Debat softwarepatenten in EU terug bij af
De tegenstanders vreesden voor een wettelijke verankering van de bestaande wildgroei aan ‘triviale’ softwarepatenten. Deze ontwikkeling zou door de werkwijze van het - niet democratisch gecontroleerde - Europees Octrooibureau in de hand zijn gewerkt. De critici zagen in de richtlijn een vrijbrief voor een stortvloed aan ‘triviale’ patenten en ‘Amerikaanse toestanden’. Na de stemming in het parlement likten de voorstanders van de richtlijn hun wonden. De Europese Commissie bestempelde de meeste amendementen als onaanvaardbaar en drong bij de Europese Raad - waarin vakministers uit de lidstaten zitting hebben, afhankelijk van het onderwerp - aan op herstel en zelfs verscherping van de oorspronkelijke voorstellen. De afgelopen maanden heeft een ambtelijke commissie (Coreper), die de besluiten van de Europese ministerraad voorbereidt, op voorstel van Ierland een nieuwe ontwerprichtlijn opgesteld. Dit voorstel gaat opnieuw uit van ruimhartige octrooieerbaarheid van software, waarbij nu ook datastructuren en procesbeschrijvingen voor patentering in aanmerking komen. Naar verluidt hadden alleen Duitsland, België, Denemarken en Slowakije bedenkingen. Op 10 mei schreef minister Brinkhorst van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer dat over de softwareoctrooien een akkoord zou zijn bereikt tussen Raad en Europees Parlement. Een woordvoerder van het betreffende ministerie erkent desgevraagd dat deze mededeling onjuist is. Niettemin steunt Nederland het voorstel van het Ierse voorzitterschap. "De richtlijn creëert geen nieuw octrooirecht voor software-uitvindingen, maar beoogt de regels waaronder software-octrooien worden toegekend, te harmoniseren. Deze regels zijn momenteel in Europa niet eenduidig. Nederland is dan ook verheugd met het bereikte akkoord. Dit maakt het beter mogelijk rechtsongelijkheid en marktverstoring te voorkomen", aldus de minister. Nederlandse europarlementariërs zijn verontwaardigd over het van tafel vegen van de eerder aangenomen amendementen door de Raad. Johanna Boogerd (D66) spreekt van een ‘grove bruuskering’ van het Europees Parlement. Zij heeft de indruk dat het Ierse voorzitterschap is gezwicht voor de belangen van Amerikaanse bedrijven. "Met name grote Amerikaanse bedrijven zullen profiteren van patenten op software. Voor het innovatieve MKB in Europa is dit echter een zeer slechte deal", aldus Boogerd, een partijgenoot van Brinkhorst. Zij zegt te hopen dat er na de verkiezingen opnieuw een meerderheid in het Europees Parlement komt ‘die zijn tanden laat zien’. Ook Elly Plooij (VVD), rapporteur namens de Industriecommissie van het parlement, is ontstemd. "Ik heb niet voor niets al die amendementen gemaakt. Het is heel belangrijk dat de richtlijn beperkt blijft tot technische uitvindingen en geen patentering van ideeën mogelijk wordt. Ook had ik een heel nieuw artikel over interoperabiliteit ingebracht. Software die bedoeld is om apparaten aan elkaar te koppelen zodat ze met elkaar kunnen communiceren, mag als zodanig niet patenteerbaar zijn. Dat amendement was voor de Raad nog het minst acceptabel." Na aanvaarding door de Raad gaat het nieuwe voorstel terug naar het - inmiddels van samenstelling veranderde - Europees Parlement voor de zogeheten tweede lezing. Dan is een absolute meerderheid (de helft plus één) nodig. Mocht het parlement de plannen opnieuw verwerpen of zwaar amenderen, dan wordt een bemiddelingscommissie in het leven geroepen.