Europese overheden lappen te weinig

Eureka heeft geen gebrek aan projecten maar wel aan mogelijkheden om deze projecten te ondersteunen. "Een aantal deelnemende landen blijft sterk achter als het gaat om de overheidsbijdrage aan de Eureka-projecten". Welke landen dat zijn, wil oud-Philips-onderzoeker Roel Kramer niet kwijt. Hij zit sinds 18 juni het beleidsorgaan van Eureka voor en wil niet bij aanvang op allerlei tenen gaan staan. Nederland is vanaf deze maand een jaar lang voorzitter van Eureka, het Europese netwerk waarin 33 landen en de Europese Commissie marktgerichte R&D proberen te bevorderen. De subsidie voor de Eureka-projecten moet komen van de nationale overheden van de deelnemende partijen. Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen die aan een Eureka-project mee willen doen, moeten daarvoor een beroep doen op de Innovatiesubsidie Samenwerkingsprojecten van EZ. Onder de Eureka-paraplu vallen bijvoorbeeld ook de clusters Medea, dat zich bezighoudt met micro-elektronica, en Itea dat gaat over ‘embedded software’. "De overheidsbijdragen aan Medea en de voorloper Jessi liggen al vijftien jaar tussen 100 en 120 miljoen euro. De R&D-budgetten van de industrie op dit terrein zijn echter verzesvoudigd", zegt Kramer. Kramer meent dat vooral MKB-bedrijven de dupe zijn. "Bedrijven als Philips en Siemens zetten projecten waar geen Eureka-geld voor is wel door, alleen of in kleinere samenwerkingsverbanden." Nederland gaat het komende jaar inzetten op een groter commitment van de deelnemende landen. Een ander speerpunt is de harmonisatie van Eureka met het zesde Kaderprogramma (KP6) dat vanuit Brussel wordt aangestuurd en gefinancierd. "De regelingen moeten niet in elkaar opgaan, maar dichter naar elkaar toeschuiven. Eureka is aantrekkelijk voor bedrijven omdat het bottom-up werkt en flexibeler is dan KP6. Eureka kan dichter bij en KP6 wat verder van de markt af staan. Eureka zou ook een rol kunnen spelen bij de Technologie Platformen die Brussel wil opzetten op gebied van bijvoorbeeld nanotechnologie." Het derde speerpunt is grotere participatie van het MKB. Onder het Franse voorzitterschap kwamen 260 projecten van de grond waarmee 500 miljoen euro gemoeid was. Nederland neemt deel in 33 projecten, goed voor 56 miljoen euro. Een kwart van die projecten behelst ICT.