Nederland achter met e-government
Over het algemeen komen Zweden, Finland, Denemarken, Portugal, Spanje, Ierland en het Verenigd Koninkrijk als verst gevorderd uit de bus. De Nederlandse instanties bekleden gemiddeld ongeveer een tiende plaats. Zelfs de veelgeroemde Nederlandse Belastingdienst onderscheidt zich niet. Het onderzoek werd gepresenteerd op een grote conferentie van de Europese Unie, georganiseerd ter onderkenning van het belang van e-government. Binnen het actieplan e-Europe verdient e-government meer aandacht, zo werd tijdens de conferentie gesteld in een verklaring van deelnemende ministers – waaronder minister Roger van Boxtel. Opvallend is dat terwijl over het algemeen diensten voor bedrijven hoger scoren (52 procent) dan diensten voor burgers (39 procent), dat in de Benelux juist andersom is. De onderzoekers hebben hiervoor geen verklaring. Het EU-onderzoek staat niet op zichzelf. IDC stelde vorige week al dat de elektronische dienstverlening in onder andere Nederland achterblijft bij landen als Finland, Frankrijk, Italië en Spanje. Een conclusie van het EU-onderzoek is dat de eenvoudigste administratieve procedures het snelst ‘op het web’ worden gezet. Voor complexere aangelegenheden, zoals het verwerken van een bouwvergunning, moet doorgaans achter de schermen veel meer gereorganiseerd worden. Op de langere termijn zullen deze backoffice-reorganisaties echter onvermijdelijk zijn, aldus de onderzoekers. Op dat vlak onderscheidt bijvoorbeeld België zich met een breed initiatief tot standaardisering van de gegevensuitwisseling. Johannes van Veen, hoofd informatiebeleid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) was op de conferentie enigszins verrast door het onderzoek. “Je moet eigenlijk wel erkennen dat Nederland zeker niet voorin het peloton zit.” Wel wil hij kanttekeningen plaatsen bij het onderzoek. “Uiteindelijk gaat het erom of de burger tevreden is met de dienstverlening. Als die burger, zoals bij sommige VNG-leden, aangeeft: ‘Ik wil niet bediend worden via een elektronisch loket, maar via een fysiek loket’, dan is dát natuurlijk uiteindelijk de leidraad die je kiest bij het organiseren van je dienstverlening.” Het departement van de met overheids-ICT belaste minister Van Boxtel kon niet tijdig met een reactie op het rapport komen.