Overslaan en naar de inhoud gaan

Euro en Interpay

De invoering van de euro in het dagelijks betalingsverkeer gaat gepaard met de omruil van miljarden munten en bankbiljetten. De banken zijn achter de schermen al volop bezig met de bevoorrading van hun filialen en de distributie van euro’s over de zogenaamde toonbankinstellingen: winkels, horeca-instellingen, benzinestations en dergelijke.
Business
Shutterstock
Shutterstock

Organisaties van winkeliers hebben tevergeefs aangedrongen op de verspreiding vooraf – tussen kerst en nieuwjaar – van eurobiljetten (‘frontloading’). Maar de Europese Centrale Bank (ECB) is onverbiddelijk: de bankbiljetten mogen pas na oudejaarsavond 12 uur verspreid worden. De detailhandelaren houden hun hart vast. Ondanks alle maatregelen zal de capaciteit van de geldautomaten onvoldoende zijn om de eurohonger vanaf 1 januari snel te stillen. Waarschijnlijk leidt dat ertoe dat de consument in de eerste week uitwijkt naar andere betaalmiddelen. Dat kan de gulden zijn – die is nog tot 28 januari wettig betaalmiddel – of de pinpas. Ook de Chipknip of Chipper, mits tijdig opgeladen met een eurosaldo, vormen een optie. Als consumenten echter massaal voor de betaalautomaat kiezen, zal het netwerk van de banken zwaar op de proef worden gesteld. Te zwaar, menen de pessimisten. Zij voorzien een herhaling van de storingen die zich afgelopen zomer nog hebben voorgedaan. Het elektronisch betalen heeft in Nederland een snelle groei doorgemaakt. Vorig jaar nam het aantal pinbetalingen met 14 procent toe tot 801,5 miljoen. Gelijktijdig steeg het aantal betaalautomaten met 7 procent tot 155.620. Nu, elf maanden later, staan er zo’n 160 duizend pinautomaten, verspreid over 120 duizend van de 230 duizend toonbankinstellingen. De interbancaire organisatie Interpay is sinds 1994 verantwoordelijk voor de afwikkeling van pinbetalingen. Volgens woordvoerder Marcel Woutersen heeft Interpay zich duchtig voorbereid op de euro: “Naast de normale capaciteitsuitbreiding, gebaseerd op natuurlijke groei, hebben we een extra risicobeperkende maatregel genomen. Voor het geval dat het betaalgedrag toch essentieel mocht wijzigen, is de capaciteit verdubbeld tot 30 procent van alle transacties. Dat moet afdoende zijn.” Totale capaciteit, gespreid over de dag, is niet hetzelfde als piekcapaciteit. Vorig jaar december kreeg Interpay op de laatste zaterdag voor kerstmis een recordaantal van 205 transacties per seconde te verstouwen. Door de recente uitbreiding kan het netwerk per seconde nu ruim 80 procent meer betalingen verwerken dan voorheen. Vermeende storingen in het betaalnetwerk zijn volgens Interpay vaak een kwestie van ‘perceptie’. Wat winkeliers voor een algemene storing aanzien, kan allerlei andere oorzaken hebben. Zoals een beschadigde magneetstrip, een pinautomaat die in combinatie met een fax- of datalijn is aangesloten, een rammelende koppeling van kassa en betaalterminal of een probleem met het interne netwerk in grotere winkels. Woutersen: “Stel dat al die randvoorwaarden goed zijn ingevuld, dan komt een betaling uit bij een van de vijf decentrale Interpay-systemen. Die computers zijn dubbel uitgevoerd met een eigen noodstroomvoorziening. Gewoonlijk zijn de betaalautomaten in één filiaal ook nog over meerdere steunpunten verdeeld. Het netwerk is zodanig opgebouwd dat er nooit sprake kan zijn van een landelijke storing. Als één van die vijf centra tijdelijk niet bereikbaar is, kan een zesde computer het binnen een half uur overnemen. Wij hebben onszelf als norm opgelegd om tot 11 uur ’s avonds voor 99,98 procent beschikbaar te zijn. In het eerste halfjaar van 2001 hebben we dat percentage gewoon gehaald.” De detailhandel is er desondanks niet gerust op. Henk Kok, directeur van de Raad Nederlandse Detailhandel (RND): “We zien regelmatig storingen optreden in één of meer steunpunten van Interpay. Soms ligt de oorzaak in de communicatie tussen Interpay en een achterliggende bank. Maar als dat in dezelfde winkel toevallig twee klanten van dezelfde bank overkomt, lijkt het al gauw een algemene storing. Als je daar met een grote kar vol boodschappen staat en je kunt niet afrekenen, is dat een probleem. Er is wel een papieren oplossing in de vorm van de eenmalige machtiging, maar als de consument toevallig geen saldo heeft, ligt het kredietrisico eenzijdig bij de winkelier.” In de aanloop naar de euro heeft De Nederlandsche Bank een groot belang toegekend aan elektronisch betalen. “Het is niet alleen efficiënt en veilig, maar kan ook de overgang op de euro in januari 2002 vergemakkelijken. Massaal pinnen en chippen verlicht de wisselproblematiek voor de toonbankinstellingen”, aldus de centrale bank. Interpay nuanceert de rol van de pinpas juist. “Elektronisch betalen speelt maar een heel beperkte rol bij de invoering van de euro”, stelt Woutersen. “Een gegeven is dat momenteel 85 procent van alle toonbanktransacties chartaal (contant) verloopt en slechts 15 procent elektronisch. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat die verhouding zich wijzigt. Die heeft namelijk te maken met gedrag van de consument, die zelf kiest wanneer hij welk betaalmiddel gebruikt.” De conclusie is wat Woutersen betreft dan ook “dat pinnen nooit een volledig vangnet kan zijn bij een chartale invoering van de euro. Ook al zou je het willen, je kunt nooit naar een cash-loze omgeving, omdat maar 120 duizend van de 230 duizend instellingen over de juiste apparatuur beschikken.” De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) maakt een wat andere rekensom. NVB-directeur Hein Blocks wijst er op dat de normale pieken in januari maar half zo druk zijn als die vlak voor kerst. “Dus ten opzichte van het normale maximale gebruik is de capaciteit van Interpay verviervoudigd. Zelfs als alle transacties boven de 35 gulden gepind zouden worden, komen we probleemloos weg. Er ontstaat pas een probleem als men massaal kleine bedragen wil pinnen om bijvoorbeeld een krantje te kopen. Zulke bedragen moeten mensen als regel contant blijven betalen.” Blocks knoopt er meteen een advies aan dat ook bij Interpay te beluisteren is: “De consumenten moeten gewoon op dezelfde manier blijven betalen als ze normaal doen.” Die 35 gulden is wat de NVB betreft dan ook geen minimumbedrag om te mogen pinnen. Interpay geeft, mede op aandrang van de detailhandel, wel een ondergrens: 15 euro (ruim 33 gulden). Voor Els Prins, secretaris betalingsverkeer van MKB Nederland, is de conclusie helder: “Je moet dus als ondernemer niet actief stimuleren dat klanten beneden de 15 euro pinnen, want dat zou weleens tot zoveel pintransacties kunnen leiden dat het systeem alsnog vastloopt.” Aan de euro-geschiktheid van betaalautomaten zal het niet liggen als de consument op 2 januari zijn boodschappen niet elektronisch kan afrekenen. Uit de laatste cijfers blijkt dat begin oktober voor 96 procent van alle pinkastjes de opdracht was verstrekt om om te bouwen of te vervangen. Naar verwachting kiest van het restant (met 5541 terminals) alsnog de helft eieren voor zijn geld. Hierdoor kan de ombouwoperatie op 1 december zijn afgerond. De procedure heeft wel veel kwaad bloed gezet bij de winkeliers. Dat een simpele vervanging van een valutateken enkele duizenden guldens moet kosten, wilde er bij veel winkeliers niet in. Volgens CCV, een van de grootste leveranciers van de terminals, is “tevens de software geheel aangepast aan de verplichte nieuwe specificaties van Interpay en de creditcardmaatschappijen”. Zo zijn de kastjes voorzien van het DES-3-beveiligingsprotocol. Onder de vlag van de euro-operatie draait de winkelier dus ook voor die kosten op. Volgens CCV gaat het om een belangrijke functionele aanpassing waarvan de kosten niet onder servicecontracten vallen. De Nederlandse bankcliënt haalt zijn contanten tegenwoordig bijna volledig ‘uit de muur’. Het netwerk van rond zevenduizend apparaten is daardoor van cruciaal belang voor een vlotte distributie van eurobiljetten. Met een uitgekiend schema denken de banken hun flappentappers snel te kunnen aanpassen. “Nederland is het enige land in Europa dat de omschakeling volledig realiseert tussen 12 uur ’s middags op oudejaarsdag en 12 uur op nieuwjaarsdag”, zegt Blocks. Ruwweg de helft van alle automaten heeft voldoende cassettes om beide valuta tegelijk te bevatten. Deze groep wordt om middernacht softwarematig omgeschakeld van gulden op euro. Een kwart van het totaal wordt oudejaarsdag na het middaguur bevoorraad met euro’s en uitgeschakeld tot 12 uur ’s nachts. Het laatste kwart, met guldens, wordt om middernacht uitgeschakeld en daarna met euro’s gevuld, om uiterlijk op nieuwjaarsdag om 12 uur weer beschikbaar te komen. De NVB-zegsman denkt niet dat mensen zich op nieuwjaarsdag massaal zullen pinnen. “De meeste mensen zullen waarschijnlijk eerst hun guldens opmaken en als die opraken euro’s gaan pinnen. Als dat zich spreidt over een paar dagen is er geen probleem.” Els Prins van MKB Nederland houdt haar twijfels. “De banken zeggen dat hun geldautomaten zijn aangepast, maar we kunnen geen proefrondje maken. Het blijft afwachten.”

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in