuanten niet in goede aarde. Zo ontstond onder de naam Joomla een ‘fork’. De Jong: “Of eerder een ‘spoon’, zoals die ontwikkelaars zeggen, want van Mambo is niet veel meer over.”
De Jong zegt wel te snappen waarom er relatief veel open-source-CMS’en zijn – zoals Typo3, Hippo, OpenCMS, Drupo, PHP/Nuke, Zope en MMBase – hoewel de software nogal ‘hoog in de stack’ zit en veelal aan bedrijfsspecifieke eisen moet voldoen. CMS’en zijn immer meestal een soort frameworks waarop je componenten kunt bouwen. Dat framework regelt een aantal fundamentele zaken als autorisatie en beveiliging. “Dat framework moet je goed ontwerpen, maar als dat eenmaal staat, kun je er legio componenten aan koppelen en ontwikkelen, waardoor je het framework vrij klein kunt houden, maar toch als een volwassen product in de markt kunt zetten. Dat is waar je de open-sourceontwikkelaars op bindt; je kunt vrij snel bijdragen aan het pakket, zonder dat je tot het core team behoort.”
Volgens De Jong professionaliseert de markt voor open-source-CMS’en in snel tempo. Er zijn bijvoorbeeld de hostingpartijen die de populariteit van de software aangrijpen om zich te etaleren als ‘Joomla-partij’. Daarnaast is er een groeiende groep web-designers, die vaak specifiek Joomla als basis voor sites gebruiken. Een derde groep is de verzameling systeemintegrators. “Die zijn wat minder herkenbaar als Joomla-bedrijven die ook andere pakketten ondersteunen en soms ook veel PHP-programmeurs hebben.”
Gehost
Grote Joomla-projecten, zoals de site van het Regionaal Informatiecentrum van de VN, zijn ook vooral in die derde categorie te vinden. De Jong schat het totale aantal professioneel gehoste Joomla-gebaseerde websites met een ruime marge op ‘10.000 á 25.000’. “Ik heb eens wat rondgevraagd; alles bij elkaar schatten we de markt tussen de 15 en de 40 miljoen euro.”
De open-sourcemarktbenadering heeft volgens Van Cann nog een belangrijk verschil met die van commerciële bedrijven. “Een gemiddeld open-sourceproject vecht sowieso tegen de interne automatiseringsafdeling in een bedrijf; die neemt open source vaak niet serieus. Je moet het dus aanvliegen bij de business, waar je op korte termijn iets moet kunnen laten zien voor een duidelijk bedrag.”